Een Lady op Boschdal
Inhoudsopgave
Voorwoord......................................................................... 5
Inleiding......................................................................... 6
Stamboom van de familie zoals deze in het boek wordt beschreven................... 8
Geschiedenis rond 1860............................................................ 9
I. De uitnodiging........................................................... 17
II. Voorbereiding voor de reis naar Nederland................................ 22
III. De overtocht naar Oostende en de verdere reis............................ 26
IV. Antwerpen................................................................ 30
V. Onze nieuwe kamers....................................................... 35
VI. Het vertrek naar Nederland............................................... 40
VII. Boschdal................................................................. 47
VIII. Mijn nichtjes............................................................ 50
IX. De eerste avond.......................................................... 55
X. Het tweede ontbijt....................................................... 59
XI. Mijn appeltaart.......................................................... 63
XII. Het ontbijt te Chaam..................................................... 68
XIII. Een zondag in Breda...................................................... 73
XIV. De avond van het verjaardagsfeest........................................ 78
XV. De aankomst.............................................................. 82
XVI. De picknick.............................................................. 87
XVII. Onder’t lommer........................................................... 92
XVIII. De bui................................................................... 96
XIX. De nacht in de boerderij................................................ 100
XX. Margaretha’s beproeving................................................. 103
XXI. Gustaaf................................................................. 107
XXII. Arme Margaretha......................................................... 111
XXIII. Het kersenfeest.......................................................... n5
XXIV. Adolf van Gijsbregt van Zuylen.......................................... 119
XXV. De gezant en zijn gezin................................................. 123
XXVI. Ziekte op Boschdal...................................................... 128
XXVII. De geschiedenis van Anton............................................... 130
XXVIII. Mijn verloving........................................................... 135
XXIX. Terug in Antwerpen...................................................... 140
XXX. Mijn nichten te Antwerpen............................................... 144
XXXI. Brussel................................................................ 148
XXXII. Geciteerde werken...................................................... 152
XXXIII. Situatieschets rond 1864 van station Princenhage naar Beek............... 156
XXXIV. Omgeving kasteel Boschdal rond 1864................................... 157
XXXV. Stamboom Van Aylva Rengers, Van Bijlandt en Christian.................... 158
XXXVI. Verantwoording......................................................... 159
Voorwoord
Aan de noordkant van ons dorp ligt nu een golfcomplex met de naam: Landgoed Bosdal.
Op die plek stond tot 1948 het kasteel Boschdal. Een kasteel met een zeer gevarieerd en interessant verleden. Mede door de adellijke bewoners, de familie Van Aylva Rengers -
van Bijlandt.
En over hen gaat nu juist dit boek. Het was - zeker voor die tijd - toch wel bijzonder, dat zij bezoek kregen van familie uit het buitenland. Een nicht van mevrouw Van Aylva Rengers,
de Engelse mevrouw Traherne, was reislustig, wilde wat van de wereld zien en bracht zodoende in 1864 een zomer door op kasteel Boschdal. Over haar ervaringen tijdens de
reis en haarverblijf in Beek schreefzij in romanvorm een boek, waarin zij zelf als Alma de hoofdrol vervult. Om voor haar belangrijke redenen heeft zij niet helemaal de realiteit
willen weergeven en hier en daar wat dingen anders beschreven.
Natuurlijk wekt dit meteen de belangstelling van een heemkundige en dan ga je op zoek naar dit historische pareltje. Het geeft ons immers een uniek inkijkje in de wereld van toen.
De leefwereld van een adellijke familie op het platteland en die van dorpsbewoners en dat in ons eigen Prinsenbeek. Hoewel het enige moeite kostte om nog een exemplaar van dit
inmiddels zeldzaam geworden boek te achterhalen, zijn wij verheugd dat het gelukt is. En het blijkt ook nog een bijzonder verhaal te zijn.
Onze bedoeling was dan ook hiervan iedereen deelgenoot te maken en dit boek in een hedendaagse bewerking opnieuw uit te brengen. Wij zijn daarom heel blij dat Petra
Cornelisse hiertoe bereid was. Dat heeft de nodige inspanning gekost, maar mede door de vakkundige tekstadviezen van Nannie van Berkum en het historisch onderzoek van Sjoerd
Eeftens is dit prima gelukt.
Jan Tankink heeft het boek met fraaie romantische illustraties opgeluisterd, waardoor het niet alleen het lezen maar ook het bekijken meer dan waard is.
Ook is deze heruitgave een waardevolle aanvulling op de eindeloze weg van de geschiedschrijving van Prinsenbeek.
Dankzij Petra, Nannie, Jan en Sjoerd bent u nu ook in staat om mee te genieten. Het bestuur van Heemkundekring Op de Beek is hun daar -samen met u - dankbaar voor.
Met gepaste trots wordt u dit boek ter lezing en kijkgenot aanbevolen.
Ad van Melis
Voorzitter Heemkundekring Op de Beek.
Inleiding
“Het doel, door mij beoogd met het uitgeven van de volgende schets van het huishoudelijk leven in een der voornaamste Nederlandsche familiën, is aan te toonen, dat het onderwijs
der meisjes in de meest alledaagsche huiselijke bezigheden in Nederland voor de vorming van een echt vrouwenkarakter noodig wordt geacht. ”
Zo begint het voorwoord van Harriet MargaretAnne Traherne, geschreven in januari 1889 in Crickhowell, South Wales.
Het is een roman. Dat impliceert dat de inhoud niet op de waarheid hoeft te berusten. Maaralle belevenissen van de hoofdpersoon zijn wel zo gedetailleerd, dat ze als
doorzichtig vloeipapier over de werkelijke geschiedenis gelegd kunnen worden.
Treffend zijn dan ook haar eerste woorden: ‘een schets van [...] een der voornaamste Nederlandsche familiën’, want dat op kasteel Boschdal een zeer belangrijke familie
woonde, staat buiten kijf. In de Adelsboeken wordt de familienaam genoemd en geroemd [i]. Maar deze familie is slechts rijk van titel, niet van geld. De hoofdpersoon Alma, die ons
meeneemt tijdens haar bezoek aan Boschdal, komt hier al snel achter.
In dezelfde zin onthult Traherne nog iets: ze wil aantonen dat voor het vormen van een echt vrouwenkarakter onderwijs nodig is. Wonderlijk hoe ze dit bij het rechte eind had.
Maar misschien niet geheel op de wijze die ze zelf bedoelde. De familie vond het belangrijk dat men zich richtte op de bijbel, dat de talen goed beheerst werden, maar dat men zich
niet te min voelde om ook huishoudelijke klusjes uit te voeren.
Ook laat Traherne in haar verslag duidelijk merken hoe een dame van stand zich zou moeten ontwikkelen: tot het in acht nemen van heilige principes als opofferingsgezindheid
en lijdzaamheid. Helaas zaten daar weinig tot geen levenslessen buiten de beschermde wereld van Boschdal bij. Dus toen de vader en patriarch van Boschdal, Lamoraal Hans
Willem van Aylva Baron Rengers, in 1866 overleed, ging de familie snel te gronde.
De familie gaat ten onder zodra de inkomsten van de baron wegvallen, waarbij ze op tragische wijze ook hun enig overgebleven waarde - een goede naam - verliezen.
Het boek, A summer in a Dutch country house, is in 1889 in het negentiende-eeuws Nederlands verschenen. Wij maakten er een hedendaagse vertaling van die u zal
meevoeren naar het leven op stand rond 1860. Het geeft een prachtig inzicht in het ooit zo belangrijke Boschdal en de levens die daar geleefd werden.
Dit boek zal een onderdeel worden van een drieluik. In dit eerste deel beschrijft Alma in detail hoe haar reis naar het verre Nederland verliep en welke avonturen hier werden
beleefd. De lezer krijgt een fantastisch inkijkje in het leven van de bewoners op Boschdal in hun gelukkigste jaren. Van het harde oude leven in Den Haag, waar de tante van Alma in
dit boek aan refereert, is geen sprake meer. Ze hebben hun draai op Boschdal gevonden en leven in harmonie met elkaar samen.
In deel twee hertalen we een andere belangrijke roman, geschreven door de Nederlandse schrijfster Louise Stratenus, een tijdgenoot van Harriet Margaret Anne Traherne. Die roman
sluit naadloos aan op deze eerste, maar geeft inzicht in de levens op Boschdal in de jaren direct nadat Alma is teruggekeerd naar Engeland. Dooreen ongekende samenloop van
omstandigheden overlijden zowel Lamoraal Hans Willem van Aylva Rengers, de patriarch van de familie, als de oudste en enig overgebleven zoon binnen vier dagen na elkaar.
Door het ontbreken van mannen die het gezin konden leiden, blijft de tante met haar dochters stuurloos achter. Wat er vervolgens aan afschrikwekkende gebeurtenissen
plaatsvindt, belicht Stratenus op meesterlijke wijze.
Het derde deel geeft alle achtergrondinformatie weer die we gedurende de vertalingen van de eerste twee boeken hebben gevonden in de vele archieven. Het is veel te veel om op te
sommen en te verwerken in de eerste twee boeken, zoals we in eerste instantie van plan waren. Er moet nog heel veel worden bekeken en vertaald om ons een nauwkeurig beeld
van de werkelijkheid te kunnen vormen. Maar we weten zeker dat dit laatste deel een mooi sluitstuk gaat vormen over Boschdal en op vele vragen antwoord zal bieden, zodat de rijke
geschiedenis van Boschdal en zijn bewoners niet stoffig in de archieven achterblijft maar gedeeld en doorgegeven kan worden.
Op de volgende pagina staat de stamboom van de familie zoals deze in het boek wordt geschetst. Helemaal achterin dit boek is de stamboom te vinden zoals de familie in
werkelijkheid aan elkaar gerelateerd was.
Dit boek is via deze link verkrijgbaar in de winkel van Heemkundekring Op de Beek.