![]() |
![]() |
HEEMKUNDEKRING
|
![]() |
![]() |
Heemkundekring 'Op de Beek' → Beeldbank Bibliotheek → Zoekresultaat |
Aantal gevonden publicaties : 3 (uit: 659)
|
||
|
Klik op publicatie voor vergroting en meer informatie
1. |
![]() |
Boeknummer: 00040
Inventarisatie cultuurhistorisch waardevolle boerderijen in Noord-Brabant Monumenten -- Boerderijen, algemeen (2007) [F.W.van Dommelen, G.G. E. M. Dirven] Inventarisatie cultuurhistorisch waardevolle boerderijen in Noord-Brabant VOORWOORD De Boerderijenstichting Noord-Brabant presenteert later dan gepland, maar met trots deze Inventarisatie van cultuurhistorisch waardevolle boerderijen, die in de jaren 2003 tot en met 2006 in de provincie Noord-Brabant heeft plaatsgevonden. Dit enorme karwei, een uitvloeisel van '2003 Jaar van de Boerderij', kon alleen uitgevoerd worden dank zij de enthousiaste medewerking van tientallen Heemkundekringen in de provincie. Wij zijn hen zeer erkentelijk voor de investering in kennis en tijd. Het betreft hier geen project dat op wetenschappelijk niveau is uitgevoerd. Het gaat hier om een telling, om een eenvoudige inventarisatie. Het gaat over aantallen en (een indicatie van) kwaliteit van de historische boerderijen, zodat we weten waar we over praten als het gaat hoe boerderijenrijk Brabant nog is. Uitgangspunt voor deze Inventarisatie was het Monumenten Inventarisatie Project (MIP), zoals dat in het begin van de jaren negentig door de provincie is uitgevoerd. In de tussentijd zijn in de hele provincie de gemeenten opnieuw ingedeeld en zijn er zgn. Reconstructie-/ Revitaliseringsgebieden gevormd. Bij de presentatie van de resultaten is daarom uitgegaan van de huidige administratieve situatie en is de onderverdeling per gemeente gerelateerd aan de MIP om een vergelijking 'toen/ nu' mogelijk te maken. De resultaten zijn getotaliseerd per Reconstructie-/ Revitaliseringsgebied extra toegevoegd en zijn bedoeld als aanzet voor de ontwikkeling van beleid op het gebied van (her)gebruik en behoud van cultuurhistorisch belangrijke boerderijen. Wij hopen dat de hier gepresenteerde gegevens de basis zullen vormen voor een voortdurend enthousiasme bij velen voor het behoud van de Noord-Brabantse cultuurhistorisch waardevolle boerderijen en hun omgeving. Het resterende boerderijenbestand is tenslotte één van de dragers van een 'Mooi Brabant'. Een dergelijke waardevolle erfenis moet met kennis en kunde worden beheerd en daarvoor zal in de komende tijd nog veel werk moeten worden verzet. Wij vertrouwen er op dat de 'Aandachtspunten' bij de beleidsmakers en beleidsuitvoerders zoveel weerklank zullen vinden dat alle Brabanders met een gerust hart toekomstige inventarisaties tegemoet kunnen zien. Tenslotte willen wij de Provincie Noord-Brabant hier in het bijzonder bedanken voor de financiële steun, waardoor deze uitgave mogelijk is gemaakt. het bestuur van de Boerderijenstichting Noord-Brabant Oisterwijk, september 2007 Inleiding Tijdens de voorbereiding van '2003 jaar van de Boerderij' kwam bij de daartoe ingestelde provinciale werkgroep de vraag naar voren /hoeveel cultuurhistorisch waardevolle boerderijen zijn er in onze provincie aanwezig?”. Een eerste aanzet tot een telling is in 1941 uitgevoerd door leden van de toenmalige Jonge Boerenstand. In 94 gemeenten of kerkdorpen werden 6609 boerderijen geteld, waarvan 4839 van het langgeveltype, 919 van het kortgeveltype en 370 T-huizen of krukhuizen. Mgr. Dr. G.P.J.Bannenberg rapporteerde daarover in Brabants Heem. De Boerderijenstichting Noord-Brabant ging vanaf haar oprichting uit van ca 2500 boerderijen. Dit geraamde aantal is vermeld in de in 1997 uitgegeven video over de Brabantse boerderijen en in de uitgave van de Commissie Boerderijenzorg van Brabants Heem (het zgn. zwartboek) In december 2001 verschenen de resultaten van een landelijke “onderbouwde raming” van de Stichting Historisch Boerderijen Onderzoek (SHBO). In deze raming was becijferd dat in Noord-Brabant 37,4 % van alle MlP-boerderijen gebouwd voor 1940 verdwenen waren en nog eens 22,6 % door bouwkundige ingrepen ernstig was aangetast. Het totaal aantal nog aanwezige boerderijen met een hoofdgebouw van voor 1940 werd daarbij evenwel geraamd op 10.500. De SHBO constateerde in haar rapport dat in heel Noord-Brabant een zeer groot deel van het bouwbestand blijkt te zijn verdwenen sedert de MIP- inventarisatie van de provincie (1988 tot 1993). De provincie loopt in dit opzicht aan de kop. Het verlies ligt hier tweemaal zo hoog als het landelijk gemiddelde, was de conclusie. klik op de pijlpunt links voor de volledige inleiding Boerderijenstichting Noord-Brabant;  |
2. |
![]() |
Boeknummer: 00137
Historische Boerderijen in Baronie en Markiezaat. Handreikingen voor het behoud van het ruraal erfgoed. Monumenten -- Boerderijen, algemeen (2011) [Christ Buiks, George Dirven, ark Bimmel, Judith Toebast] Historische Boerderijen in Baronie en Markiezaat. VOORWOORD Ontwikkelingen in de landbouw vanaf 1945 als schaalvergroting, specialisatie, mechanisatie e.d. hebben een enorme invloed ge- had op de bedrijfsvoering en de ontwikkeling van boerderijen. Ruilverkavelingen 'oude stijl’, met name in de jaren 1960 en '70 veranderden het boerenlandschap en daarmee het platteland, ook in de Baronie van Breda en het Markiezaat van Bergen op Zoom, ingrijpend. Het aantal volwaardige land- en tuinbouwbe- drijven is vanaf 1960 drastisch gedaald en dit proces is nog steeds gaande. Veel boerderijen hebben hun agrarische functie verloren en krijgen een nieuwe bestemming, vooral als woonboerderij. Belangrijk is dan dat dit op een goede manier gebeurt. De Stichting de Brabantse Boerderij streeft er naar dat de historische boerderij in Noord-Brabant voor het nageslacht wordt bewaard. Onder historische boerderij verstaat onze Stichting de boerderij zelf, de agrarische en andere bijgebouwen, het boerenerf en het agrarisch cultuurland- schap. Wij willen dat de historische boerderij op de juiste wijze in stand wordt gehouden en dat een goed gebruik ervan mogelijk is. Daarom wil onze Stichting door middel van deze publicatie boerderijbewoners, maar ook architecten, ambtenaren, aannemers en andere betrokkenen helpen hun kennis van de cultuurhistorisch waardevolle boerderij uit te breiden en te verdiepen. In deze publicatie worden de ontwikkeling van de historische boerderij in de Baronie en het Markiezaat beschreven, alsmede de streekeigen karakteristieken. Wij willen daarmee een handreiking geven bij het restaureren, verbouwen en reconstrueren van historische boerderijen en schuren, vooral waar sprake is van herbestemming. Onze Stichting is blij dat we dankzij subsidie van de provincie en van anderen na de publicatie 'Historische boerderijen in Het Groene Woud' in 2009 een dergelijke publicatie over boerderijen in de Baronie van Breda en het Markiezaat van Bergen op Zoom kunnen uitbrengen. Voor deel I zijn tekstuele bijdragen geleverd door ir. Christ Buiks en George Dirven. Deel II werd geschre- ven door bouwhistoricus en monumentendeskundige Mark Bimmel en ir. Judith Toebast, bouwhistorica. Drs. Harrie Maas schreef de bijlage 'Het vergunningentrajecten subsidiemogelijkheden voor (monumentale) boerderijen'. Graag zeggen wij hen hiervoor dank. M.n. Huub Oome danken wij voor zijn vele waardevolle adviezen. Ook alle personen en instanties die toestemming hebben gegeven om gebruik te maken van hun beeld- en fotomateriaal zijn wij veel dank verschuldigd. Wij hopen van harte dat deze publicatie een hulpmiddel is voor boerderijeigenaren en voor andere doelgroepen en zo een bijdrage zal leveren aan het behoud van historische boerderijen in de Baronie van Breda en het Markiezaat van Bergen op Zoom. Geertruidenberg, april 2011. Namens het bestuur van de Stichting de Brabantse Boerderij, Ger van den Oetelaar, voorzitter INLEIDING De dorpen in de Baronie van Breda en het Markiezaat van Bergen op Zoom hebben er niet altijd uitgezien zoals nu in het begin van de 21e eeuw. In oorsprong waren het boerendorpen. Boerderijen bepaalden eeuwenlang het beeld van het platteland. Nog steeds vormen historische boerderijen een wezenlijk onderdeel van de ruimtelijke identiteit van Baronie en Markiezaat. De afgelopen decennia beëindigden veel boeren hun bedrijf. Anderen breidden uit en bouwden moderne stallen bij hun oude boerderij. Deze tendens zal zich de komende periode - mogelijk versterkt - doorzetten. Zowel het platteland als het boerenerf en de gebouwen op het erf veranderen. Om toch de oude Brabantse boerderij, de bijgebouwen en het erf in Baronie en Markiezaat te behouden is het noodzaak dat vrijkomende boerderijen een nieuwe functie krijgen. Een leegstaande boerderij is im- mers ten dode opgeschreven. Een nieuwe functie geeft de boerderij weer bestaansrecht. Een historische boerderij zal moeten worden aangepast aan haar nieuwe functie. Niet elke boerderij kan immers museum worden. Eeuwenlang was de boerderij een gebouw dat in ontwikkeling was en deze ontwikkeling hoeft niet stil te staan. Echter, bij een nieuwe functie voor een historische boerderij doen zich vaak meer problemen voor dan men verwacht. Een koe stelt immers andere eisen aan een stal dan de hedendaagse mens aan een woonhuis of kantoor. Het is erg belangrijk om bij verbouwing en aanpassing van een boerderij aan een nieuwe functie de historische en streekeigen kenmerken van de boerderij, de bijgebouwen en het erf te behouden en zo mogelijk te versterken. Daarvoor is in de eerste plaats inzicht nodig in hun karakteristieke verschijningsvorm. Dit inzicht kan dan benut worden om de cultuurhistorische karakteristieken bij restauratie, verbouwing en bij nieuwe ontwik- kelingen herkenbaar terug te laten komen. Het doel van deze publicatie is tweeledig. Ten eerste willen we een overzicht geven van de streekeigen kenmerken van historische boerderijen, bijgebouwen en boerenerven in Baronie en Markiezaat. klik op de pijlpunt links voor de volledige inleiding Stichting De brabantse boerderijen;  |
3. |
![]() |
Boeknummer: 00172
Het nut ging voor de sier. Boerenerven in Noord-Brabant Monumenten -- Boerderijen, algemeen (2005) [George Dirven, Stan Elings] Het nut ging voor de sier. VOORWOORD In 1986 gaf onze Boerderijenstichting een boekje uit met de titel 'Boerenerven'. Kees Elings, tuin- en landschapsarchitect, beschreef hierin het gemiddelde boerenerf, dat ook toen al nog maar sporadisch voorkwam. Inmiddels zijn we bijna 20 jaar verder. In die periode zijn de meeste van de nog resterende traditionele boerenerven verdwenen. In die periode is echter ook meer studie gemaakt van het boerenerf. Zo zag de Stichting Werkgroep Boerenerven het levenslicht. O.a. het Nederlands Centrum voor Volkscultuur wijdde in 2001 een publicatie aan het boerenerf. Ook binnen onze Stichting ontstond de behoefte om op basis van de toegenomen kennis over het traditionele boerenerf een nieuwe uitgave voor te bereiden. Immers, naast de boerderij en de bijgebouwen behoort ook het erf tot ons cultureel erfgoed. Veel boerderijen en nog meer bijgebouwen zijn in de afgelopen decennia gesloopt of onoordeelkundig verbouwd. Maar ook bij de nog bestaande boerderijen is het traditionele boerenerf verdwenen en vaak vervangen door een villatuin. Met ons boekje 'Het nut ging voor de sier. Boerenerven in Noord-Brabant.' willen we allereerst vastleggen uit welke onderdelen het boerenerf bestond en welke de functies waren van die verschillende onderdelen. We willen ook verduidelijken waarom verschillende van die functies door o.a. landbouwkundige en technische ontwikkelingen veranderden of verdwenen. Daarnaast beogen we met de adviezen en tips in het tweede gedeelte van het boekje te bereiken dat boerderijbewoners toch iets van het traditionele boerenerf bewaren of terugbrengen en soms nieuwe functies geven aan oude erfonderdelen. Eén van onze bestuursleden, George Dirven, beschreef het traditionele boerenerf en de oorzaken van het verdwijnen hiervan. Samen met tuin- en landschapsarchitect Stan Elings formuleerde hij de aanlegadviezen. Stan Elings stelde de beplantingslijsten samen. Via het Monumentenhuis Brabant ontvingen we uit het door de provincie voor het Jaar van de Boerderij beschikbaar gestelde budget een subsidie, die deze uitgave mede mogelijk maakte. De Stichting Historisch Boerderij - Onderzoek te Arnhem (SHBO) stelde ons opgetekende boerenerven uit Noord-Brabant ter beschikking, waarvan we er een aantal na bewerking in ons boekje opnamen. We hopen zo een aantrekkelijk boekje te hebben samengesteld. We hopen echter vooral dat we in de komende jaren hier en daar bij boerderijen in onze provincie toch weer elementen van het traditionele boerenerf zien terugkeren of nog liever totaal gereconstrueerde erven. Daarmee zouden de betrokken boerderijbewoners zeker een bijdrage leveren aan de aantrekkelijkheid van het Noord-Brabantse platteland. Wij wensen u ook veel lees- en kijkplezier. Oisterwijk, september 2005. Het bestuur. Boerderijenstichting Noord-Brabant;  |