![]() |
![]() |
HEEMKUNDEKRING
|
![]() |
![]() |
Heemkundekring 'Op de Beek' → Beeldbank Bibliotheek → Zoekresultaat |
Aantal gevonden publicaties : 5 (uit: 659)
|
||
|
Klik op publicatie voor vergroting en meer informatie
1. |
![]() |
Boeknummer: 00020
Cultuurhistorische Landschapsinventarisatie Gemeente Breda Historie -- Breda, erfgoed (2006) [dr. K.A.H.W. Leenders] Cultuurhistorische Landschapsinventarisatie Gemeente Breda. Erfgoedrapport Breda nr. 1 TEN GELEIDE Weten waar je het over hebt. Eenieder die zo’n uitspraak hoort zal dat direct beamen. Soms tegen beter weten in. Natuurlijk zijn er sommige plannenmakers en ontwerpers die doen alsof ze een tabula rasa in de schoot geworpen hebben gekregen, een leeg veld dat ze mogen bombarderen met doosjes van allerlei aard en formaat. Maar ik wil niet geloven dat zij dat doen óndanks hun kennis van de historie van dat gebied. Het is wel makkelijk natuurlijk, net doen alsof alles wat er ooit was geen waarde meer vertegenwoordigt; alsof het verleden geen enkele waarde heeft voor de toekomst. Gelukkig is het tij aan het keren. Het Rijk probeert, via financiële middelen uit het Belvédère project, het verleden als aanknopingspunt aan te bieden voor mo- derne ontwikkelingen. ‘Behoud dóór ontwikkeling’ wordt dat genoemd. En er zijn best veel projecten die Belvédère gelden mogen ontvangen, zodat mét dat geld het verleden een plek krijgt in een nieuwe situatie. Laten we hopen dat het hier om een overgangsfase gaat; dat overeen aantal jaren het Rijk niet meer met een vette geldbuidel hoeft te zwaaien om plannenmakers en projectontwikkelaars zover te krijgen dat ze überhaupt rekening houden met het verleden; dat er een tijd komt waarin het verleden écht een rol krijgt in de ruimtelijke ordening. Maar daar is wel wat voor nodig: kennis. De gemeente Breda is begonnen met een algehele inventarisatie van haar cultuurhistorisch erfgoed. Vóór 2010 willen we echt weten welke gebouwen monument waardig zijn en willen we ook een beter inzicht te hebben in datgene wat vanuit een (heel) ver verleden aan onze bodem is toevertrouwd en al datgene waarvan we nu niets meer merken. De bijdrage van dr. Karel Leenders kan dan ook nauwelijks overschat worden. Hij brengt in het kader van dit ‘wetenschapsbeleid’ de inventarisatie van het cultuurhistorische landschap voor het voetlicht, waarbij en passant het historische landschap wordt gereconstrueerd en bovendien wordt aangegeven wat er nog van de cultuurhistorische landschapselementen als relict bewaard is gebleven. Al deze gegevens zijn niet alleen op schrift gesteld, maar ook op twee cd-roms op Gis-basis meegeleverd. Betekent dit nu dat de plannenmakers er met dit werk vandoor kunnen gaan? Neen. Want Leenders geeft geen waarden oordelen. Hij zegt niet welk element belangrijker is en welk relict wel kan worden opgeruimd. Dat is een taak die aan de beleidsmakers voor het erfgoed is voorbehouden. Eén ding staat echter als een paal boven water: zonder deze inventarisatie was die taak nauwelijks te volbrengen. Want lang niet iedereen weet wat er allemaal (nog) is. Johan Hendriks Hoofd Bureau Cultureel Erfgoed Vakdirectie Cultuur Gemeente Breda. Vakdirectie Cultuur;  |
2. |
![]() |
Boeknummer: 00021
Bredase akkers eeuwenoud Historie -- Breda, erfgoed (2004) [Redactie o.l.v. C.W. Koot, R. Berkvens] Bredase akkers eeuwenoud. 4000 jaar Bewoningsgeschiedenis op de rand van zand en klei. Rapportage Archeologische Monumentenzorg 102. Erfgoedstudies Breda nr 1. Met CD Voorwoord In Breda, dat bekend staat als de stad van de Nassaus, is nog veel historie in het stadsbeeld herkenbaar. Breda-West daarentegen is de laatste jaren door grootscha- lige nieuwbouwprojecten en de aanleg van nieuwe infrastructuur als de HSL en de verbreding van de Al 6 volledig veranderd. Van oorsprong was dit gebied sterk agrarisch. Het Bredase landschap was het resultaat van een eeuwenlang verfijnd samenspel tussen de boer, zijn dieren, de natuur en het milieu. In de twintigste eeuw veranderde het landschap in een tuinbouwgebied en tenslotte in een bedrijventerrein. Namen als Steenakker, Huifakker, Emerakker en Kesteren, die al voor- komen vanaf de Middeleeuwen, vertellen over het ontstaan en het gebruik van het landschap. En voor wie er nog oog voor heeft, geven deze namen blijk van een le- vend verleden. Het is de verdienste van Guido van den Eynde - van 1984 tot en met 2001 stadsarcheoloog van Breda - dat de opgravingen in een betrekkelijk korte tijdsspanne zijn uitgewerkt en in boekvorm kunnen verschijnen. Toen er begin jaren negentig plannen waren om in Breda-West nieuwe bedrijventerreinen te ontwikkelen, greep hij de gelegenheid aan om onderzoek te doen naar het bodemarchief in het buitengebied. Het gemeentebestuur toonde zich ten volle bewust van zijn verantwoorde- lijkheid voor het Bredase culturele erfgoed door deze opgravingen mogelijk te maken. In een prijzenswaardige en enthousiaste samenwerking met talloze vrijwilli- gers van binnen en buiten onze gemeente, met studenten van verschillende universiteiten en archeologen van onze eigen afdeling archeologie zijn de opgravingen uitgevoerd. De zo vele handen die zijn uitgestoken om het onderzoek tot een goed resultaat te brengen, tonen aan dat geschiedenis leeft in onze gemeenschap. De resultaten van het onderzoek waren boven verwachting. Archeologisch was er tot op heden weinig bekend over de vroegste bewoningsgeschiedenis van het weste- lijk deel van de provincie Noord-Brabant. Deze kennislacune was vooral te wijten aan het tot voor kort vrijwel ontbreken van archeologisch nederzettingsonderzoek in deze regio. De opgravingen in Breda-West, waarbij nederzettingssporen vanaf de Midden Bronstijd tot in de Late Middeleeuwen zijn aangetroffen, vormen een eerste belangrijke aanzet voor de opvulling van deze gesignaleerde lacune en illustreren duidelijk het archeologisch potentieel van de regio. Dankzij de resultaten van de opgravingen in Breda-West kan de kennis van de geschiedenis van Breda nu in één klap met meer dan 3000 jaar worden uitgebreid. Dit onderzoek stelt ons in staat om een boeiend inzicht te geven in het leven van zijn bewoners vanaf de prehistorie tot in de Late Middeleeuwen. De betekenis daarvan reikt tot ver buiten de grenzen van onze gemeente. Negen jaar na het begin van de opgravingen in de omgeving van het NAC-stadion op Emerakker is het tijd voor een publicatie over de archeologische vondsten die in Breda-West zijn gedaan. De grootschalige nieuwbouw en infrastructuur in het westen van Breda betekenden een forse aantasting van het oude cultuurlandschap. De archeologische begeleiding hiervan vormde enerzijds een enorme uitdaging voor de archeologische monumentenzorg en anderzijds een mogelijkheid om de achterstand in de archeologische ken- nis over de bewoningsgeschiedenis van West-Brabant in te lopen. Het werk is echter nog niet af. Op sommige plaatsen kan en moet nog verder onderzoek worden ver- richt. Dat vraagt tijd, geld en energie. Op andere plaatsen is het mogelijk om het archeologisch erfgoed te behouden en te beschermen, zodat het als een bron van kennis bewaard blijft. Daarnaast dient een zichtbaar en herkenbaar verleden ook als bron van inspiratie en is het een reden om trots op te zijn voor de mensen die er nu wonen en werken. Het verrassend rijke bodemarchief dat tevoorschijn is gekomen tijdens de opgravingen, vraagt om een coherente visie voor het onderzoek van bedreigde vindplaatsen in de toekomst. Daarbij dienen beheer en onderzoek binnen een regionaal kader te worden geplaatst waarbij het cultuurlandschap het uitgangspunt is. Dit boek is ook een blijk van de rijke geschiedenis van Breda en het maakt onze gemeente nog meer tot een bijzondere woonplaats met een bijzonder karakter. Ik wens U veel genoegen bij het lezen van deze belangwekkende publicatie die hopelijk gevolgd zal worden door een vervolgpresentatie van de resultaten van het ver- dere archeologische onderzoek in onze gemeente. De geschiedenis van Breda-West en de mensen die er geleefd hebben is hierbij vastgelegd. Dat is van belang voor hen die al tijden hier wonen, maar ook voor alle nieuwkomers. Het biedt een mogelijkheid om zich hier verder thuis te voelen. Drs. A.C.A.M. Adank Wethouder Economische zaken, Cultuur en Grondbedrijf, gemeente Breda Inhoud Voorwoord ix 1 Inleiding 1 C.R. Brandenburgh 1.1 Inleiding 1 1.2 Van bestemmingsplan tot opgraving: archeologisch onderzoek in relatie tot de ruimtelijke ordening 2 1.3 Doelstellingen van onderzoek en rapportage 9 1.4 Administratieve gegevens van de onderzochte locaties 11 1.5 Leeswijzer 11 1.6 Organisatie en dankwoord 12 2 Formatieprocessen: de genese van archeologische data 15 C.R. Brandenburgh & L.I. Kooistra 2.1 Inleiding 15 2.2 De waardebepaling van de archeologische bronnen 16 2.3 De operationalisering van de onderzoeksdoelstellingen 19 2.4 Uitwerking en analyse 28 2.5 Evaluatie en conclusies 35 3 Landschap en vegetatieontwikkeling 37 C.R. Brandenburgh & L.I. Kooistra 3.1 Inleiding 37 3.2 Het abiotisch landschap 38 3.3 Vegetatiegeschiedenis 43 3.4 Conclusie en vergelijking met andere microregio's in Brabant 52 4 Bewoningsporen uit de periode Laat-Neolithicum - Midden-Bronstijd (2850-1100 v.Chr.) 55 R. Berkvens, C. R. Brandenburgh & C. W. Koot 4.1 Inleiding: de archeologische prelude van de bewonings- geschiedenis 55 4.2 Huizen 57 4.3 Bijgebouwen 63 4.4 Waterkuilen 65 4.5 Kuilen 67 4.6 Vier begravingen uit de Midden-Bronstijd 73 4.7 Conclusies en slotbeschouwing 75 5 Materiële cultuur uit de periode Laat-Neolithicum - Midden-Bronstijd 79 A.A. Koster, E. Taayke & R. Berkvens 5.1 Inleiding 79 5.2 Metaal 79 5.3 Aardewerk 80 5.4 Natuursteen 84 5.5 Vuursteen 87 6 Bewoningsporen uit de periode Late Bronstijd - Midden-IJzertijd (1100-400 v.Chr.) 94 R. Berkvens 6.1 Inleiding: Breda-West krijgt vorm 94 6.2 Sporen en structuren 96 6.3 Huizen 99 6.4 Bijgebouwen en spiekers 118 6.5 Waterputten en waterkuilen 130 6.6 Kuilen 138 6.7 Conclusies en slotbeschouwing 147 7 De urnenveldgraven en jongere begravingen 151 R. Berkvens 7.1 Inleiding: de historisch-archeologische context 151 7.2 De graftypen in Breda-West 153 7.3 Grafstructuren op Emerakker 157 7.4 Grafstructuren op Huifakker 157 7.5 De dodenakker op Steenakker 158 8 Het aardewerk uit de periode Late Bronstijd - Midden-IJzertijd 167 E. Taayke 8.1 Late Bronstijd (ca. 1100/1050 - 800/750 v.Chr.) 167 8.2 Aardewerk uit de Vroege IJzertijd 168 8.3 Midden-IJzertijd 176 9 Materiële cultuur uit de periode Late Bronstijd - Midden-IJzertijd 179 R. Berkvens 9.1 Inleiding 179 9.2 Metaal en metaalbewerking 179 9.3 Voorwerpen van klei 181 9.4 Natuursteen 184 10 De laat-prehistorische bewoning: interpretatie en conclusies 191 R. Berkvens & L. I. Kooistra 10.1 Inleiding 191 10.2 Chronologie en verspreiding van de bewoningssporen 192 10.3 De landbouwgeschiedenis van Breda-West in de late prehistorie 195 10.4 Het laat-prehistorisch cultuurlandschap 199 10.5 Economie 207 10.6 Enkele opmerkingen in een regionaal perspectief 208 11 Bewoningssporen uit de periode Late IIzertijd - Romeinse Tijd (250 v.Chr. - 450 n.Chr.) 211 R.D. Hoegen 11.1 Inleiding 211 11.2 Huisplattegronden 212 11.3 Spiekers en bijgebouwen 240 11.4 Hutkommen 246 11.5 Waterputten en waterkuilen 252 11.6 Kuilen 263 11.7 Greppels 268 12 Het handgevormde aardewerk uit de periode Late IJzertijd - Romeinse Tijd 273 E. Taayke 12.1 Late Ijzertijd (250-12 v.Chr.) 273 12.2 Vroeg- en Midden-Romeinse Tijd (7 v.Chr. - 270 n.Chr.) 274 12.3 Laat-Romeinse Tijd (270-450 n.Chr.) 277 13 Het gedraaide aardewerk uit de Romeinse Tijd 281 H. van Enckevort Met een bijdrage van M. Driessen over versierde terra sigillata 13.1 Inleiding 281 13.2 Terra sigillata 282 13.3 Belgische waar 287 13.4 Geverfd aardewerk 293 13.5 Gladwandig aardewerk 296 13.6 Amforen 299 13.7 Wrijfschalen 301 13.8 Dolia 306 13.9 Ruwwandig aardewerk 308 13.10 Waaslands aardewerk 316 13.11 Varia 339 13.12 Het 'romeinse' aardewerk van Steenakker en Huifakker 341 14 Voorwerpen van metaal, glas, steen en aardewerk uit de Late IJzertijd en de Romeinse Tijd 359 R.D. Hoegen, A.A. Koster & H. van Enckevort 14.1 Inleiding 359 14.2 Glas 359 14.3 Metaal 362 14.4 Steen 369 14.5 Baksteen 373 14.6 Keramische voorwerpen 375 15 De Romeinse Tijd: interpretatie en conclusies (synthese) 377 R.D. Hoegen, L.I. Kooistra & C. W. Koot 15.1 Inleiding 377 15.2 Fasering en verspreiding van bewoningssporen 378 15.3 De landbouwgeschiedenis van Breda-West in de vroeg-historische tijd 382 15.4 Van nederzettingspatroon naar nederzettingssysteem; de bewoningsgeschiedenis van Breda-West 387 16 Nederzettingsporen uit de Vroege Middeleeuwen (450-1050 n.Chr.) 397 R. Berkvens & E. Taayke 16.1 Inleiding: de historisch-archeologische context 398 16.2 Steenakker 400 16.3 Huifakker 412 16.4 Emerakker 416 16.5 Handgevormd aardewerk 418 16.6 Slotbeschouwing 418 17 Nederzettingssporen uit de Late Middeleeuwen (1050-1500 n.Chr.) 425 R. Berkvens 17.1 Inleiding: de historische context 425 17.2 Huisplattegronden, bijgebouwen en kuilen 428 17.3 Spitsporen 431 17.4 Greppels 431 17.5 Karrensporen 432 17.6 Slotbeschouwing 434 18 De sporen van het beleg van Breda in 1625 en 1637 437 R. D. Hoegen & H. de Kievith 18.1 Inleiding 437 18.2 De greppels van de belegeringslinies 437 18.3 Het legerkamp uit 1637 op Steenakker 443 18.4 Materiële cultuur 449 18.5 Slotbeschouwing 457 Nawoord 459 Literatuur 461 Bijlagen 1 Onderzoeksteam 485 2 Interne rapporten en artikelen 487 3 Catalogus metalen voorwerpen 489 4 Botanie 497 5 Handgevormd aardewerk CD-ROM 6 Gedraaid aardewerk CD-ROM Kaartbijlagen 1 Late Bronstijd - Midden-IJzertijd 2 Late IJzertijd - Romeinse Tijd 3 Moskes, alle-sporenkaart 4 Steenakker, alle-sporenkaar 5 Huifakker, alle-sporenkaart 6 Adr. Klaassenstraat, alle-sporenkaart 7 Emerakker, alle-sporenkaart CD-ROM Gemeente Breda Breda/Rijksdienst voor het Oudheidkundig bodemonderzoek;  |
3. |
![]() |
Boeknummer: 00087
Collecties verzameld. Inventarisatie collecties Heemkundekringen NB (met portret van Ad van Melis) Historie -- Breda, erfgoed (2011) [M. Brederoo, S. Ticheloven] Collecties verzameld. De Erfgoedmonitor. Voorwoord Vaak worden ideeën voor projecten in huis of achter een bureau geboren. Vervolgens is het een hele uitdaging om zo’n project dan in het veld uit te gaan zetten. In het geval van het project Erfgoedmonitor heeft die uitdaging een bijzonder tintje gekregen, omdat we voor het eerst heemkundekringen hebben benaderd met vragen rondom hun collecties. Zouden die Brabantse kringen eigenlijk wel willen meedoen? Die koudwatervrees is volledig weggenomen door de vaak hartverwarmende reacties die de projectmedewerkers te velde kregen. Zij voelden zich gedurende het project overal bijzonder welkom. De respons van de heemkundekringen was groot en daarmee is het project Erfgoedmonitor eigenlijk op voorhand al geslaagd. De aandacht die vanuit Erfgoed Brabant aan de collecties van de heemkundekringen is besteed, is als buitengewoon positief ervaren, zo blijkt uit de inventarisatie. Hoewel er niet altijd direct winst op korte termijn valt te behalen, voelen vele heemkundigen zich duidelijk gehoord en gekend. De inventarisatie heeft een duidelijk toenemend bewustzijn van hun rol in de samenleving teweeggebracht. Graag wil ik iedereen bedanken voor de bereidwillige medewerking aan het welslagen van het project Erfgoedmonitor. Een kijkje in de keuken van de heemkundekring heeft bruikbare recepten voor de toekomst opgeleverd! Een speciaal woord van dank gaat uit naar projectleider Monique Brederoo en haar veldmedewerkers Sabine Ticheloven en Maurice Wery. Patrick Timmermans, Directeur Erfgoed Brabant Erfgoedmonitor.;  |
4. |
![]() |
Boeknummer: 00116
Mensen uit de kringen van Brabants Heem. De Heemkinderen, deel 1 Historie -- Breda, erfgoed (2004) [Cees Slegers] Mensen uit de kringen van Brabants Heem. De Heemkinderen, deel 1 Inleiding ‘Delven wij waar wij staan, want waar wij staan is Klondyke.’ Deze regel van Gerard Bruning werd gebruikt door een van de founding fathers van de heemkunde in Brabant, de norbertijn dr. Hugo Heijman, archivaris en bibliothecaris van de abdij van Berne in Heeswijk, in zijn toespraak voor het Provinciaal Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen in 1941 in ’s-Hertogenbosch. Met de verwijzing naar het Amerikaanse gouddelversstadje in Alaska bedoelde Bruning dat je het geluk niet te ver moet zoeken; 'begin maar te graven waar je staat'. Hoewel het graven en de archeologie in de begintijd van Brabants Heem een voorname plaats innam, wilde men toch van het begin af aan duidelijk maken dat heemkunde meer was dan archeologie. Het zou de kennis van het heem in al zijn aspecten moeten zijn. De archeologie, de natuurlijke historie, de relicten van de vroegste bewoners, de volksge- bruiken en de kunst, de monumenten, de geografie, de taal, de toponiemen, de genealogie en de geschiedenis van de bewoners van een bepaalde stad, dorp of regio vormden de ob- jecten voor de heemkundigen. Omdat niemand dit hele scala kan omvatten, waren er in de heemkunde altijd veel specialisten. Toch waren er ook steeds mensen, die door een tomeloze nieuwsgierigheid gedreven, alles van hun regio wilden weten. Kempen Uitgevers Zaltbommel;  |
5. |
![]() |
Boeknummer: 00338
Kloosterboek Historie -- Breda, erfgoed (1993) [Buurtcomitee Hyacinthplein Breda] Geschiedenis van het Benedictinessenklooster aan de Gen.Maczekstraat te Breda INHOUD De geschiedenis van de orde der benedictinessen van het H.Sacrament 4 Ooggetuige 1 6 Het leven van de Benedictinessen van het H.Sacrament 7 Dagindeling 9 Priorinnen 9 De bouwgeschiedenis van het klooster 10 Ooggetuige 2 10 Ooggetuige 3 12 De architectuur van het kloostergebouw 14 Ooggetuige 4 14 Kladden op een kloostermuur 16 Ooggetuige 5 18 Kolom van Eerherstel 18 Glas-in-loodraam 18 Fotoreportage 19 Na het vertrek van de zusters 48 Kloosterkapel als bijzondere lokatie voor het Zuidelijk Toneel 51 Colofon 52 Inleiding Kloosterboek In 1926 namen de Zusters Benedictinessen van de Altijddurende Aanbidding hun intrek in het nieuwe klooster 'Manna Absconditum' aan de Generaal Maczekstraat in Breda. Eind 1989 trokken de 27 ovegebleven zusters de kloosterdeur voorgoed achter zich dicht en vestigden zich in Baarle Nassau, zo'n 20 km. van Breda. Ruim 63 jaar kloosterleven van in totaal zo'n 70 zusters onttrok zich al die tijd nagenoeg geheel aan het oog van de Bredase burgers. Zoals ook de buitenwereld niet kon binnendringen in het domein van de zusters, die zich volledig overgaven aan hun Altijddurende Aanbidding van het Heilig Sacrament. Fotografe Bea Hoeks-De Laat kreeg in opdracht van het Bredase gemeentearchief in 1989 als eerste toestemming om het dagelijks leven van de zusters in beeld te brengen. Het resultaat: een unieke, sfeervolle reportage over het klooster en zijn godsvruchtige bewoonsters. Samen met een uitgebreide historische schets van het klooster inclusief oude foto's, teksten en tekening, Is een keuze uit deze reportage gebundeld in dit kloosterboek. Deze uitgave is de tweede In een reeks publicaties van het Buurtkomitee Hyacintplein. Eerder verscheen, onder verantwoordelijkheid van dezelfde redaktie het buurtboek, dat als ondertitel meekreeg: 'van rozen en hyacinten. Een bloemlezing'. In deze vergelijkbare uitgave zijn de geschiedenis van deze buurt, de architectuur, de oorlogsjaren, de huidige situatie en tal van anecdotes en bijzonderheden op een zeer leesbare manier beschreven. Waarom een buurtkomitee zulke publicaties uitgeeft? Omdat er sprake is van een grote betrokkenheid bij de leefbaarheid in de buurt. Het op een toegankelijke wijze beschrijven van de eigen geschiedenis is één van de mogelijkheden om deze betrokkenheid tot uitdrukking te brengen. Het klooster 'Manna Absconditum' is gelegen aan de rand van de buurt, waarin het Hyacintplein centraal gelegen is. Een bijzondere reden voor de publicatie van dit boek is gelegen in de heftige diskussie die wordt gevoerd over de toekomstige bestemming van het klooster, waarbij zelfs een gedeeltelijke sloop van dit monu- mentale en gezichtsbepalende gebouw wordt overwogen. Dit kloosterboek Is geschreven voor allen die betrokken zijn bij het kloosterleven in het algemeen en dit Bredase klooster In het bijzonder. Buurtkomitee Hyacintplein Voorwoord Toen de redaktie mij verzocht een voorwoord in dit boek te schrijven was ik daar graag toe bereid omdat wij in het klooster aan de Generaal Maczekstraat tot september 1989 met soms meer dan 60 zusters heel gelukkig hebben gewoond. Ons kloosterleven vraagt om beslotenheid met toch een zekere mate van vrijheid en dat was daar aanwezig. Voor buitenstaanders mocht het klooster misschien wat strak en afstotend overkomen, van binnen werd er echt geleefd. Het was voor ons een moeilijk besluit om het klooster te verlaten. Daar gingen enkele jaren van overleg door de kloostergemeenschap en gesprekken met deskundigen aan vooraf. Voordat wij weggingen kregen we het verzoek van het gemeentearchief Breda om een fotoreportage te mogen maken van ons klooster. Fotografe Bea Hoeks-De Laat heeft die opdracht uitgevoerd met buitengewoon veel gevoel voor de harmonieuze eenvoud die er in en rond het kloostergebouw heerste. 18 September 1989...de verhuiswagen staat om 7 uur voor de deur, klaar om de gehele inboedel over te brengen naar ons nieuwe klooster in Baarle Nassau. Dit karwei duurde een volle week. Nu het allemaal achter de rug is, kunnen we slechts zeggen dat we toch blij zijn dat het gebouw zo intensief gebruikt wordt door een grote groep mensen die, naar hun zeggen, nog steeds iets proeven van de rust en de sfeer van de vorige bewoonsters. Zuster Gertrudis, Priorin. Buurtcomitee Hyacinthplein;  |