![]() |
![]() |
HEEMKUNDEKRING
|
![]() |
![]() |
Heemkundekring 'Op de Beek' → Beeldbank Bibliotheek → Zoekresultaat |
Aantal gevonden publicaties : 9 (uit: 659)
|
||
|
Klik op publicatie voor vergroting en meer informatie
1. |
![]() |
Boeknummer: 00022
Beschrijving van de Vrije Heerlijkheid Etten, Leur en Sprundel Historie -- Etten-Leur (ca. 2017) [Nuyts Pieter Piersz, bewerkt door Aertssens C.J.W.] Beschrijving van de Vrije Heerlijkheid Etten, Leur en Sprundel Pieter Piersz. Nuyts Schout van 1673 tot 1709 Voorwoord Beste lezer(s), Sedert een geruime tijd is er een plan geweest om te komen tot een stuk geschiedschrijving van ons mooie dorp. En waar moet je dan beginnen? Rond het jaar 1200? Of iets later, zo rond 1400? We weten wel dat er in die tijd het een en ander gebeurde met betrekking tot de turfwinning. Als we het boek: Ontdekkingstochten in West-Brabant lezen dan is er in 1332 de eerste vermelding van de Leurse turfvaart. Maar wat doe je als je aan het neuzen bent in oude documenten, als je ‘alles’ wilt weten over je dorp, en je komt als het ware een kompleet boek tegen? Een schriftelijk verslag, geschreven door een tijdgenoot. Een beschrijving van Etten en Leur en Sprundel uit het einde van de 17e eeuw door Pieter Nuyts, schout van Etten etc. Ook schreef hij op wat hij wist of had gehoord uit de overlevering. De bewerker van dit boek heeft zijn hart kunnen ophalen. Oude (topografische) namen of benamingen die we nog steeds gebruiken, zoals Den Hil, of ’t Wipend, of Attelaken, letterlijk en woordelijk beschreven alsof je er zelf bij bent. Geen wonder dat de bewerker vond dat veel meer mensen hier kennis van moesten kunnen nemen. Als je ook maar iets voelt voor je eigen geschiedenis, of van die van de plaats of dorp waar je geboren bent, of waar je (nu) woont, of vandaan komt, dan is dit boek een ‘must’. Wat een werk en tijd hij had verzet om tot alle feiten te komen om deze zo waarheidsgetrouw mogelijk aan het papier toe te vertrouwen. Ik heb alle bewondering voor de volhardendheid waarmee hij te werk is gegaan. Ik beveel dit boek dan ook van harte aan en wens u veel leesplezier. Namens de Stichting Adriaan van Bergen Jan van Harssel Heemkundekring Jan Uten Houte en Stichting Adriaan van Bergen;  |
2. |
![]() |
Boeknummer: 00142
Vijftig jaar vergaard en bewaard. Het ontstaan en geschiedenis Streekmuseum Jan uten Houte Historie -- Etten-Leur (2014) [Rene Konings] Vijftig jaar vergaard en bewaard. Voorwoord Geen heden zonder een verleden. Je kunt pas vooruitkijken als je ook kunt terugkijken. Een vijftig jarig jubileum is een moment van even stil staan bij hoe het begonnen is en dan de reis vervolgen naar de toekomst: 2064, het honderd jarig bestaan. In dit boek wordt u een terugblik gegund vanaf 1964 en zelfs nog enkele jaren daarvoor. Het is goed te lezen hoe het allemaal begonnen is. U kunt in een chronologische volgorde lezen wat er als hoogtepunten de afgelopen vijftig jaar is gepasseerd. Dan blijkt dat er altijd veel beweging is geweest. Een jubileum van een vijftig jarig bestaan maakt enthousiast. Je weet wat er allemaal gedaan is en dat spoort aan om aan een nieuwe periode van vijftig jaar te beginnen. Deze eerste vijftig jaar zijn belangrijk geweest om de volgende vijftig aan te kunnen. Dit boek kan dienen om terug te kijken naar dat geen dat geweest is, maar het zet ook aan om verder te gaan en in beweging te blijven. Veel plezier met dit waardevolle boek ter ere van het vijftig jarig jubileum van het Heemkundig Streekmuseum Jan uten Houte. Karst Vaartjes, voorzitter Heemkundig Streekmuseum Jan uten Houte Inleiding In dit boek wordt ingegaan op de vraag wat heemkunde is en hoe de belangstelling voor heemkunde in Brabant ontstond. Er wordt ruim aandacht besteed aan de personen die in Etten-Leur aan de wieg stonden van de oprichting van een heemkundige werkgroep. Uit deze werkgroep zijn later de Heemkundekring Jan uten Houte en het Heemkundig Streekmuseum Jan uten Houte ontstaan. Er wordt ook aandacht besteed aan de naamgever van het museum en de kring. De geschiedenis van het Sint Paulushofje waar het museum is gevestigd komt ook uitvoerig aan de orde. In 2014 bestaat het heemkundig streekmuseum vijftig jaar. In deze uitgave wordt een chronologisch overzicht gegeven van de belangrijkste gebeurtenissen in de geschiedenis van het museum. Het boek bevat foto’s van wisseltentoonstellingen die met grote regelmaat in het museum werden gehouden en van de vele andere activiteiten die in het museum plaatsvonden. Ik wens u veel leesplezier, René Konings Heemkundekring Jan uten Houte Etten-Leur;  |
3. |
![]() |
Boeknummer: 00143
De eerste steen komt boven. Gevelstenen en geveltekens in Etten Leur Historie -- Etten-Leur (2009) [Rene Konings] De eerste steen komt boven Voorwoord Al sinds geruime tijd ben ik geïnteresseerd in monumentale en andere historische gebouwen. Vooral gevelstenen, geveltekens en bouwkundige versierin- gen hebben mijn interesse. Na hier enkele boeken over gelezen te hebben besloot ik om mijn opgedane kennis te delen met anderen door er een samen- vatting van te schrijven. Ook heb ik met het fototoestel in de aanslag een rondwandeling door de oude kernen van Etten-Leur gemaakt. Zo veel als mogelijk heb ik ook met de eigenaren van de gevelstenen gesproken om meer te weten te komen over de achtergronden van een steen. Je krijgt dan een goed beeld wat er allemaal nog in Etten-Leur te zien is. Heel veel bijzondere gevelstenen tref je hierbij niet aan omdat Etten-Leur nooit een bijzonder wel- varende gemeente is geweest. Vooral in de oude handelssteden tref je veel en hele mooie gevelstenen aan. Het boek is een goede gids om wandelend langs de gevels de gevelstenen te bekijken. Maar ook van uit de luie stoel hoop ik dat het een lezenswaardig geheel is geworden. Het boek heeft niet de preten- tie om volledig te zijn, maar is vooral een oproep om eens met andere ogen een gevel te bekijken en je niet alleen te beperken tot al het moois dat in de etalages ten toon is gesteld. Ook als je naar boven kijkt is er vaak veel moois te zien en nog gratis ook. Ik wens u veel lees-, kijk- en speurplezier toe. René Konings Heemkundekring Jan uten Houte Etten-Leur;  |
4. |
![]() |
Boeknummer: 00144
Etten Leur maakt muziek. Deel II Apollo Vlijt en Volharding Historie -- Etten-Leur (2019) [Jac van der Velden, Frans Passier] Etten Leur maakt muziek Voorwoord Hier is hij dan, de tweede uitgave van 'Etten-Leur maakt muziek' . Als schrijversgroep van Heemkundekring Jan uten Houte hebben we er voor gekozen de bijdragen van verschillende schrijvers te bundelen en in meerdere boeken met dit onderwerp uit te geven. In deze uitgave beschrijft Jac van der Velden de Kroniek van de Roomsch-Katholieke Koninklijk Erkende Harmonie 'Apollo' Etten 1871 - 1970 en is “Harmonie Vlijt en Volharding” Etten 1903 - 1919 uitgewerkt door Frans Passier. Jac van der Velden heeft met ontzettend veel doorzettingsvermogen en vele fietstochten naar het Regionaal Archief in Oudenbosch, de archieven van Apollo achterhaald en uitgeplozen. Het verenigingsarchief van Apollo was maar beperkt in het Regionaal Archief aanwezig. Het archief van wijlen Apollo bestuurslid Toine Roels lag gelukkig nog op zijn zolder en heeft nadrukkelijk bijgedragen aan de inhoud van dit boek. Bij het schrijven van het boekdeel over de harmonie Apollo vond de schrijver Jac van der Velden in het archief van genoemde harmonie, een schrift met jaarverslagen over de beginjaren van de harmonie “Vlijt en Volharding” te Etten. Alles bij elkaar heeft dit geresulteerd in historische kronieken van het wel en wee van deze harmonieën. De drumband en Jeugddrumband Apollo, drumfanfare Again alsmede Bugle en Drumselection Etten-Leur volgen in volgende uitgaven. In 2017 hebben we deel één van 'Etten-Leur maakt muziek' over Harmonie 'Constantia' en Seniorenorkest 'Pro Musica' uitgegeven. Een thema wat zeker nog vervolg kan krijgen. Hierdoor kunnen zo de andere muzikale activiteiten die veel betekenen en hebben betekend voor Etten-Leur in de toekomst aan de orde komen. Jos Buijs Voorzitter Schrijverswerkgroep Heemkundekring Jan uten Houte Inleiding Muziek Muziek is zo oud als de mensheid! Al in de vroegste geschiedenis maakten de mensen muziek, vaak op eenvoudige wijze door het trommelen op boomstam- men, maar later ook door het gebruik van instrumenten. Uit de Middeleeuwen kennen we allemaal de minstreel en de troubadour. Rondtrekkende muzikanten die tijdens feesten de mensen met hun muziek vermaakten. Muziek is van alle jaren! Mensen hebben altijd al muziek gemaakt. Bij bepaalde mensen is muziek een onderdeel van de taal. Via muziek kan men communice- ren. Muziek maakt onderdeel uit van het leven. Het gaat samen met de menselijke emotie en de gemoedstoestand van mensen. Bij hoogtepunten en dieptepun- ten wordt muziek gemaakt. We denken hierbij aan een trouwerij, een uitvaart, een film of sporten. Daarbij komt nog, dat iedere periode zijn eigen muziekstijl heeft en dat muziek een taal is zonder grenzen. Muziek kan naast gevoelens ook herinneringen oproepen zoals bij liedjes uit de oude doos. Zeker als er Nederlandstalige liedjes worden gespeeld en er volop kan worden meegezongen. Dan betekent muziek voor velen ontspanning en een fijne bezigheid, waardoor ze niet gaan kniezen en beter in hun vel zitten. Muziek stelt mensen in staat om de zorgen van alledag even te doen vergeten en om ontspannen te genieten. Leeftijd speelt dan geen rol. Heemkundekring Jan uten Houte Etten-Leur;  |
5. |
![]() |
Boeknummer: 00175
Ballonhaven Etten Leur. D'Huskes 31 Historie -- Etten-Leur (2003) [Bruin Arie de] Ballonhaven Etten Leur. D'Huskes 31 De redding van de ballonvaart in Nederland en Groot-Britaanië?! Voorwoord Het was een geweldig fijne tijd Ballonhavenmeester G.A.M.B. Metsers; 1969 Een toevallig ontdekt poststuk was de aanleiding. Uitleg van diverse mensen - met Piet Coppens als eerste — zorgde voor het vervolg. Het boeiende verhaal over de ballonhaven die in de zestiger jaren van de vorige eeuw prominent aanwezig was in Etten-Leur, is nu op papier beschikbaar. Deze korte, maar zeer levendige episode in de Nederlandse luchtvaarthistorie leek voor de geschiedenisboekjes verloren te zijn gegaan, maar is gered. Onderzoek in allerlei archieven en gesprekken met betrokkenen leidden tot een schat aan gegevens. De daarin terug te vinden sfeer van die jaren, de bijna nog merkbare gaslucht en de niet tastbare stilte van het luchtruim werkten inspirerend. De feitelijke oorsprong, “het blinken en zinken” en het belang voor de ballonvaart worden weergegeven aan de hand van interviews, authentieke correspondentie, krantenverslagen en andere bewaard gebleven informatie. Uitgelegd wordt waarom de ballonhaven in Etten-Leur kwam en waarom hij verdween. Het grote belang ervan komt vooral tot uiting in het verhaal over de Engelse leerling Anthony Smith. Al snel na zijn opleiding - bestaande uit vaarlessen vanaf de ballonhaven - werd hij wereldwijd beroemd door zijn ballonavonturen in Afrika en het boek dat hij daarover schreef. Door zijn enthousiasme en inzet werd in Groot-Brittannië het varen met de gasbollen nieuw leven ingeblazen. Veel dank is de schrijver verschuldigd aan hen die goedgekoesterde herinneringen vertelden of geholpen hebben bij het vinden en beschikbaar krijgen van bronmateriaal en illustraties. In dit verband moeten zeker genoemd worden: Sjoukje Atema, Nini Boesman, Willy Coppens-Buijs, Arjen Klep, G. Lazarom, Ria van den Maagdenberg, Jos Martens, Ria Metsers, Jacques Nagelkerke, Ries Rommens, Anthony Smith, J. Suykerbuyk (Jantje Gas), H.P. Verseveldt, Mare Verwiel, Rieni Voermans en Wim van Westerop. Het boekje kan helpen heerlijke herinneringen aan die befaamde periode - die vele lezers en lezeressen bewust hebben meegemaakt — terug te halen. Het is echter vooral ook geschreven om 'jong en oud' te laten zien, dat achteraf kan blijken, dat ogenschijnlijk nietige aspecten in onze omgeving toch belangrijk kunnen zijn. Veel leesplezier. Heemkundekring Uten Houte;  |
6. |
![]() |
Boeknummer: 00340
Zei-spreuken. Deel 4 Historie -- Etten-Leur (1980) [D. de Beul] Verzameling van 'Zei-spreuken'. Met pentekeningen van Gilberte Braet VOORWOORD Dit vierde boek met opnieuw +- duizend zei-spreuken is eigenlijk de verzameling van mensen die naar de vele kunst en hobbytentoonstellingen kwamen, waar ik de drie reeds ver- schenen boekjes voorstelde. Spontaan vertelde de mensen mij zei-spreuken of visten ze deze gewoon op uit hun geheugen.De belangstelling was en is nog zeer groot te noemen voorde spreuk en in het bijzonder dan de zei-spreuk. Waarschijnlijk omdat deze speciale spreuk van het volk zelf komt in een spontane opwelling. Wie zei daar ook weer dat: 'DE TAAL IS EEN PORTRET VAN HET VOLK' of 'DE TAAL IS EEN AFDRUK VAN EEN VOLK ZIJN HART EN ZIJN GEEST' Reeds meer dan twintig jaar verzamel ik spreuken, weer spreuken-levenswijsheid bevattende en uiteraard mijn specialiteit de zei-spreuk. Het doet mij vanzelfsprekend genoegen dat ik niet alleen sta in deze strijd tegen de zei-spreuk, want je kunt het werkelijk een strijd noemen. Ze duiken op vanuit een hoek waar je ze niet verwacht. Je moet voortdurend op je hoede zijn. Het is één strijd waarvan ik weet dat hij nooit zal gewonnen worden, omdat er duizenden in omloop zijn en er iedere dag weer opnieuw geboren worden. Deze vezammeling is reeds uitgegroeid tot ver over de 4000 ex.en dit alleen voor de zei-spreuken. Ook mijn echtgenote Gilberte Braet, die de pentekeningen maakte, heeft ook een levendige belangstelling. Het is trouwens goed te zien in haar prachtige illustratie’s waar spot en humor de bovenhand krijgen zoals in een zei-spreuk. In deze inleiding wil ik het ook heb- ben, zoals in de vorige boeken, over de geboorte van een zei-spreuk . In mijn geboortestad Gent waar ik mijn boekjes voorstelde op de jaarlijkse hobbytentoonstelling in de Donkersteeg (een van de gezelligste straatjes van Gent) en dit tijdens de Gentse fiesten ( Er wordt 10 dagen gefeest) is er een spreuk onstaan met betrekking op deze festiviteiten. De laatste dag wordt namelijk de dag van de lege portemonees genoemd en toen er een man aan mijn stand een boek wilde kopen en zijn laatste geld eraan hing, was het maar een klein kunstje om deze spreuk uit de mouw geschud te krijgen .-Luister maar: 'T EN STEEKT VANDOGE TOCH OP GIENE FRANK ZULLE MENNE JONGEN, ZEI DE STROP, WANT T'ES MORGEN TOCH DEN DAG VAN DE LEGE PORTEMONEES'. Het mocht dus op zondag allemaal opgedaan worden, want op maandag was het toch de dag vande lege portemonees. Er werden uiteraard ook veel zei-spreuken uit Nederland opgenomen, waar ik het kon heb ik ze in het dialekt gezet en er is een reeks voor zien voor de Provincie Limburg (Nederland) en twee Belgische provincies namelijk uit Gent Oost Vlaanderen en West Vlaanderen. U vindt ze achteraan in dit boek. Ook in Engeland bestaan zei-spreuken onder de benaming van Wellerismen naar Sam Weller uit de pickwick reeks . In Duitsland is het Appologische spruchworten. Deze benaming zou in Duitsland voor het eerst gebruikt zijn door J.F. Schutse in 1800 in een artikel. F. Seiler noemt ze sagwort en in Zweden is het Ordstav; In Zwitserland: Erzahlende spruchworten of vertellende spreekwoorden, wat zeker een goede benaming is. Anna Follie, (Nederland) noemt ze gewoon rariteiten en dit reeds in 1706. Guido Gezelle noemt ze: luimige gezegden uit het volk ontsproten. Terwijl Jacob Cats de grote Nederlandse hekeldichter ze een invallende gedachte op een voorvallende gelegenheid noemde. Zoals je ziet zijn er vele benamingen, maar ik hou het liever bij de zei-spreuk, omdat deze benaming het best overkomt hier in Vlaanderen en Nederland. Soms bestaat een zei-spreuk wel eens uit twee delen in plaats van de traditionele drie delen en een voorbeeld zal dit duidelijk maken: 'T IS GENEPEN, ZEI DE BAAS MET STREKEN, EN HIJ WAS OP DE FLES GEGAAN, (drie delen) (De Beul D.) SPREEK JE NIET, ZO HEB JE NIET, ZEI DE BEDIENDE. (Twee delen. Deze voorbeelden komen uit mijn nieuw 'boek over bazen en knechten). Deze tweedelige zei-spreuken zijn echter zeer zeldzaam. Hier verder op ingaan zou mij echter in herhaling doen vallen omdat het reeds werd uitgelegd in de drie reeds verschenen boekjes. Verder veel lach, lees en denkgenot en tot het volgende boekje. De de Beul; in eigen beheer;  |
7. |
![]() |
Boeknummer: 00435
Etten-Leur maakt muziek Historie -- Etten-Leur (2017) [Jos Martens] Etten-Leur maakt muziek. Deel 1 Constantia Pro Musica Kroniek van de Koninklijk Erkende Harmonie Constantia & Seniorenorkest Pro Musica INHOUD -VOORWOORD Jos Buijs -INLEIDING Jos Buijs -KRONIEK Jac van der Velden -HARMONIE CONSTANTIA WAT VOORAF GING PERIODE I: 1882-1918 PERIODE II: 1918-1944 PERIODE III: 1944 - 1982 PERIODE IV: 1982 - 2000 PERIODE V: 21E EEUW BIJLAGEN -PRO MUSICA Jos Martens Voorwoord Hier is hij dan, de eerste uitgave van “Etten-Leur maakt muziek” . Als schrijversgroep van Heemkundekring Jan uten Houte, hebben we er voor gekozen de bijdragen van verschillende schrijvers te bundelen en in meerdere boeken met dit onderwerp uit te geven. Muziekhistorie is een thema, dat zeker nog vervolg kan krijgen. Hierdoor kunnen de andere muzikale activiteiten, die veel betekenen en hebben betekend voor Etten-Leur, in de toekomst aan de orde komen. Deze eerste uitgave bestaat uit de nog actieve Etten-Leurse harmonieën. Deel 1, Harmonie “Constantia” opgericht in 1882 en nog altijd actief als Muziekvereniging Constantia. Deel 2, Seniorenorkest “Pro Musica” opgericht in 1981 en nog altijd actief. De oorspronkelijke archieven van Constantia waren door de Turfschipbrand in 1981 verwoest. Door diverse Leurenaren ingeleverde foto's, krantenknipsels, jaarverslagen en meer, dozen vol, zijn met veel doorzettingsvermogen door Jac van der Velden, Fons Fransen en Jos Buijs gearchiveerd. Schrijver Jac van der Velden, tevens erevoorzitter van Harmonie Constantia, is er in geslaagd aan de hand van zijn eigen en het vernieuwde archief, een historische kroniek van het wel en wee van deze harmonie vast te leggen. Schrijver Jos Buijs heeft bijgedragen aan de afronding van het geheel. Jos Martens heeft de informatie van Pro Musica verzameld en vastgelegd. De vormgeving was weer in handen van Rob Schrauwen. Jos Buijs Voorzitter Schrijverswerkgroep Heemkundekring Jan uten Houte Inleiding Muziek Muziek is zo oud als de mensheid! Al in de vroegste geschiedenis maakten de mensen muziek, vaak op eenvoudige wijze door het trommelen op boomstammen, maar later ook door het gebruik van instrumenten. Uit de Middeleeuwen kennen we allemaal de minstreel en de troubadour. Rondtrekkende muzikanten die tijdens feesten de mensen met hun muziek vermaakten. Muziek is van alle jaren! Mensen hebben altijd al muziek gemaakt. Bij bepaalde mensen is muziek een onderdeel van de taal. Via muziek kan men communiceren. Muziek maakt onderdeel uit van het leven. Het gaat samen met de menselijke emotie en de gemoedstoestand van mensen. Bij hoogtepunten en dieptepunten wordt muziek gemaakt. We denken hierbij aan een trouwerij, een uitvaart, een film of sporten. Daarbij komt nog, dat iedere periode zijn eigen muziekstijl heeft en dat muziek een taal is zonder grenzen. Muziek kan naast gevoelens ook herinneringen oproepen zoals bij liedjes uit de oude doos. Zeker als er Nederlandstalige liedjes worden gespeeld en er volop kan worden meegezongen. Dan betekent muziek voor velen ontspanning en een fijne bezigheid, waardoor ze niet gaan kniezen en beter in hun vel zitten. Muziek stelt mensen in staat om de zorgen van alledag even te doen vergeten en om ontspannen te genieten. Leeftijd speelt dan geen rol. Wat is een harmonie? Een harmonie is een blaasorkest dat ondersteund wordt door slagwerk. In een fanfare ontbreken de houten blaasinstrumenten, waardoor er een andere samenklank ontstaat. De naam harmonieorkest komt van het Franse “1’harmonie” waarmee de blazers van het orkest worden aangeduid. Ver voor de jaartelling bestond reeds een georganiseerde vorm van blaasmuziek. Legers bedienden zich ervan tijdens de oorlogsvoering. De militaire muziek had tot doel de strijdlust te verhogen en de vijand ontzag in te boezemen. In de middeleeuwen werden in de jonge steden de eerste burgerblaasorkesten opgericht, bestaande uit pijpers en trompetters, meestal ondersteund door tromgeroffel. Ze hadden tot taak allerlei activiteiten en evenementen op te luisteren in opdracht van de autoriteiten, het kerkelijk gezag en vooral de gilden. Naast het marcheren werd het geven van concerten steeds belangrijken Daardoor kwam er steeds meer behoefte aan andere instrumenten dan koper en slagwerk. Zo ontstond het klankrijke harmonieorkest dat steeds minder marcheerde en steeds meer concerteerde voor publiek. Toch is de oorspronkelijke bezetting nooit helemaal verloren gegaan. Er is wel een verandering in het soort muziek die gespeeld wordt. Er heerst nog altijd het idee dat een harmonie alleen maar marsen speelt. Integendeel! Etten-Leurse harmonieën kennen een uitgebreid repertoire moderne muziek. Voor jong en oud, leuk om te spelen en lekker in het gehoor liggende muziek voor het publiek. -Marsen -Klassieke muziek -Filmmuziek -Popmuziek Daarnaast speelt de harmonie speciale muziek voor diverse evenementen, zoals het Wilhelmus, kerkmuziek, koralen en sinterklaasmuziek. Welke instrumenten zijn er eigenlijk in een harmonieorkest? Houten blaasinstrumenten: • Dwarsfluit (en piccolo) • Klarinet (bes, es- en basklarinet) •Saxofoon (alt, tenor en bariton) • Hobo • Fagot Koperen blaasinstrumenten: • Trompet • Trombone • Hoorn • Bariton • Tuba • Bas Slagwerk: • Ritmisch; zoals de kleine trom, grote trom, triangel, bekkens. • Melodisch, zoals klokkenspel, xylofoon, pauken. Binnen de verschillende instrumentgroepen worden over het algemeen verschillende partijen/stemmen gespeeld (1e, 2e, 3e en soms ook 4e partij). De concertopstelling van een harmonieorkest is niet altijd gelijk. Dit hangt af van het aantal muzikanten en de opvatting die de dirigent daarover heeft. Heemkundekring Etten Leur;  |
8. |
![]() |
Boeknummer: 00444
Een aalscholver boven Zwermlaken Historie -- Etten-Leur (2017) [Redactie Boy Hendrickx, Toon Buckens, Bernhard Koevoets] Een aalscholver boven Zwermlaken. Straatnamen Etten-Leur Voorwoord Ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan in 1997 van de Heemkundekring Jan uten Houte is door leden van deze Kring een jubileumboek geschreven. Het boek is getiteld 'Een Aalscholver boven Zwermlaken'. Naast een uitgebreide beschrijving van de geschiedenis van straatnamen en straatnaamgeving staat in het boek een verklaring van de naam van alle bestaande straten en van alle vervallen straten. De verklaring bestaat soms uit een korte beschrijving van een gebeurtenis of persoon, maar dikwijls is de omschrijving iets langer. Dit betreft dan veelal oude toponiemen of straatnamen met een speciale betekenis. Nu bijna 20 jaar later zijn er door de groei van de gemeente ruim honderd straten bijgekomen. In Etten-Leur komen nu 637 straatnamen voor. Daarom heeft de Heemkundekring besloten om het boek in zijn geheel opnieuw uit te geven, aangevuld met de betekenis van alle nieuwe straatnamen. Ik wens u veel leesplezier, René Konings. Inleiding GESCHIEDENIS VAN DE STRAATNAMEN EN STRAATNAAMGEVING 'Nomen est omen' oftewel 'een naam is een voorteken'. Deze Latijnse uitdrukking maakt duidelijk dat een naam niet zomaar iets is. Een naam verleent iemand identiteit. Het geeft de omgeving bovendien de zekerheid dat zij met die ene man of vrouw te maken heeft. Hetzelfde geldt voor namen van straten en plaatsen. Een straatnaam geeft zekerheid dat je beland bent op de juiste plaats, op zoek naar dat ene adres. Dit boek gaat over de namen van de straten in de gemeente Etten-Leur. Over veel van deze namen is het nodige te vertellen. Soms gaat het om fraaie moderne aanduidingen, die een hele wijk identiteit geven. Andere namen zijn daarentegen eeuwen oud. In een plattelandsgemeente zoals Etten-Leur vanouds was, zijn nog vele toponiemen te vinden. Juist deze oude veldnamen vertellen ons veel over de natuurlijke omgeving, soms van eeuwen her. Veel van deze toponiemen zijn nu terug te vinden als straatnamen, maar het zijn eigenlijk de voorlopers van die namen. Soms zijn ze van jongere datum en dikwijls zijn ze wat verschoven ten opzichte van de oude ligging. Maar in een tijd waarin de ingrepen in het landschap enorm en onomkeerbaar zijn, geven juist toponiemen nog een beeld van oude en verdwenen situaties. DE NAMEN ETTEN EN LEUR Een straat of weg verbindt huizen en plaatsen met elkaar. Daarbij is verschil tussen een lokale verbinding of een doorgaande weg. Kenmerkend voor de namen van veel doorgaande wegen is dat zij verwijzen naar de plaats waarheen zij leiden. Zo kent de gemeente een Zundertseweg, een Sprundelsebaan en een Rijsbergseweg. Op de gemeentegrens verandert dikwijls het plaveisel en tevens het eerste deel van de straatnaam, er wordt immers verwezen naar het aangrenzende dorp en niet naar de eigen woonplaats. Het gevolg hiervan is dat buurgemeenten dus een Ettenseweg en Leursebaan kennen. Een reiziger wist zo waarheen zijn weg leidde. Maar niet alleen voor reizigers was de naam van een plaats van belang. Ook inwoners zelf hadden wanneer zij wilden aangeven waar zij te vinden waren een goede plaatsaanduiding nodig. Het ligt dan ook voor de hand dat mensen die zich ergens vestigen al snel op zoek gaan naar een naam voor hun nederzetting. In veel gevallen was een (opvallend) geografisch kenmerk de basis voor zo'n naam (-lo, -bosch, -veen, -moer). Lange tijd was zo’n plaatsnaam voldoende, omdat er nauwelijks onderscheiden straten waren. In dit verband kan gewezen worden op de eeuwenlange vermeldingen van de Lange en de Korte Leur, de huidige Lange en Korte Brugstraat, immers de enige belangrijke straat van het dorp Leur. Pas nadat een nederzetting ging groeien, ontstond behoefte aan meer straatnamen. De eerste maal dat een plaatsnaam in de geschreven bronnen voor komt, zal in een aantal gevallen in het eeuwenlang woeste en vrijwel onbewoonde West- Brabant niet erg ver van het tijdstip van ontstaan liggen. In die zin zijn de eerste vermeldingen van de namen Etten en Leur dan ook interessant. De komst van kolonisten op het huidige Ettense grondgebied kan gedateerd worden in de dertiende eeuw. Rond 1200 is Sprundel als één van de eerste ontginningen aan te wijzen. De heren van Breda, de belangrijkste nederzetting in het gebied, hadden in die tijd het grootste gedeelte van de grond in West Brabant in handen gekregen, met her en der enkele bezittingen van de hertog van Brabant of het klooster Thorn. Hendrik IV wees in 1251 twee landmeters aan die voor ontginning bedoelde gronden moesten inmeten. Allerlei maatregelen, deels voortgekomen uit financiële noodzaak, waren er op gericht het land van Breda tot ontwikkeling te brengen. Ten westen en noorden van de in deze tijd ontstane kleine nederzetting Etten startten na 1250 enkele turfgraverijen. Het aanwezige turf zou eeuwenlang welvaart en bedrijvigheid met zich meebrengen. Kerngebied van de vervening was onder meer het Monnikenmoer ten westen van Etten. Het waren vooral Vlaamse geestelijke instel- lingen en particulieren die zich met de vervening bezig hebben gehouden. In 1297 verkocht Raas van Gaveren aan het Brugse St. Janshuis en het Heilige Geesthuis 62½ hoeve moerland en woeste gronden in de parochie Etten. Het blok Bremberg ten oosten van Etten zou vanaf 1332 door Antwerpse poorters worden ontgonnen. De turf uit dit blok werd vervoerd via de speciaal gegraven Leurse Vaart en de rivier de Mark. De oudste kern van Etten zelf is de wat hoger gelegen Banakker, tussen de Neerstraat in het oosten, het Moleneind, de Markt en de tegenwoordige Stationsstraat. Rondom deze belangrijke akker concentreerden zich de boerderijen. De meeste bebouwing was evenwel te vinden aan de westzijde. Hier stonden de belangrijkste gebouwen als de kerk, het gasthuis, het dorpshuis en het hof. Dat laatste, oorspronkelijk eigendom van het geslacht Uten Houte, heeft slechts een beperkte rol gespeeld in de geschiedenis van de gemeente. In 1468 is sprake van een 'hoeve met huijsingen metten torn daer aen staende'. Een eeuw later spreekt men van een slot. De eigenaren hadden over het algemeen hun belangrijkste bezittingen en belangen elders. In 1287, na de dood van de eerste Jan uten Houte verwierf zijn we- duwe inkomsten en de lage rechtsmacht te Etten. Schenker was haar eigen vader, Arnoud van Leuven, heer van Breda. Op deze wijze werd Etten een afzonderlijke heerlijkheid in het land van Breda. In 1450 voegde Jan IV van Nassau, heer van Breda, door koop de heerlijkheid Etten opnieuw bij zijn eigen bezittingen. In de wijdere omgeving van de Banakker concentreerde de bewoning zich veelal rond de wat hoger gelegen zandruggen (donken). Deze lagen veelal noord-zuid en als gevolg daarvan kennnen we nu nog een aantal noord-zuid lopende straten als Hoge Donk-Lage Donk en Hoge en Lage Bremberg. Zo ontstond Etten in de dertiende eeuw als een klein boerendorp omgeven door een aantal kleinere bewoningskernen. Het geheel was ondergeschikt en via allerlei belastingen gebonden aan de heer van Breda, maar het had enkele kleine vrijheden. Omstreeks 1250 was een kerk gesticht. In 1278 maar mogelijk al eerder fungeerde een schepenbank die zich bezighield met bestraffing van overtredingen en het vastleggen van diverse transacties tussen de inwoners. Enkele jaren daarvoor (1261) komt de naam Etten voor het eerst in een geschreven bron voor. De naam houdt verband met de aanwezigheid van een groot beemdengebied (weiden). Etting of etsel was in Etten maar ook elders in West-Brabant een gewone benaming voor weiland. Het dorp Leur ontstond waarschijnlijk in de tweede helft van de veertiende eeuw op de plaats waar de turf uit de zuidelijke gebieden overgeladen werd op grotere schepen. Deze schepen konden via de Leurse Vaart de Mark bereiken. De eerste vermelding van de 'Loersche Vaart' is in 1405. Het woord leur/lore verwijst naar alle waarschijnlijkheid naar de (slechte) kwaliteit van de vervoerde turf, maar kan ook verband houden met de kwaliteit van de grond. Heemkundekring Jan uten Houte;  |
9. |
![]() |
Boeknummer: 00494
Beschrijving van de Vrije Heerlijkheid Etten, Leur en Sprundel Historie -- Etten-Leur (2017) [Bewerking C.J.W. Aertssens] Beschrijving van de Vrije Heerlijkheid Etten, Leur en Sprundel. Pieter Pietersz. Nuyts schout 1673-1709 Stichting Adriaan van Bergen, Jan uten Houte;  |