![]() |
![]() |
HEEMKUNDEKRING
|
![]() |
![]() |
Heemkundekring 'Op de Beek' → Beeldbank Bibliotheek → Zoekresultaat |
Aantal gevonden publicaties : 13 (uit: 659)
|
||
|
Klik op publicatie voor vergroting en meer informatie
1. |
![]() |
Boeknummer: 00564
Breda - Prinsenbeek. Plangebied Westrik Historie -- Archeologie (2019) [M. Pieters, M. Kooi] Breda - Prinsenbeek. Plangebied Westrik. Proefsleuvenonderzoek en opgraving. BAAC-rapport A-17.0127?A-18.0025 Inhoud ■ Samenvatting 7 1 ■ Inleiding 9 1.1 Aanleiding 9 1.2 Ligging en aard van het terrein 11 1.3 Administratieve gegevens 11 1.4 Leeswijzer 12 2 ■ Onderzoekskader 13 2.1 Landschappelijke achtergrond 13 2.2 Archeologische achtergrond 15 2.3 Historische achtergrond 16 2.4 Onderzoeksvragen 16 2.5 Werkwijze 19 2.5.1 Veldwerk 19 2.5.2 Uitwerking 21 3 ■ Resultaten 23 3.1 Bodemopbouw 23 3.2 Sporen 24 3.3 Vondsten 33 4 ■ Synthese 37 5 ■ Literatuur en bronnen 39 6 ■ Lijst van afbeeldingen 41 ■ Bijlagen 43 Bijlage 1 Geologische en archeologische tijdvakken Bijlage 2 Onderzoeksvragen uit het Programma van Eisen Bijlage 3 Sporenlijst Bijlage 4 Vondstenlijst Bijlage 5 Resultaten C14-onderzoek Bijlage 6 Allesporenkaart met structuren Bijlage 7 Allesporenkaart met datering van de greppels Bijlage 8 Allesporenkaart met spoornummer (digitaal) Samenvatting In opdracht van Giesbers Beheer heeft BAAC een proefsleuvenonderzoek en een opgraving uitgevoerd in plangebied Westrik te Prinsenbeek gemeente Breda. De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen bouw van woningen in het plangebied waarbij een gerede kans bestaat dat archeologische waarden vernietigd zullen worden. Het plangebied Westrik te Prinsenbeek bevindt zich ten zuiden van de bebouwde kom van Prinsenbeek, in de gemeente Breda. De bodem bestaat uit een natuurlijke veldpodzolbodem die wordt afgedekt door een dik cultuurdek. De natuurlijke bodem is antropogeen beïnvloed door ontwatering, verploeging en dergelijke. Bij diverse archeologische onderzoeken die hebben plaats gevonden binnen een kilometer van het plangebied zijn resten gevonden van bewoning van de bronstijd tot en met de nieuwe tijd. Het plangebied bestaat vrijwel geheel uit akkercomplexen, het oostelijk deel ligt ter hoogte van het gehucht Westrik. Op de kadastrale minuut is te zien dat het Vaareind en een weg door de meest zuidwestelijke hoek van het plangebied loopt, verder zijn alleen perceelgrenzen te zien op het minuutplan. is In november en december 2017 is een proefsleuvenonderzoek in het plangebied uitgevoerd. Naar aanleiding van de evaluatie van de resultaten van het proefsleuvenonderzoek is een klein gedeelte van het plangebied opgegraven in februari 2018. Uit het proefsleuvenonderzoek is gebleken dat zich in het plangebied drie vindplaatsen bevinden. Vindplaats 1 bestaat uit ontginningssporen uit de (late middeleeuwen-) nieuwe tijd, vindplaats 2 bestaat uit een cluster paalkuilen die een gebouw (berg) vormen uit de late middeleeuwen - nieuwe tijd en vindplaats 3 bestaat uit een erf (paalkuilen, kuilen en een waterput) uit de nieuwe tijd. Vindplaats 3 is als behoudenswaardig aangemerkt op basis van de criteria zoals gesteld in de KNA. Het advies van BAAC luidde daarom deze vindplaats in situ te behouden, of wanneer dat niet mogelijk was de vindplaats op te graven (behoud ex situ). De bevoegde overheid heeft besloten vindplaats 3 en een (gedeelte) van vindplaats 2 op te graven. Bij de opgraving van vindplaats 2 zijn resten gevonden van een gehoekte berg, een gebouw dat onder andere werd gebruikt voor de opslag van hooi of graan. Daarnaast zijn tijdens de opgraving drie paalsporen gevonden van een spieker, een vierde paalspoor is subrecentelijk vergraven. Ook zijn de resten van een afrastering gevonden die parallel loopt aan een greppel. Vondsten zijn met name afkomstig uit de greppels en kunnen gedateerd worden in de late middeleeuwen en de nieuwe tijd. Twee C14-monsters uit de gehoekte berg leiden tot een datering tussen 1276 en 1382. De resten van vindplaats 3 die zich binnen het onderzoeksgebied bevinden zijn opgegraven, met uitzondering van de waterput. Het opgraven van de kuilen en de losse paalkuil heeft geen aanvullende informatie opgeleverd over de functie van deze sporen. Voor de waterput is, in overleg met het bevoegd gezag, besloten deze in situ te behouden. 1.1 Aanleiding In opdracht van Giesbers Beheer heeft BAAC (onderzoeks- en adviesbureau voor Bouwhistorie, Archeologie, Architectuur- en Cultuurhistorie) een proefsleuvenonderzoek en een opgraving uitgevoerd in plangebied Westrik te Prinsenbeek, gemeente Breda. De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen bouw van woningen in het plangebied waarbij een gerede kans bestaat dat archeologische waarden vernietigd zullen worden. Dit onderzoek is uitgevoerd in twee fasen. Op basis van het proefsleuven- onderzoek, dat is uitgevoerd in november en december 2017, zijn drie archeo- logische vindplaatsen vastgesteld. Vindplaats 1 bestaat uit ontginningssporen uit de late middeleeuwen en de nieuwe tijd, vindplaats 2 betreft een cluster paalkuilen die een structuur vormen uit de late middeleeuwen - nieuwe tijd, vindplaats 3 is een erf uit de nieuwe tijd. Na waardering van de vindplaatsen in de evaluatiefase', zijn vindplaatsen 2 en 3, in het oosten van het plangebied, behoudenswaardig geacht en dientengevolge onderzocht door middel van een opgraving. De opgraving vond plaats in februari 2018. In dit rapport zullen de resultaten van zowel het proefsleuvenonderzoek als de opgraving worden besproken. Voorafgaand aan het proefsleuvenonderzoek is door de gemeente Breda een Programma van Eisen opgesteld.2 Hieruit is gebleken dat het plangebied op de Archeologische Beleidskaart Breda voornamelijk een hoge verwachting heeft op het aantreffen van archeologische waarden. Een strook in het zuidelijke en noordwestelijke deel van het plangebied heeft een middelhoge verwachting. In het noordwestelijke deel, op de overgang van een hoge naar middelhoge verwachting, heeft een klein gebied een lage verwachting. In de omgeving van het plangebied zijn bij verschillende archeologische onderzoeken archeologische resten aangetroffen. Direct ten oosten van het plangebied bijvoorbeeld, op het Saval-terrein, is een proefsleuvenonderzoek en opgraving uitgevoerd (BR-87- 04/05). De oudste bewoningssporen die hier zijn aangetroffen, stammen uit de vroege ijzertijd. In de midden- en late ijzertijd lijkt sprake te zijn van ten minste twee gelijktijdige boerderijen met bijgebouwen. Na de late ijzertijd wordt het terrein verlaten. In de volle middeleeuwen wordt het terrein opnieuw in gebruik genomen. Deze bewoning kan beschouwd worden als een voorloper van het gehucht Westrik dat uit historische bronnen bekend is. De bewoning wordt voortgezet tot in de late middeleeuwen of nieuwe tijd. Het proefsleuvenonderzoek vond plaats tussen 23 november en 1 december 2017 en de opgraving vond plaats tussen 8 en 13 februari 2018. Contactpersoon namens de opdrachtgever is 8. van Gerven.3 De bevoegde overheid voor dit project is F.J.C. Peters (gemeente Breda). Het veldteam stond onder leiding van Senior KNA-archeoloog M. Kooi, verder bestond het veldteam uitW. Kemme, D. Udo, M. Kalshoven, P. Kubistal, M. Mostent, M. Tump. C. Verbeek en M. Pieters. De graafmachine werd geleverd door T. Luijten en de machinist was T. Vercamme. Tijdens het veldonderzoek zijn geen specialisten ingezet. 1.2 Ligging en aard van het terrein Het plangebied ligt ten zuiden van de bebouwde kom van Prinsenbeek, in de gemeente Breda (afb. 1.1). Het terrein wordt aan de noord-, oost- en westzijde begrensd door de bebouwde kom van Prinsenbeek en aan de zuidzijde door de spoorlijn. Het plangebied is voor een groot deel onbebouwd en in gebruik als grasland. De oppervlakte van het plangebied bedraagt circa 9 ha. De oppervlakte van het onderzoeksgebied bedraagt circa 6500 m2. In het onderzoeksgebied zijn in totaal 54 proefsleuven met een totale oppervlakte van 5647 m2 onderzocht. Naar aanleiding van het proefsleuvenonderzoek is besloten dat de aangetroffen vindplaats verder onderzocht diende te worden door middel van een opgraving, die is uitgevoerd in twee fases. Bij fase 1 werd de helft van de werkputten aangelegd in een dambordpatroon. Indien de sporen aanleiding gaven tot verder onderzoek werden ook de tussenliggende werkputten aangelegd in fase 2. Op die manier is in totaal 8934m2 opgegraven. BAAC;  |
2. |
![]() |
Boeknummer: 00567
Breda Schoolstraat Prinsenbeek. Erfgoedrapport Breda 63 Historie -- Archeologie (2012) [drs. Joeske Nollen] Breda Schoolstraat Prinsenbeek. Inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven. Inhoudsopgave 1 Inleiding-7 2 Ligging en aard van het terrein - 9 3 Landschappelijke gegevens en historische context - 11 4 Archeologische achtergronden - 15 5 Doelstelling -17 6 Werkwijze - 21 7 Resultaten - 23 8 Conclusie - 27 9 Waardering en aanbeveling - 41 10 Literatuur - 43 Bijlage 1 Sporenlijst - 45 Bijlage 2 Vondstenlijst - 48 Bijlage 3 Aardewerk determinatielijst - 52 Bijlage 4 Glasinventarislijst - 55 Bijlage 5 Alle sporenkaart werkputten 1 en 2 - 56 Bijlage 6 Aile sporenkaart werkputten 3 en 6 - 57 Bijlage 7 Alle sporenkaart werkputten 4 en 5 - 58 Bijlage 8 Structuur 1 aangegeven op alle sporenkaart werkput 3-59 Bijlage 9 Alle sporenkaart met structuren in kleur - 60 INLEIDING In opdracht van de directie economische zaken en grondbedrijf afdeling vastgoed (voorheen ODB/VGEP/vastgoed) van de Gemeente Breda is op 19, 20, 23, 26, 27, 28 juli en op 18 en 19 oktober 2010 een inventariserend veldonderzoek (IVO) door middel van proefsleuven uitgevoerd op het terrein aan de Schoolstraat 2a t/m c in Prinsenbeek. Het plangebied ligt in het centrum van Prinsenbeek in de gemeente Breda en wordt begrensd door Gertrudislaan (W), Schoolstraat (Z), Markt (O) en de begraafplaats (N). Het plangebied maakt deel uit van de bebouwde kom van Prinsenbeek en was gedeel- telijk bebouwd en gedeeltelijk in gebruik als schoolplein en parkeerterrein. In hoeverre deze bebouwing de ondergrond heeft verstoord, is niet bekend. Het terrein ligt in een zone van hoge archeologische verwachting. Aanleiding voor het onderzoek is de geplande nieuwbouw van een woonzorgcentrum op het terrein, waarbij de ondergrond verstoord zal worden en de eventuele aanwezige archeologische resten beschadigt of vernietigt zullen worden. Het doel van het Inventariserende Veldonderzoek door middel van proefsleuven is op een snelle en betrouwbare wijze inzicht te verschaffen in de aanwezigheid van archeologische resten in het plangebied. Daarbij dient voldoende inzicht te worden gegeven in de inhou- delijke en fysieke kwaliteit van de mogelijk aanwezige bewoningssporen op de betreffende locatie (aard, ouderdom, omvang, gaafheid, conservering) teneinde tot een waardestelling te kunnen komen. Belangrijk is dat op basis van het inventariserende veldonderzoek een beslissing kan worden genomen of verder (vooronderzoek in het gebied noodzakelijk en verantwoord is. Gemeente Breda;  |
3. |
![]() |
Boeknummer: 00568
Breda Vianendreef 74 (P), Erfgoedrapport Breda 74 Historie -- Archeologie (2012) [drs. J. Nollen, L. de Jonge MA] Breda Vianendreef 74 (P). Inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven. Inhoudsopgave 1. Inleiding - 7 2. Ligging en aard van het terrein - 9 3. Landschappelijke gegevens en historische context - 11 4. Archeologische achtergronden - 13 5. Doelstelling - 15 6. Werkwijze-19 7. Resultaten - 23 8. Conclusie - 27 9. Waardering en aanbeveling - 29 10. Literatuur - 31 Bijlage 1 Sporenlijst - 33 Bijlage 2 Alle sporenkaart - 34 Bijlage 3 Kadastrale Minuut 1824 - 35 INLEIDING In opdracht van dhr. K. Berghuis is 22 juni 2011 een Inventariserend Veldonderzoek (IVO) door middel van proefsleuven uitgevoerd op het terrein aan de Vianendreef 74 te Prinsenbeek. Het plangebied ligt ten noordwesten van het centrum van de Gemeente Breda, en wordt begrensd door de Neelstraat, de Vianendreef en een perceelgrens. Het terrein is bebouwd en bestraat en deels in gebruik als tuin. Aanleiding voor het onderzoek is de toekomstige bouw van een woning. De bouwwerk- zaamheden zullen de eventuele aanwezige archeologische resten beschadigen of vernietigen.' Het doel van het inventariserende veldonderzoek door middel van proefsleuven is op een snelle en betrouwbare wijze inzicht te verschaffen in de aanwezigheid van archeologische resten in het plangebied. Daarbij dient voldoende inzicht te worden gegeven in de inhoudelijke en fysieke kwaliteit van de mogelijke aanwezige bewoningssporen op de betreffende locatie (aard, ouderdom, omvang, gaafheid, conservering) teneinde tot een waardestelling te kunnen komen. Belangrijk is dat op basis van het inventariserende veldonderzoek een beslissing kan worden genomen of verder (voor)onderzoek in het gebied noodzakelijk en verantwoord is. Gemeente Breda;  |
4. |
![]() |
Boeknummer: 00569
Prinsenbeek Vianendreef 87. Erfgoedrapport Breda 149 Historie -- Archeologie (2014) [Elisabeth de Nes MA] Prinsenbeek Vianendreef 87. Inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven. Inhoud 1. Inleiding........................................ 3 2. Ligging en aard van het terrein.................. 4 3. Landschappelijke gegevens en historische context 5 4. Archeologische achtergronden..................... 7 5. Doelstelling..................................... 8 6. Werkwijze en resultaten...........................11 7. Conclusie en aanbeveling..................................................13 8. Literatuur....................................... 14 Bijlage 1. Allesporenkaart Bijlage 2. Sporenlijst Bijlage 3. Vondstenlijst Inleiding In opdracht van dhr. L. Verhaar heeft de Afdeling Ruimte van de gemeente Breda op 12 februari 2014 een inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven (IVO-P) uitgevoerd aan de Vianendreef 87 te Prinsenbeek, gemeente Breda. De proefsleuven zijn aangelegd in het kader van de voorgenomen bouw van een woning. Voor de bouw van de woning zijn bodemverstorende werkzaamheden gepland die dieper gaan dan 0,30 meter onder maaiveld. Het plangebied ligt in de gemeente Breda, in een zone van middelhoge archeologische verwachting op de Archeologische Beleidskaart Breda. Door de nieuwbouw zal de ondergrond geroerd worden. Het was dan ook van belang de archeologische verwachting nader te toetsen en eventueel aan te treffen archeologische sporen en vondsten in kaart te brengen. Administratieve gegevens Provincie Noord-Brabant Gemeente Breda Plaats Prinsenbeek Toponiem Vianendreef 87 Objectcode BR-375-14 Centrumcoördinaten RD 107.456/401.171 Kaartblad 44C Onderzoeksmeldingsnr. 59998 Opdrachtgever Dhr. L. Verhaar Bevoegd gezag Gemeente Breda Uitvoerder Gemeente Breda, Afdeling Ruimte Senior archeoloog drs. Erik Peters Veldarcheologen Lina de Jonge MA, Elisabeth de Nes MA Veldtechnicus Alex Schut Ligging en aard van het terrein Het plangebied ligt ten westen van de stad Breda, aan de Vianendreef 87 te Prinsenbeek, gemeente Breda. Enkele meters ten noorden van het plangebied loopt de Vianendreef van west naar oost. Aan alle zijden is het terrein omgeven door perceelsgrenzen, alleen direct ten noorden van het plangebied staan huizen. Ten tijde van het onderzoek was het plangebied onbebouwd en in gebruik als grasland/weiland. Gemeente Breda;  |
5. |
![]() |
Boeknummer: 00570
Breda Zanddreef 20 (P). Erfgoedrapport Breda 191 Historie -- Archeologie (2016) [Lina de Jonge] Breda Zanddreef 20 (P). Inventariseren veldonderzoek door middel van proefsleuven. Inhoud 1. Inleiding....................................... 4 2. Ligging en aard van het terrein................. 5 3. Landschappelijke gegevens en historische context 6 4. Archeologische achtergronden.................... 7 5. Doelstelling.................................... 8 6. Werkwijze en resultaten........................... 11 7. Conclusie en aanbeveling......................... 14 8. Literatuur...................................... 13 Bijlage 1. Sporenlijst Bijlage 2. Vondstenlijst Bijlage 3. Aardewerkinventarisatielijst Bijlage 4. Allesporenkaart Inleiding In opdracht van dhr. Van den Broek heeft de Afdeling Ruimte van de gemeente Breda in maart 2016 een Inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven (IVO-P) uitgevoerd aan de Zanddreef 20 in Prinsenbeek. Het IVO-P is uitgevoerd naar aanleiding van de toekomstige bouw van een woning, waarbij bodemverstorende werkzaamheden zullen plaatsvinden die dieper gaan dan 0,30 meter onder maaiveld. (1. Craane en Peters 2015) Het plangebied ligt in een zone van middelhoge archeologische verwachting op de Archeologische Beleidskaart Breda. Door de nieuwbouw kunnen eventueel aanwezige archeologische sporen of vondsten verstoord worden. Het is dan ook van belang de archeologische verwachting nader te toetsen en eventuele archeologische sporen en vondsten in kaart te brengen. Administratieve gegevens Provincie - Noord-Brabant Gemeente - Breda Plaats - Prinsenbeek Toponiem - Zanddreef 20 Objectcode - BR-423-15 Noordcoördinaten RD - 106.910/401.353, 106.959/401.349 Zuidcoördinaten RD - 106.900/401.300, 106.958/401.289 Kaartblad - 44C Onderzoeksmeldingsnr. - 3299660100 Opdrachtgever - Dhr. Van den Broek Bevoegd gezag - Gemeente Breda Uitvoerder - Gemeente Breda, Afdeling Ruimte Senior archeoloog - drs. Joeske Nollen Veldarcheoloog - Lina de Jonge MA Veldtechnicus - John Harmanus Ligging en aard van het terrein Het plangebied ligt ten noordwesten van het centrum van de stad Breda aan de Zanddreef 20 in Prinsenbeek. Het betreft het perceel PSB00 H3332 dat in het oosten wordt begrensd door de Zanddreef. Bij aanvang van het onderzoek was het terrein in gebruik als. Het totale oppervlakte van het plangebied bedraagt 3000 m2, waarbinnen een bouwvlak van 490 m2 is gepland met een nieuwe woning van 148 m2. Gemeente Breda;  |
6. |
![]() |
Boeknummer: 00571
Breda Bugstsedreef 8. Erfgoedrapport Breda 113. Historie -- Archeologie (2013) [drs. J. Nollen, L. de Jonge MA] Breda Burgstsedreef 8. Inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven. Inhoudsopgave 1. inleiding- 11 2. ligging en aard van het terrein-13 3. landschappelijke gegevens en historische context- 15 4. archeologische achtergronden- 19 5. doelstelling- 21 6. werkwijze- 27 7. resultaten- 29 8. conclusie- 31 9. waardering en aanbeveling- 33 10. literatuur- 35 Bijlage 1: sporenlijst- 37 Bijlage 2: vondstenlijst en aardewerkdeterminatielijst- 38 Bijlage 3: allesporenkaart werkput 1 - 39 Bijlage 4: vlak- en maaiveldhoogtes in NAP- 40 INLEIDING In opdracht van Mevrouw van der Lee heeft de afdeling Ruimte van de gemeente Breda op dinsdag 9 juli 2013 een inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven uitgevoerd aan de Burgstsedreef 8 te Breda. Het plangebied was in gebruik als tuin. Aanleiding voor het onderzoek is de uitbreiding van een woning waarbij bodemverstorende werkzaamheden zullen plaatsvinden. De grondwerk- zaamheden zullen eventueel aanwezige archeologische resten beschadigen en vernietigen. Het doel van het inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven is op een snelle en betrouwbare wijze inzicht te verschaffen in de aanwezigheid van archeologische resten in het plangebied. Daarbij dient voldoende inzicht te worden gegeven in de inhoudelijke en fysieke kwaliteit van de mogelijk aanwezige bewo- ningssporen op de betreffende locatie (aard, ouderdom, omvang, gaafheid, conservering) teneinde tot een waardestelling te kunnen komen. Belangrijk is dat op basis van het inventariserend veldonderzoek een beslissing kan worden geno- men of verder (voor)onderzoek in het gebied noodzakelijk en verantwoord is. Administratieve gegevens Provincie Noord Brabant Gemeente Breda Plaats Breda Toponiem Burgstsedreef 8 Objectcode BR-358-13 Noord-coördinaten 110.283 / 403.414, 110.301 / 403.428 Zuid-coördinaten 110.297/403.396, 110.318/403.412 Kaartblad 44 D Onderzoeksmeldingsnummer 57478 Opdrachtgever Astrid van der Lee Bevoegd gezag Gemeente Breda Uitvoerder Gemeente Breda, Afdeling Ruimte Sr. Archeoloog drs. Joeske Nollen Veldarcheoloog Lina de Jonge MA Veldmedewerker John Harmanus, Alex Schut LIGGING EN AARD VAN HET TERREIN Het plangebied is gelegen ten zuidoosten van de huidige bebouwing op het perceel met nummer BDA OOI 2101 aan de Burgstsedreef 8 te Breda. Het terrein is nu gedeeltelijk bebouwd en gedeeltelijk in gebruik als tuin. De Burgstsedreef ligt ten noordwesten van het plangebied. Het plangebied wordt aan de zuid en oostkant begrensd door verschillende percelen die een agrarische functie hebben. Het plangebied heeft een oppervlakte van circa 640 m2 waarvan het grootste deel bebouwd gaat worden. Tijdens het inventariserend veldonderzoek is ongeveer 25 m2 onderzocht, dit is 4 procent van het te verstoren oppervlak van het plangebied. Gemeente Breda;  |
7. |
![]() |
Boeknummer: 00572
Vijver Liesboslaan Breda. Definitief archeologisch onderzoek. Historie -- Archeologie (2008) [drs. F. van Nuenen] Vijver Liesboslaan Breda. Definitief archeologisch onderzoek. BAAC onderzoeks- en adviesbureau 's-Hertogenbosch - Deventer BAAC rapport A-07.0292 Maart 2008 Archeologische Rapporten Breda 57 Inhoud 1 Inleiding 5 1.1 Algemeen 5 1.2 Ligging van het plangebied 5 1.3 Leeswijzer 5 1.4 Administratieve gegevens 6 2 Achtergrond 7 2.1 Geologische en bodemkundige achtergrond 7 2.2 Archeologische achtergrond 7 2.3 Historische achtergrond 8 2.4 Archeologische verwachting 9 3 Onderzoeksvragen 11 4 Werkwijze en archeologische methodiek 13 4.1 Werkwijze 13 4.2 Archeologische methodiek 14 4.2.1 Algemeen 14 4.2.2 Bemonstering 15 4.2.3 Meetsysteem 15 5 Resultaten 17 5.1 Algemeen 17 5.2 Bodemopbouw 17 5.3 Grondsporen en vondsten 19 5.3.1 Grondsporen 19 5.3.2 Vondsten 20 5.4 Interpretatie 20 6 Beantwoording onderzoeksvragen en aanbeveling 21 6.1 Beantwoording onderzoeksvragen 21 6.1.1 Landschap, flora en fauna 21 6.1.2 Bewoning/nederzetting 21 6.1.3 Verkaveling en infrastructuur 22 6.2 Aanbeveling 22 7 Samenvatting en conclusie 23 Literatuur 25 Verklarende woordenlijst 27 Bijlagen 29 - Bijlage 1 Contextenlijst 31 - Bijlage 2 Vondstenlijst 33 - Bijlage 3 Onderzoeksvragen van het Programma van Eisen 35 Algemeen In opdracht van de Ontwikkelingsdienst Breda, Vakdirectie Grondbedrijf, Economische zaken en Projectmanagement (contactpersoon: P. Verheijden) werd aan de Liesbos- laan in de gemeente Breda een opgraving uitgevoerd op de locatie van de geplande uitbreiding van een bestaande vijver. In het kader van dit project zou de bodem tot meerdere meters onder het maaiveld worden afgegraven. Deze grondwerkzaam- heden betekenden een potentiële bedreiging voor het bodemarchief, hetgeen voor het Bureau Cultureel Erfgoed (contactpersoon: H. Koopmanschap) van de gemeente Breda aanleiding was om voorafgaand aan de grondwerkzaamheden een archeolo- gisch onderzoek te laten uitvoeren.1 Dit onderzoek werd van 7-9 augustus 2007 uitgevoerd door het onderzoeks- en adviesbureau voor Bouwhistorie, Archeologie, Architectuur- en Cultuurhistorie (BAAC bv) te ’s-Hertogenbosch, conform de door het Bureau Cultureel Erfgoed en de KNA versie 3.1 opgestelde richtlijnen.2 Ligging van het plangebied Het plangebied ligt ten noorden van de Liesboslaan, juist ten zuiden van de Ettense- aan. Aan de westzijde ligt de bestaande vijver, terwijl aan de oostzijde een niet meer in gebruik zijnde naamloos weg ligt. Het plangebied maakt onderdeel uit van het voormalig tracé van de Leurse Baan. De wegverharding hiervan is reeds eertijds verwijderd. Het terrein is nu braakliggend en maakt een zeer rommelige indruk. Direct ten oosten van de bestaande vijver is een dam opgeworpen, terwijl het (deels) uitgegraven tracé van de Leurse Baan lager ligt. Administratieve gegevens Provincie: Noord-Brabant Gemeente: Breda Plaats: Breda Toponiem: Liesboslaan Datum onderzoek: 7 tot 9 augustus 2007 BAAC projectnummer: A-07.0292 BREDA Projectcode: BR-167-07 Coördinaten zuidoost hoek: 109534/399080 Coördinaten zuidwest hoek: 109519/399097 Coördinaten noordwest hoek: 109531 / 3999128 Coördinaten noordoost hoek: 109561 / 199122 Oppervlakte plangebied: circa 1500 m2 Oppervlakte onderzoeksgebied: Complextypen: circa 625 m2 greppelsystemen; nederzettingssporen Datering: LME/NT/Recent Onderzoeksmeldingsnummer: 23865 Soort onderzoek: Opgraving Opdrachtgever: Gemeente Breda, Ontwikkelingsdienst Breda, Vakdirectie Grondbedrijf, Economische zaken en Projectmanagement Contactpersoon: P. Verheijden Bevoegde Overheid: Gemeente Breda, Bureau Cultureel Erfgoed Contactpersoon: drs. J.P.C.A. Hendriks Bewaarplaats documentatie en vondsten: momenteel BAAC-kantoor te ’s-Hertogenbosch; worden binnen een jaar overgedragen aan het archeologisch depot van de gemeente Breda BAAC;  |
8. |
![]() |
Boeknummer: 00573
Landgoed Heilaar Breda Historie -- Archeologie (2007) [drs. F. van Nuenen] Landgoed Heilaar Breda. Inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven. BAAC onderzoeks- en adviesbureau 's-Hertogenbosch - Deventer BAAC rapport A-07.0036 Oktober 2007 Archeologische Rapporten Breda 51 INHOUD 1 Inleiding 5 1.1 Algemeen 5 1.2 Ligging van het plangebied 5 1.3 Leeswijzer 6 1.4 Administratieve gegevens 8 2 Achtergrond 9 2.1 Geo(morfo)logische en bodemkundige achtergrond 9 2.2 Archeologische achtergrond 10 2.2.1 Archeologie van de wijdere omgeving: bewoningsgeschiedenis van Breda-West 10 2.2.2 Archeologie van de directe omgeving: archeologie van het akkercomplex Huifakker 11 2.3 Cultuurhistorische achtergrond 14 2.3.1 Het dorp Princenhage 14 2.3.2 Het Landgoed Heilaar 14 2.3.3 De belegeringslinies uit de Tachtigjarige Oorlog 15 3 Onderzoeksvragen 17 4 Werkwijze 19 5 Resultaten 23 5.1 De werkputten: vlak, bodemopbouw, contexten en structuren 23 5.1.1 Werkput 1 23 5.1.2 Werkput 2 26 5.1.3 Werkput 3 28 5.1.4 Werkput 4 29 5.1.5 Werkput 5 30 5.1.6 Werkput 6 30 5.1.7 Werkput 7 31 5.1.8 Werkput 8 32 5.1.9 Werkput 9 34 5.1.10 Werkput 10 35 5.1.11 Werkput 11 36 5.2 Vondsten en datering 38 5.2.1 Verzamelwijze 38 5.2.2 Aanwezige materiaalcategorieën 38 5.3 Interpretatie 40 5.3.1 Interpretatie deelgebied IA 40 5.3.2 Interpretatie deelgebied IB 41 5.3.3 Interpretatie deelgebied II 42 6 Beantwoording van de onderzoeksvragen, waardering en aanbeveling 43 6.1 Beantwoording van de onderzoeksvragen 43 6.2 Waardering 45 6.3 Aanbeveling 48 7 Samenvatting en conclusie 51 8 Literatuur 53 BIJLAGEN Bijlage 1. Verklarende Woordenlijst Bijlage 2. Contextenlijst Bijlage 3. Vondstenlijst Algemeen In opdracht van de gemeente Breda, Bureau Cultureel Erfgoed, Vakdirectie Cultuur (projectcoördinator Ria Berkvens) werd door het onderzoeks- en adviesbureau voor Bouwhistorie, Archeologie Architectuur- en Cultuurhistorie (BAAC bv) te ’s- Hertogenbosch op het Plangebied Landgoed Heilaar in de gemeente Breda tussen 25 januari en 5 februari 2007 een Inventariserend Veldonderzoek (IVO) door middel van proefsleuven uitgevoerd. Nieuwbouwplannen ter verdere uitbouw van de omliggende woonwijk vormden een bedreiging voor het potentieel aanwezige bodemarchief. In het Programma van Eisen werd voor het plangebied een hoge archeologische verwachting verwoord.1 De algemene doelstelling van het inventariserend proefsleuvenonderzoek was dan ook het nader toetsen van deze verwachting en het in kaart brengen van eventueel aan te treffen archeologische sporen en vondsten. Daartoe werd een puttenplan ontworpen waarbij circa 10 % van het plangebied onderzocht zou worden. Het onderzoek werd conform KNA versie 3.1 en de richtlijnen van het Bureau Cultureel Erfgoed van de gemeente Breda uitgevoerd.2 Ligging van het plangebied Het plangebied Landgoed Heilaar bestaat uit twee deelgebieden. Deelgebied I ligt ten westen van het Landgoed Heilaar, met de volgende begrenzing: Baanzicht en de ten zuiden daarvan gelegen geluidswal in het noorden en noordwesten, het Landgoed Heilaar met omgracht hoofdgebouw in het noordoosten, Heilaarpark in het zuidoosten en zuiden en de Heilaardreef met een fabriekshal in het westen. Deelgebied II ligt ten zuidoosten van het Landgoed Heilaar, met als begrenzing: het Landgoed Heilaar, met name de bijgebouwen en Klein Heilaar, in het westen en noorden, de Westerparklaan in het oosten en Heilaarpark in het zuiden. Deelgebied I bestaat uit twee percelen, die door een oud kasseienlaantje gescheiden worden: een groot rechthoekig perceel ten zuidoosten van Baanzicht (deelgebied IA) en een kleiner driehoekig perceel in het zuidwesten, ten noorden van Heilaarpark (deelgebied IB). Het kasseienlaantje is waarschijnlijk een relict van een van de zichtlanen van het Landgoed Heilaar. Ten tijde van de uitvoering van het proefsleuvenonderzoek waren de volgende delen in deelgebied I niet toegankelijk: - de geluidswal in het noorden en noordwesten van het deelgebied - een walletje op circa 25 meter ten zuidoosten van de geluidswal in het noorden - een fabriekshal in de zuidwesthoek van het deelgebied - een perceel met paardjes in de zuidoosthoek van het deelgebied. Administratieve gegevens Provincie: Noord-Brabant Gemeente: Breda Plaats: Princenhage Toponiem: Landgoed Heilaar Datum onderzoek: 25 januari - 5 februari 2007 Gemeente Breda objectcode: BR-62-07 BAAC projectnummer: A-07.0036 Centrum coördinaten Deelgebied I: 109.943/400.119 Centrum coördinaten Deelgebied II: 110.230/400.075 Oppervlakte plangebied: 4,9 ha. Oppervlakte onderzoeksgebied: 45.555 m2 Complextypen: Nederzetting; perceleringsgreppels Datering: Prehistorie; LME/NT CIS-code: 20879 Soort onderzoek: IVO -P Opdrachtgever: Gemeente Breda, Projectmanagement Grondbedrijf Bevoegd Gezag: Gemeente Breda Bewaarplaats documentatie en vondsten: momenteel BAAC-kantoor te ’s-Hertogenbosch; wordt t.t.z. overgedragen aan het archeologisch depot van de gemeente Breda BAAC;  |
9. |
![]() |
Boeknummer: 00574
Heilaarstraat Breda Historie -- Archeologie (2008) [drs. M. Tump, drs. C.C. Kalisvaart, drs. L. de Vries] Heilaarstraat Breda. Inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven. BAAC onderzoeks- en adviesbureau 's-Hertogenbosch - Deventer BAAC rapport A-07.0475 Juni 2008 Archeologische Rapporten Breda 72 1 Inleiding 5 2 Ligging en aard van het onderzoeksgebied 7 3 Achtergronden 9 3.1 Landschappelijke achtergrond 9 3.2 Historische en archeologische achtergronden 10 4 Archeologische Verwachting en vraagstellingen 13 5 Strategie en werkwijze 17 6 Resultaten 21 6.1 Ondergrond en stratigrafie 21 6.2 Contexten en structuren 23 6.3 Vondsten 28 6.4 Conclusie en synthese 31 7 Waardering en selectieadvies 35 8 Beantwoording van de onderzoeksvragen 39 9 Literatuurlijst 41 10 Verklarende woordenlijst 43 11 Begrippenlijst 43 Bijlagen: Bijlage 1. Contexten lijst Bijlage 2. Vondstenlijst en determinatielijst Bijlage 3. Allecontextenkaart Bijlage 4. De alle-contextenkaart met daarop weergegeven de kadastrale grenzen van 1824. Bijlage 5. Overzicht van geologische en archeologische tijdsvakken Bijlage 6. Overzichtskaartje van het onderzoek door BAAC aan de Taxandrialaan (A07.0273). Inleiding Op maandag en dinsdag 21 en 22 januari 2008 is een inventariserend veldonderzoek door middel van twee proefsleuven (IVO-P) uitgevoerd op de locatie Heilaarstraat (nabij nummer 235) te Breda, gemeente Breda. De aanleiding tot het onderzoek wordt gevormd door de voorgenomen bestemmingsplanwijziging. Het plangebied zal een woonfunctie krijgen. Door het hiermee samenhangende bouwrijp maken van de kavel en het aanleggen van kabels en leidingen zullen de eventueel ter plaatse aanwezige archeologische resten beschadigd dan wel vernietigd worden. Het inventariserende veldonderzoek door middel van proefsleuven had conform het voor dit onderzoek opgestelde Programma van Eisen1 ten doel op een snelle maar betrouwbare wijze inzicht te verschaffen in de aanwezigheid van archeologische resten in het plangebied. Daarbij diende voldoende inzicht te worden gegeven in de inhoudelijke en fysieke kwaliteit van de mogelijk aanwezige archeologische resten binnen het plangebied (aard, ouderdom, omvang, gaafheid, conservering) teneinde tot een waardestelling van deze resten te kunnen komen. Belangrijk is dat op basis van het onderzoek een beslissing kan worden genomen of verder onderzoek in het plangebied noodzakelijk en/of verantwoord is. Het archeologische onderzoek is verricht in opdracht van de heer J. Rombouts en dhr. H. Nooren, en uitgevoerd door het advies- en onderzoeksbureau BAAC bv. Contactpersoon van de bevoegde overheid, de gemeente Breda, was dhr. drs. F.J.C. Peters. Ligging en aard van het onderzoeksgebied Het plangebied Heilaarstraat is gelegen in de Bredase wijk Princenhage, ten westen van de historische stadskern van Breda. De locatie betreft de kadastrale percelen 2434 en 2435, gelegen tussen Heilaarstraat nummer 235 en 211. De onderzoekslocatie wordt begrensd door de kadastrale grenzen. Aan de oostzijde wordt deze grens gevormd door de Heilaarstraat en aan de noord-, zuid- en westzijde door struiken, bomen en hekwerk. Het terrein bestaat uit een voormalig erf. Behalve (verwilderde) vegetatie bevinden zich ook asfalt en een loods (deze laatste op perceel 2434) binnen het plangebied. Administratieve gegevens Provincie Noord-Brabant Gemeente Breda Plaats Breda Toponiem Heilaarstraat nabij nummer 235 Objectcode Breda BR-97-08 BAAC-projectnummer A-07.0475 Coördinaten 109.798, 399.918 109.866, 399.923 109.868, 399.843 109.803, 399.839 Kaartblad 44C Datum veldonderzoek 21 en 22 januari 2008 Onderzoeksmeldingnummer 26154 Oppervlakte plangebied ca 5.300 m2 Opdrachtgever dhr. J. Rombouts/dhr. H. Nooren Bevoegde overheid Gemeente Breda Uitvoerder BAAC bv Documentatie en vondsten Archeologisch depot van Bureau Cultureel Erfgoed van de gemeente Breda (na deponering) BAAC;  |
10. |
![]() |
Boeknummer: 00575
Breda Heilaarstraat 184 en 241. Erfgoedrapport Breda 80. Historie -- Archeologie (2012) [drs. J. Nollen, L. de Jonge MA] Breda Heilaarstraat 184 en 241. Inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven. Inhoudsopgave 1 Inleiding-9 2 Ligging en aard van het terrein - 11 3 Landschappelijke gegevens en historische context - 13 4 Archeologische achtergronden - 17 5 Doelstelling -19 6 Werkwijze - 23 7 Resultaten - 27 8 Conclusie - 41 9 Waardering en aanbeveling - 45 10 Literatuur - 47 Bijlage 1 Sporenlijst - 49 Bijlage 2 Vondsten lijst - 54 Bijlage 3 Aardewerk inventarisatielijst - 60 Bijlage 4 Glas quickscan - 63 Bijlage 5 Allesporenkaart werkput 1 - 64 Bijlage 6 Allesporenkaart werkput 2-65 Bijlage 7 Allesporenkaart werkput 3-66 Bijlage 8 Allesporenkaart werkput 4-67 Bijlage 9 Allesporenkaart werkput 5 vlak 1 - 68 Bijlage 10 Allesporenkaart werkput 5 vlak 2-69 Bijlage 11 Allesporenkaart werkput 6-70 Bijlage 12 Allesporenkaart werkput 7-71 Bijlage 13 Projectie plangebied 1 kadastrale minuutplan 1824-72 Bijlage 14 Projectie plangebied 2 kadastrale minuutplan 1824 - 73 Bijlage 15 Dierskelet S 005 - 74 Bijlage 16 Dierskelet S 150 - 75 Samenvatting In opdracht van Lambregts & Sweep Makelaardij B.V. heeft het Bureau Cultureel Erfgoed op 12 + 13 januari, 29 februari en 1 + 2 maart 2012 een inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven uitgevoerd op het terrein aan de Heilaarstraat 184 (plangebied 2) en 241 (plangebied 1) te Breda (percelen PCH00 P1977 en P2060). Aanleiding voor het onderzoek is de uitgifte van vier kavels en toekomstige nieuwbouw van woningen, waarbij bodemverstorende werkzaamheden plaatsvinden.’ Tijdens het inventariserend onderzoek zijn met name sporen aangetroffen die dateren in de nieuwe tijd. Er zijn echter ook sporen aangetroffen in plangebied 1, die dateren in de ijzertijd. In plangebied 1 is een grote hoeveelheid sporen aangetroffen, die dateren in de nieuwe tijd B en C. Zo zijn er twee dierbegravingen van runderen aangetroffen, kuilen en sporen van grondverbetering. Mogelijk staan deze sporen in relatie meteen voormalige herberg, die net ten zuiden van het plangebied op de kadastrale minuutplan 1824 zichtbaar is. Verder zijn er diverse sporen aangetroffen die aan de belegering van 1637 zijn te relateren, waaronder de buitenwal die op deze locatie zou zijn opgeworpen. Tot slot zijn er twee spiekers gedo- cumenteerd, die uit de ijzertijd dateren. Ten oosten van het plangebied is eerder een groot aantal huisplattegronden en daar bijhorende spiekers aangetroffen, dat eveneens in de ijzer- tijd dateert. De vondst van deze twee spiekers geeft aan dat de ijzertijd-bewoning door- loopt tot in het huidige plangebied. In plangebied 2 zijn een beperkt aantal sporen aange- troffen, die allen in de nieuwe tijd dateren. INLEIDING In opdracht van Lambregts & Sweep Makelaardij B.V. heeft het Bureau Cultureel Erfgoed op 12 en 13 januari 2012 een inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven uit- gevoerd op het terrein aan de Heilaarstraat 184 en 241 te Breda. Aansluitend op dit onder- zoek is op het terrein aan de Heilaarstraat 241 op 29 februari en 1 en 2 maart 2012 een aan- vullend inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven uitgevoerd, waarbij de drie bouwvlakken in zijn geheel zijn onderzocht. Aanleiding voor het onderzoek is de uit- gifte van vier kavels en toekomstige nieuwbouw van woningen, waarbij bodemverstorende werkzaamheden plaatsvinden.2 Het doel van het inventariserende veldonderzoek door middel van proefsleuven is op een snelle en betrouwbare wijze inzicht te verschaffen in de aanwezigheid van archeologische resten in het plangebied. Daarbij dient voldoende inzicht te worden gegeven in de inhou- delijke en fysieke kwaliteit van de mogelijk aanwezige bewoningssporen op de betreffende locatie (aard, ouderdom, omvang, gaafheid, conservering) teneinde tot een waardestelling te kunnen komen. Belangrijk is dat op basis van het inventariserende veldonderzoek een be- slissing kan worden genomen of verder (vooronderzoek in het gebied noodzakelijk en ver- antwoord is. Administratieve gegevens Provincie Noord-Brabant Gemeente Breda Plaats Breda Toponiem Heilaarstraat 184 en 241 Objectcode B R-315-12 Heilaarstraat 241 (1) Noord-coördinaten 109.774 / 400.078, 109.794 / 400.103 Zuid-coördinaten 109.774 / 400.020, 109.820 / 400.041 Heilaarstraat 184 (2) Noord-coördinaten 109.884 / 399.844, 109.915 / 399.854 Zuid-coördinaten 109.888 / 399.819, 109.924 / 399.830 Kaartblad plangebied 1: 44 C; plangebied 2: 50 A Onderzoeksmeldingsnr. 50047 & 50576 Opdrachtgever Lambregts & Sweep Makelaardij B.V. Bevoegd gezag Gemeente Breda Uitvoerder Gemeente Breda, Afdeling Ruimte Senior archeoloog drs. Erik Peters Senior veldarcheoloog drs. Joeske Nollen Veldmedewerkers Lina de Jonge MA, Alex Schut, John Harmanus, vrijwilligers Bureau Cultureel Erfgoed gemeente Breda LIGGING EN AARD VAN HET TERREIN Het inventariserend veldonderzoek heeft plaatsgevonden op twee plangebieden ten westen van het centrum van Breda. Plangebied 1 betreft Heilaarstraat 241 (perceel PCHOO P2060), en plangebied 2 is Heilaarstraat 184 (perceel PCHOO P1977). Plangebied 1 heeft een opper- vlakte van circa 3460 m2 en is deels bebouwd en bestraat. Plangebied 2 is een grasveld met fruitbomen en heeft een totale oppervlakte van circa 885 m2. De totale oppervlakte van het onderzoeksgebied is circa 4345 m2, waarvan er tijdens het eerste deel van het inventarise- rend veldonderzoek circa 440 m2 (circa 10%) is onderzocht door middel van proefsleuven. Tijdens het aanvullende inventariserend veldonderzoek in plangebied 1 is er nog eens circa 602 m2 onderzocht door middel van proefsleuven, waardoor er in totaal 966 m2 (circa 28 %) binnen plangebied 1 is onderzocht. Gemeente Breda;  |
11. |
![]() |
Boeknummer: 00576
Breda Heilaardreef 21. Erfgoedrapport Breda 188. Historie -- Archeologie (2016) [Lina de Jonge (MA)] Breda Heilaardreef 21. Inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven. Inhoud 1 Inleiding.......................................................4 2 Ligging en aard van het terrein.................5 3 Landschappelijke gegevens en historische context....6 4 Archeologische achtergronden....................7 5 Doelstelling....................................9 6 Werkwijze en resultaten.........................12 7 Conclusie en aanbeveling........................15 8 Literatuur......................................18 Bijlage 1. Sporenlijst Bijlage 2. Vondstenlijst Bijlage 3. Aardewerkinventarisatielijst Bijlage 4. Allesporenkaart Inleiding In opdracht van Schots Makelaardij heeft de Afdeling Ruimte van de gemeente Breda in november 2015 een Inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven (IVO-P) uitgevoerd aan de Heilaardreef 21 te Breda. Het IVO-P is uitgevoerd naar aanleiding van de wijziging van het bestemmingsplan en de toekomstige bouw van een woning, waarbij bodemverstorende werkzaamheden zullen plaatsvinden die dieper gaan dan 0,30 meter onder maaiveld.1 Het plangebied ligt in een zone van middelhoge archeologische verwachting op de Archeologische Beleidskaart Breda. Door de nieuwbouw kunnen eventueel aanwezige archeologische sporen of vondsten verstoord worden. Het is dan ook van belang de archeologische verwachting nader te toetsen en eventuele archeologische sporen en vondsten in kaart te brengen. Administratieve gegevens Provincie Noord-Brabant Gemeente Breda Plaats Breda Toponiem Heilaardreef 21 Objectcode BR-428-15 Noordcoördinaten RD 110.113/399.735, 110.148/399.751 Zuidcoördinaten RD 110.127/399.705, 110.143/399.712 Kaartblad 50 B Onderzoeksmeldingsnr. 3979194100 Opdrachtgever Schots Makelaardij Bevoegd gezag Gemeente Breda Uitvoerder Gemeente Breda, Afd. Ruimte Senior archeoloog drs. Joeske Nollen Veldarcheoloog Lina de Jonge MA Veldtechnicus John Harmanus en Stefan Vedder (stagiair Saxxion) Ligging en aard van het terrein Het plangebied ligt ten westen van het centrum van de stad Breda aan de Heilaardreef 21 op het perceel PCHOO P 2680. Het gebied wordt begrensd door de Heilaardreef in het oosten en de Warmoezenierstraat in het noorden. Bij aanvang van het onderzoek was het terrein in gebruik als tuin met gras, bosschages en bomen. Het totale oppervlakte van het plangebied bedraagt 936 m2. Gemeente Breda;  |
12. |
![]() |
Boeknummer: 00577
Breda. Weimersedreef 25 (P) Historie -- Archeologie (2012) [drs. J. Nollen, L. de Jonge MA] Breda. Weimersedreef 25 (P). Inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven. Inhoudsopgave 1 inleiding-11 2 ligging en aard van het terrein- 13 3 landschappelijke gegevens en historische context-15 4 archeologische achtergronden- 19 5 doelstelling- 21 6 werkwijze- 27 7 resultaten- 29 8 conclusie- 33 9 waardering en aanbeveling- 35 10 literatuur- 37 Bijlage 1: sporenlijst- 39 Bijlage 2: vondstenlijst en aardewerkinventarisatie- 40 Bijlage 3: allesporenkaart werkput 1- 41 INLEIDING Op donderdag 11 oktober 2012 heeft de Afdeling Ruimte van de gemeente Breda een inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven uitgevoerd aan de Weimersedreef 25 te Prinsenbeek. Het plangebied is onderdeel van een boom- kwekerij en betreft een braakliggend terrein. Aanleiding voor het onderzoek is de geplande bouw van een loods, waarbij bodemverstorende werkzaamheden zullen plaatsvinden. De grondwerkzaamheden zullen eventueel aanwezige archeologische resten beschadigen of vernietigen.1 Het doel van het inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven is op een snelle en betrouwbare wijze inzicht te verschaffen in de aanwezigheid van archeologische resten in het plangebied. Daarbij dient voldoende inzicht te worden gegeven in de inhoudelijke en fysieke kwaliteit van de mogelijk aanwezige bewo- ningssporen op de betreffende locatie (aard, ouderdom, omvang, gaafheid, conservering) teneinde tot een waardesteliing te kunnen komen. Belangrijk is dat op basis van het inventariserend veldonderzoek een beslissing kan worden geno- men of verder (voor)onderzoek in het gebied noodzakelijk en verantwoord is. Adminstratieve gegevens Provincie Noord Brabant Gemeente Breda Plaats Prinsenbeek Toponiem Weimersedreef 25 Objectcode B R-337-12 Noord-coördinaten 107.172 / 404.108 , 107.300 / 404.091 Zuid-coördinaten 107.141 /404.084,107.169/404.058 Kaartblad 44 C Onderzoeksmeldingsnummer 53966 Opdrachtgever Architectenburo Schoenmakers Bevoegd gezag Gemeente Breda, drs. Erik Peters Uitvoerder Gemeente Breda, Afdeling Ruimte Sr. Archeoloog drs. Joeske Nollen Veldarcheoloog Lina de Jonge MA Veldmedewerkers Alex Schut LIGGING EN AARD VAN HET TERREIN Het plangebied aan de Weimersedreef 25 te Prinsenbeek ligt op het perceel PSBOO H 3140 ten noordwesten van het centrum van de gemeente Breda. Het plangebied heeft een oppervlakte van 1500 m2, waarvan er 800 m2 verstoord zal worden door de toekomstige nieuwbouw. Tijdens het inventariserend veldonderzoek is circa 90 m2 onderzocht, dat is 11 % van het bedreigde bodemarchief. Samenvatting Op donderdag 11 oktober 2012 heeft de Afdeling Ruimte van de gemeente Breda een inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven uitgevoerd aan de Weimersedreef 25 te Prinsenbeek. Het plangebied is onderdeel van een boom- kwekerij en betreft een braakliggend terrein. Aanleiding voor het onderzoek is de geplande bouw van een loods, waarbij bodemverstorende werkzaamheden zullen plaatsvinden. Tijdens het inventariserend veldonderzoek aan de Weimersedreef zijn drie paalkui- len, een greppeltje en een sloot aangetroffen. Vermoedelijk dateren alle sporen in de nieuwe tijd (1500-heden), maar mogelijk zijn het greppeltje en de paalkuil in het noorden van de werkput ouder. De ondergrond van het plangebied was flink verstoord door diepploegen en gegraven drainagesleuven. Er was geen intact bodemprofiel aanwezig. Gemeente Breda;  |
13. |
![]() |
Boeknummer: 00589
Onder heide en akkers Historie -- Archeologie (2009) [Evert van Ginkel, Liesbeth Theunissen] Onder heide en akkers. De archeologie van Noord-Brabant tot 1200 INHOUDSOPGAVE Woord vooraf 7 Ten geleide 8 1 Een landschap, geschikt voor bewoning | 1O De opbouw van de ondergrond van Noord-Brabant PLEK Brabant scheurt | de Peelrandbreuk | 16 PAREL Bladspits van Eindhoven | het laatste werktuig van de neanderthaler | 26 PERSOON Ad Wouters | controversieel leraar in vuursteen | 30 2 Bivakken op de poolsteppe | 32 Het einde van de oude steentijd PERSOON Nico Arts &Jos Deeben | jonge modelbouwers in de jaren zeventig | 40 PAREL Betwiste Venus | de Danseres van Geldrop | 46 PLEK De Panberg bij Eersel | kampementje voor de toekomst | 50 Lichte pijlen, scherpe bijlen | 54 De laatste jagers en de eerste boeren PERSOON Broeder Christofoor | pionier van het woeste westen | 62 PAREL De Kraaijenberg in Linden | passende klingen van verre | 70 PLEK Toterfout | verwoede zoekpoging naar neolithische cultuur | 74 4 De dodenheuvels | 76 Grafmonumenten en rituelen uit steentijd en bronstijd PAREL Boekelse Joekels | Hilversumpotten op handen gedragen | 84 PLEK De Regte Heide bij Goirle | een millennia oud heidelandschap | 94 PERSOON Willem Willems & Joan Willems | pleitbezorgers in tijden van crisis | 100 5 Potten, botten, cirkels | 1O6 De urnenvelden uit de late bronstijd en ijzertijd PLEK Slabroekse Heide | hervonden heuvels op de Maashorst | 116 PERSOON Gerrit Beex | een levenlang febris archeologica | 122 PAREL Breda-Steenakker | een intrigerende kuil met potten en een leegte van zand | 128 6 Vorsten en boeren | 13O De Brabantse ijzertijdmaatschappij PERSOON Verwers, Van der Sanden & Fokkens | bakermat van een Leidse school | 140 PLEK Someren-Waterdael | verbeeld verleden in trottoir en rotonde | 146 PAREL Heiligdom van Zundert | rituelen in het vierkant | 158 7 Vreemdelingen langs de Maas | 160 Het eerste optreden van de Romeinen in Zuid-Nederland PLEK Kessel-Lith | megatempel rijst op uit talloze baggervondsten | 166 PAREL A50 schampt schat | het bronsdepot van Nistelrode | 176 PERSOON Nico Roymans | fascinatie voor stemloze samenlevingen | 182 8 Drie eeuwen wonen in Neder-Germanië | 184 Noord-Brabant als onderdeel van het Romeinse Rijk PAREL De graven van Esch | Romeinse dames, rustend in weelde 198| PERSOON Jules Bogaers | alle punten op de Romeinse | gezet 206 PLEK Monument voor een helm | dolende ridder wordt Romeins depot | 218 9 Nieuwe mensen op een nieuw platteland |220 Kolonisatie, ontginning en staatsvorming tot 1200 PERSOON Pim Verwers | van Oeienboschdijk naar provincie | 234 PAREL De rammelaar van Someren | verdraaid goed gedraaid | 244 PLEK De burcht van Sint-Oedenrode | over de heilige Oda, Arnold van Rode en de onbekende horige | 250 Noten 254 Literatuur 263 Register van geografische namen 271 Register van persoonsnamen en instellingen 275 Illustratieverantwoording 277 Dankwoord 279 Over de auteurs 280 Colofon 280 WOORD VOORAF Het devies van het provinciewapen bij ons provinciehuis luidt: ‘Brabant is maken, maken dat leven zich hechten kan, thuisraken kan in de tijd.’ Het Brabants erfgoed, dat bestaat uit tal van historische gebouwen, landschappen en archeologische vindplaatsen, is de weerslag van het hechten van het leven van vroegere generaties. Het is ons doel dit erfgoed door te geven aan de Brabanders van de toekomst, zodat het ook hen kan helpen om hun eigen identiteit te bepalen. Of - om met ons motto te spreken - thuis te raken in de tijd. In navolging van het Verdrag van Valletta heeft de provincie Noord-Brabant in 2002 in haar streekplan Brabant in Balans laten opnemen dat bij ruimtelijke ingrepen ook ons oudste erfgoed systematisch gerespecteerd moet worden. Mede dankzij deze maatregel zijn de afgelopen jaren veel archeologische onderzoeken in onze provincie gedaan met verrassen- de uitkomsten en nieuwe inzichten als resultaat. Helaas vinden die uitkomsten en inzichten lang niet altijd hun weg naar het belangstellende publiek. En dat is jammer, want onbe- kend maakt onbemind. Daarom ben ik zeer verheugd dat het Noordbrabants Genootschap het initiatief heeft genomen tot een nieuw overzichtswerk van de Brabantse archeologi- sche bodemschatten dat voor brede kringen geknipt is. In dit aantrekkelijk vormgegeven boek worden onze archeologische bodemschatten met hun lange geschiedenis en bijzondere betekenis voor iedereen onthuld. Verborgen ver- halen komen volop in het daglicht te staan. Het zijn deze verhalen die kunnen uitmonden in betrokkenheid en eerbied voor de nalatenschap van de vroegere bewoners van Brabant. Archeologie wordt vaak gezien als een ‘dood’ onderwerp; maar telkens als er weer eens iets onverwachts boven de grond komt dat getuigt van menselijk leven van heel lang ge- leden, dan is archeologie meteen weer springlevend, spannend en actueel. Hoe uniek is de vondst en hoe waardevol, wat betekent het voor de wetenschap en is er misschien wel meer in de buurt te vinden? Archeologie komt zo dicht bij de mensen. En dat is één van de dingen waar het om draait binnen het provinciale cultuurbeleid: Brabanders laten ontdekken dat zij meer met het verleden hebben dan zij vaak denken. Ik twijfel er niet aan dat veel lezers van dit boek verrast zullen zijn over de grote hoeveelheid bodemschatten die Brabant rijk is. En ik weet zeker dat dit boek de bestaande belangstelling voor de archeologie verder zal stimuleren. Belangstelling leidt tot betrokkenheid en dat is uiteindelijk de beste garantie voor het behoud van ons archeologisch erfgoed voor toekomstige generaties Brabanders. Brigite van Haaften-Harkema Gedeputeerde Jeugd, Cultuur en Samenleving van de provincie Noord-Brabant TEN GELEIDE Voor u ligt het eerste overzicht van de resultaten van archeologisch onderzoek in de provincie Noord-Brabant sinds 1975. Toen verscheen Noord-Brabant in Pre- en Protohistorie, onder redactie van G.J. Verwers. Net als het voorliggende boek was het bestemd voor een breder publiek dan alleen de in de oudheidkunde ingewijden, en beschreef het niet alle archeologisch relevante perioden; de volle en late middeleeuwen en de postmiddeleeuwse archeologie bleven buiten beschouwing. Het werd toen in de eigen inleiding aangeprezen als ‘de eerste volledige publicatie, in Nederland en in de Nederlandse taal, over de regionale archeologie’. Nu is een regio iets an- ders dan een provincie en men kan zich afvragen of een overzicht op provinciale (of nationale) grondslag wel zo voor de hand ligt. In de pre- en protohistorie bestond er niet zoiets als Noord-Brabant, en in de middeleeuwen al evenmin. De huidige provincie kreeg haar grenzen en eigen bestuur pas in 1795 en haar naam in 1830, al was een groot gedeelte van het gebied al enkele eeuwen daarvoor een politieke eenheid, zij het geen zelfstandige. Voor 1200 bestond Noord-Brabant uit een aantal regio’s die soms wel, soms niet deel uitmaakten van een grotere culturele eenheid. Sinds het proefschrift van Frans Theuws uit 1988 is het gebruikelijk om die eenheid geografisch aan te duiden als de Maas-Demer-Schelde (mds) re- gio, waartoe behalve Noord-Brabant ook de aangrenzende Belgische zandgronden ten noorden van de lijn Antwerpen-Maastricht en de Nederlandse provincie Limburg ten westen van de Maas behoren. De vondsten en sporen uit de latere prehistorie, de Romeinse tijd en de vroege middeleeuwen zijn binnen dat gebied meestal goed vergelijkbaar, al zijn er ook verschillen te constateren tussen de verschillende deelgebieden. Toch is gekozen voor de archeologie van Noord-Brabant en niet van de MDS-regio, omdat de provincie weliswaar haar verleden met de zuider- en oosterburen deelt, maar daar- naast een heel eigen onderzoeksgeschiedenis kent. Er is niet alleen vergeleken met België, maar ook met de rest van Nederland sprake van een reusachtig databestand, opgele- verd door een buitengewoon rijk bodemarchief dat door allerlei oorzaken met grote regelmaat werd opengelegd, en dat de voortdurende aandacht genoot van generaties amateur- én beroepsarcheologen met een grote betrokkenheid bij de geschiedenis van hun geboortestreek. Ook vandaag de dag zijn archeologen dagelijks actief in de provincie, die met enige afstand de meest onderzochte is van Nederland. Voor een deel is dat te danken aan de Nederlandse invulling van de Europese ‘Conventie van Malta’ uit 1992, waarin de onderte- kenaars zich verplichten om vindplaatsen beter te beschermen tegen de gevolgen van economische ontwikkelingen en ze, als bescherming niet lukt, zo goed mogelijk te laten op- graven. Doordat in Nederland beschermen een uitzondering en opgraven de regel is, en juist in Noord-Brabant nieuwbouw en de aanleg van infrastructuur aan de orde van de dag zijn, worden ongekend grote oppervlakten archeologisch onderzocht. Daarbij wordt een veelvoud aan financiële middelen en menskracht ingezet dan voorheen mogelijk was. Maar ook vóór ‘Malta’ was er al een kentering merkbaar: grote onderzoeksprojecten als te Oss-Ussen en het Kempenproject zijn al kort na het verschijnen van Noord-Brabant in Pre- en Protohistorie opgestart. Dit waren de eerste voorbeelden van de grootschalige nederzettingsarcheologie, die de periode na 1975 zo onderscheidt van die daarvoor. Want hoezeer is het aantal archeologische gegevens gegroeid, en hoezeer is daarmee de thematiek veranderd! In 1975 lag de nadruk nog heel sterk op het onderzoek van graf- heuvels uit het neolithicum en de bronstijd, urnenvelden en Merovingische rijengrafvelden. Goed onderzochte prehistorische nederzettingsporen beperkten zich tot Haps. Over de Romeinse periode viel, afgezien van de vele vondsten bij Cuijk, de rijke graven bij Esch, de pottenbakkersovens van Halder en uiteraard de ‘Peelhelm’, niet veel te melden. De talrijke vondsten uit het laat-paleolithicum en mesolithicum werden nog vooral typologisch beschreven, al werd er wel gepleit voor een meer antropologische benadering van deze periode in de toekomst. Die toekomst liet niet lang op zich wachten, en niet alleen wat de studie van paleolithische en mesolithische vindplaatsen betrof, waarbij de Brabantse onderzoekers Nico Arts en Jos Deeben baanbrekend werk verrichten. Terwijl, navrant genoeg, nieuwe vondsten uit die periode zeldzaam werden, bleek de bodem van Noord-Brabant honderden nederzettin- gen uit bronstijd, ijzertijd, Romeinse tijd en vroege en volle middeleeuwen te bevatten. Talloze gave huisplattegronden, fraai geconserveerde waterputten en andere onderdelen van oude erven zijn sindsdien blootgelegd, en er worden nog bijna dagelijks nieuwe aanwinsten aan toegevoegd. Romeins Noord-Brabant werd van een uithoek met een enkele opzien- barende vondst tot een dichtbevolkte agrarische zone met een eigen dynamiek. Zowel de overgang van de late ijzertijd naar de vroeg-Romeinse tijd als die van de laat-Romeinse tijd naar de vroege middeleeuwen, beruchte witte plekken in de geschiedschrijving, werden steeds duidelijker uit het archeologisch materiaal. De vele vroegmiddeleeuwse nederzettings- structuren vulden de gegevens van de al zo goed bekende rijengrafvelden aan. Ten slotte - al valt hun werk grotendeels buiten het kader van dit boek - zijn er de gemeentelijke ar- cheologen, die de centra van de middeleeuwse Noord-Brabantse steden archeologisch onderzoeken. In 1975 was er in Noord-Brabant nog geen enkele stadsarcheoloog, maar ten tijde van het schrijven van dit boek zijn er al negen gemeentelijke en regionale diensten actief. Er is dus in die bijna 35 jaar sinds Noord-Brabant in Pre- en Protohistorie verscheen, niet zozeer ‘meer van hetzelfde’ aan gegevens bij gekomen, maar véél meer en vaak van heel an- dere aard. De hausse aan opgravingen leidde gelukkig ook tot een stroom van nieuwe theorieën en verhalen. Tot 1975 waren er bijvoorbeeld nog maar twee proefschriften die het Brabantse bodemarchief als uitgangspunt voor een reconstructie van de bewoningsgeschiedenis hadden. Daar zijn er sindsdien nog eens zeven bijgekomen, nog afgezien van de vele belangrijke artikelen die over onderwerpen uit bijna alle tijdvakken zijn gepubliceerd. Vooral het werk van de (Noord-Brabantse) hoogleraren Nico Roymans en Frans Theuws moet hier worden genoemd, ook al omdat het veel anderen als voorbeeld heeft gediend. Ook mag niet onvermeld blijven dat, hoewel het nieuwe nederzettingsonderzoek veel van de archeologische energie heeft gevergd, de belangstelling voor grafheuvels en urnenvelden is blijven bestaan en heeft geleid tot nieuw veldonderzoek en nieuwe inzichten. Daarnaast is er nieuwe aandacht voor het rituele aspect van allerlei vondsten, van graflegging en bronsdepot tot eenvoudige bouw- of verlatingsoffers. In het algemeen spelen de vroegere bewo- ners een veel actievere rol in de archeologische verhalen dan in 1975 het geval was - of, in veel gevallen, kon zijn. Het is de opgave voor de schrijvers van dit boek geweest, om de resultaten van zowel het oude als het jongere onderzoek in een breed overzicht te presenteren voor een wat groter publiek dan alleen de in de archeologie ingewijden. Daarbij moest recht worden gedaan aan de historische ontwikkeling van het onderzoek, maar ook aan de nieuwe inzichten, die door hun vaak theoretisch karakter niet altijd bondig zijn weer te geven in verhouding tot de vondsten. Gezien de overvloed van gegevens maakt het boek geen aanspraak op volledigheid. Het houdt bovendien op rond 1200, een tijd waarin er in allerlei opzichten veel verandert in de Noord-Brabantse geschiedenis én in het bodemarchief. Het gebied van de huidige provincie wordt deel van een groter politiek geheel, het hertogdom Brabant, waarvan we de ge- schiedenis toch vooral aan geschreven bronnen ontlenen. Archeologisch gezien verdwijnen de plattelandsnederzettingen in diezelfde tijd uit beeld, terwijl de Brabantse steden pas vanaf die tijd sporen in de bodem hebben achtergelaten. We hebben echter afgezien van een gecombineerde geschiedenis van de Noord-Brabantse steden aan de hand van archeologische resten. Die zou het boek een stuk dikker heb- ben gemaakt dan het al is, maar die geschiedenis zou vooral van een heel ander karakter zijn dan die welke is beschreven in de voorgaande hoofdstukken, waarin de nadruk ook voor de vroeghistorische perioden op de archeologie ligt. De negen chronologisch opgezette hoofdstukken zijn voorzien van voetnoten, die hopelijk de lezers niet zullen afschrikken, maar hun de weg zullen wijzen naar meer gespeciali- seerde literatuur. Een overzicht van de belangrijkste geraadpleegde bronnen, die bovendien niet al te moeilijk achterhaalbaar zijn voor de lezer, staat achter in het boek. Daarnaast zijn in ieder hoofdstuk drie uitvoerige kaderteksten opgenomen, die per periode aandacht besteden aan een belangrijke onderzoeker, een vindplaats van betekenis of een opzienbarende vondst. Evert van Ginkel Liesbeth Theunissen Leiden/Amersfoort, maart 2009 Onder heide en akkers is een gedetailleerd, rijk geïllustreerd en leesbaar overzichtswerk over archeologische onderzoekingen en onder- zoekers in de provincie Noord-Brabant. Het behandelt de vroege geschiedenis van de provincie tot 1200. In negen hoofdstukken worden de vorming van het landschap, de pioniersfasen in de steentijd,en de bloei in de metaaltijden, de Romeinse tijd en de vroege en volle middeleeuwen beschreven. Noord-Brabant is in archeologisch opzicht een bijzondere provincie. Het gebied kent een lange en bijzondere onderzoekstraditie, waarin bevlogen amateurarcheologen - vaak met een professionele kennis van zaken - en beroepsarcheologen van faam - van wie velen uit de provincie afkomstig zijn - hun sporen hebben verdiend. Ze hebben samen ontdekkingen gedaan van nationale betekenis, zoals de vele vindplaatsen uit de steentijd, grafheuvelgroepen uit de midden- bronstijd, urnenvelden en Merovingische grafvelden. Na 1975 is Noord-Brabant bovendien vermaard geworden door de grote opgravingen van nederzettingen uit de Romeinse tijd en de vroege en volle middeleeuwen, waardoor onze kennis over het plattelandsleven in deze perioden enorm is verrijkt. Onder heide en akkers is het eerste grote publieksboek over de archeologie van een provincie. Met zijn ruim vierhonderd illustraties en bijna dertig speciale kaderteksten over bijzondere vindplaatsen, vondsten en personen, is het een rijke en toegankelijke bron van informatie voor iedereen die zich interesseert voor de geschiedenis en het landschap van Noord-Brabant. Matrijs, Utrecht;  |