![]() |
![]() |
HEEMKUNDEKRING
|
![]() |
![]() |
Heemkundekring 'Op de Beek' → Beeldbank Bibliotheek → Zoekresultaat |
Aantal gevonden publicaties : 94 (uit: 659)
Getoond wordt publicatie : 1 t/m 30 |
Klik op publicatie voor vergroting en meer informatie
1. |
![]() |
Boeknummer: 00228
Het Snuffeltje. Personeelsblad Hagedonk 1978-1981 Zorg -- Verzorgingshuis Hagedonk ( 1978 - 1980) [Redactie Hagedonk] Personeels - bewonersblad van het Verzorgingshuis 'Hagedonk' Eigen band Verz.huis Hagedonk;  |
2. |
![]() |
Boeknummer: 00229
Het Snuffeltje. Personeelsblad Hagedonk. 1981-1984 Zorg -- Verzorgingshuis Hagedonk ( 1981 - 1984) [Redactie Hagedonk] Personeels - bewonersblad van het Verzorgingshuis 'Hagedonk' Eigen band Verz.huis Hagedonk;  |
3. |
![]() |
Boeknummer: 00230
Het Snuffeltje. Personeelsblad Hagedonk. 1984-1986 Zorg -- Verzorgingshuis Hagedonk ( 1984 - 1986) [Redactie Hagedonk] Personeels - bewonersblad van het Verzorgingshuis 'Hagedonk' Eigen band.Verz.huis Hagedonk;  |
4. |
![]() |
Boeknummer: 00235
Gemeentegids Prinsenbeek 1987/90 Overheid -- Gemeentegids (1987) [Gemeentebestuur Prinsenbeek] VOORWOORD Na het verschijnen van de zesde druk van de informatie-gids Prinsenbeek in november 1981 ligt thans voor u de zevende editie. Ook deze brochure - waar nodig of wenselijk bijgewerkt en aangepast - zal u wederom inzichtelijk maken wat er zoal leeft in deze gemeente; hoe rijk geschakeerd onder meer het verenigingsleven is, zowel op het terrein van cultuur, sport als van gezondheidszorg. Ik hoop van harte, dat ook deze uitgave een vaste plaats moge krijgen in elk gezin. Wellicht zelfs naast de bij gelegenheid van de officiële heropening van het verbouwde en uitgebreide gemeentehuis uitgegeven speciale brochure; daarin is namelijk onder andere precies aangegeven waar en van welke diensten u binnen dat huis gebruik kunt maken. Ten gemeentehuize zijn de medewerkenden uiteraard altijd bereid u nog verdere informatie te verstekken Prinsenbeek, mei 1987. Mr L.K.M. Verwiel, Burgemeester. Holland Advertising bv;  |
5. |
![]() |
Boeknummer: 00274
Hage, Werkgroep Haagse Beemden nr 43-48/1985/86 Historie -- Haagse Beemden, werkgroep (1985 - 1986) [ Herman Dirven, Christ Latour] Hage, Werkgroep Haagse Beemden nr 43 t/m 48. December 1985 December 1986 Geschiedenis van Princenhage en Prinsenbeek Wederom een dik nummer van Hage. Dit deel is een extra toevoeging (V-Extra), dat in feite betrekking heeft op het tijdperk dat reeds in de delen IV en V beschreven is. Zoals we nu ons programma kunnen overzien, zijn de nog uit te geven delen van de geschiedenis "Hage” als volgt te omschrijven: Deel - Omschrijving - Nummer Hage - Is verschenen I Prehistorie en Middeleeuwen tot 1327 26 nov. ’79 II De late Middeleeuwen: 1328 -1490 27-28 dec. '80 III XVe Eeuw en 80 jarige oorlog 1428 - 1490 29-28 dec. ’81 IV Ten tijde van de Generaliteid 1648 - 1793 31-35 sept. ’83 V Bataafse en Franse Tijd 1795 -1815 36-42 juli ’85 V-Extra Dagboek van enkele Bekenaren (1690-1824) 43-48 dec. '86 - Nog uit te geven: - Planning - Verschijnt VI Negentiende eeuw 1815-1913 49-54 rond eind ’88 VII Eerste helft Twintigste eeuw 1914-1940 55-60 eind ’90 VIII Princenhage (Breda-West) en Prinsenbeek (1941-heden) 61-66 eind '92 IX Registers 67 1993 Opmerking (zie ook pagina 2) Indien U geïnteresseerd bent in een overzichtelijke beschrijving van de geschiedenis van Princenhage-Prinsenbeek, dan kunt U alle delen - tot nog toe verschenen- bestellen. Deel - Hage - Prijs - Opmerkingen I 26 8,50 enkel II 27-28 17,- dubbel III 29-30 17,- dubbel IV 31-35 50,- 2 jaargangen V 36-42 50,- 2 jaargangen VI 43-48 51,- 2 jaargangen Drukkerij Perfect B.V.;  |
6. |
![]() |
Boeknummer: 00377
Het jaar in woord en beeld 1979 Historie -- Het jaar in woord en beeld (1979) [Winkler Prins redactie] Het jaar in woord en beeld Encyclopedisch jaarboek 1979 Een encyclopedisch verslag van het jaar 1978 PORTRET VAN HET JAAR 1978 In de internationale politiek stonden de gebeurtenissen in het Midden-Oosten ook in 1978 in het brandpunt van de belangstelling: door inspanningen van de Amerikaanse president Carter konden president Sadat van Egypte en premier Begin van Israël, beiden onderscheiden met de Nobelprijs voor de vrede 1978, in Carters buitenverblijf Camp David na langdurig beraad tot een aantal afspraken komen, de zgn. raamverdragen; deze voorzagen in een vredesverdrag voor het eind van het jaar. Op 31 dec. was dit echter nog geen feit. Verder was de aandacht in het Midden-Oosten vooral gevestigd op de positie van de sjah in Perzië: in de loop van 1978 pakten zich donkere wolken boven de pauwentroon samen. Van groot belang waren ook de wederzijdse diplomatieke erkenning van China en de Verenigde Staten en het vredes- en vriendschapsverdrag tussen de Volksrepubliek en Japan. Het bewind in T'ai-wan kwam nu praktisch alleen te staan. In Zuidoost-Azië deed Vietnam op het eind van het jaar een militaire inval in Kambodja; de verhouding tussen Vietnam en China verslechterde aanzienlijk; de staatsgreep in Afghanistan die een eind maakte aan het bewind van Daoed Khan, had een versterking van de Sovjetrussische invloed in Centraal-Azië tot gevolg. In Latijns-Amerika was het vooral de opstand tegen het nu al meer dan veertig jaar durende bewind van de Somoza-clan in Nicaragua, die de aandacht trok. In en ook buiten Afrika werd een hevige discussie gevoerd over de kwestie van de buiten-Afrikaanse inmenging in Afrika. Directe aanleiding daartoe vormden het zenden van Belgische en Franse militairen naar Zaïre in verband met de opstand in Shaba en de steun van Cuba aan Ethiopië in de oorlog met Somalië, die tot de terugtrekking van Somalië uit de Ogaden leidde. In Italië voltrokken zich dramatische ontwikkelingen met betrekking tot de christen-democratische partijleider Aldo Moro: hij werd ontvoerd door de *Rode Brigades en na een aantal weken vermoord. Voor de Rooms-Katholieke Kerk was 1978 het drie-pausenjaar: Paulus VI stierf, evenals zijn opvolger, Johannes Paulus I. Diens opvolger, Johannes Paulus II, werd de eerste niet-Italiaanse paus na meer dan 450 jaar. In Nederland was 1978 het eerste jaar van de christendemocratisch-liberale regering-Van Agt. Bezuiniging werd het toverwoord, Bestek ’81 was het plan dat de nationale economie weer gezond moest maken. Enkele ambtenarenorganisaties keerden zich tegen het arbeidsvoorwaardenbeleid van minister Wiegel en proclameer- den stakingen. Mogelijk zal 1978 ook de geschiedenis ingaan als het jaar van de affaires. Van deze had de zaak- Aantjes de grootste consequenties: een rapport over zijn handel en wandel in de periode van de Duitse bezetting noopte de CDA-leider tot het neerleggen van al zijn politieke functies. Andere zaken die de voorpagina’s van de kranten haalden waren de vrijlating van Menten, de zaak van de 182 *Kerk-Marokkanen en de affaire van de koopsompolissen. In België brachten de geplande staatshervorming en de Anticrisiswet ernstige spanningen binnen de rege- ring teweeg. Een eerste breuk kon in de zomer nog worden gelijmd, maar enkele maanden later waren de tegenstellingen niet meer te overbruggen. De regeringscrisis, waarin het Egmontpact ten onder ging, had o.m. ook de splitsing van de socialistische partij tot gevolg, alsook een verdere verwijdering tussen de Nederlands en de Frans sprekende gemeenschappen in het land. De economie was nog steeds niet aan een heropleving toe, de inflatiegraad kon daarentegen vrij laag worden gehouden. Het aantal werklozen bleef op een al te hoog peil, ondanks het gevoerde tewerkstellingsbeleid. De arbeidsverhoudingen stonden gespannen, o.m. ten gevolge van het toenemend aantal in moeilijkheden verkerende bedrijven en de onenigheid tussen de sociale partners over de mogelijkheden van arbeidsduurverkorting. De betrekkingen met Zaïre stonden in het teken van de Shaba-crisis en het multinationale hulpplan. In de landen van de Europese Gemeenschappen werden de voorbereidingen getroffen voor de verkiezingen voor een Europees parlement in 1979. Op het eind van het jaar werd overeenstemming bereikt over een Euro- pees Monetair Systeem. In het verslagjaar werd o.m. aandacht besteed aan het feit, dat tien jaar tevoren de inval van de troepen van het Warschaupact in Tsjechoslowakije plaatsvond. Ook de mei-revolte in Parijs in hetzelfde jaar werd niet vergeten: achteraf bleek de historische betekenis van *negentienachtenzestig geringer dan aanvankelijk wel werd aangenomen. Op het gebied van wetenschap en techniek trokken chips, viewdata, teletekst en de eerste zgn. reageer- buisbaby aandacht. Voor de in voetbal geïnteresseerden zal 1978 het jaar van de *wereldkampioenschappen in Argentinië blijven, en ten slotte: geen enkele impressie van het jaar zal voorbijgaan aan de figuur die mil- joenen jongeren in zijn ban hield: John Travolta. De redactie Elsevier Amsterdam/Brussel;  |
7. |
![]() |
Boeknummer: 00378
Het jaar in woord en beeld 1980 Historie -- Het jaar in woord en beeld (1980) [Winkler Prins redactie] Het jaar in woord en beeld Encyclopedisch jaarboek 1980 Een encyclopedisch verslag van het jaar 1979 PORTRET VAN HET JAAR 1979 Internationaal gezien beheersten in 1979 de stormachtige ontwikkelingen in Azië het nieuws. Enerzijds waren er de gruwelijke gebeurtenissen in Vietnam en Kambodja; duizenden mensen moesten hun woongebied verlaten en op wrakke schepen zee kiezen, de zgn. bootvluchtelingen: een humanitair probleem van de eerste orde. Anderzijds was er de bezegeling van het lot van de sjah in Iran, de vestiging aldaar van de islamitische republiek onder de (officieuze) leiding van ayatollah Chomeiny, en de oplaaiing van anti-Amerikaanse sentimenten, die zich o.m. uitten in de bezetting van de Amerikaanse ambassade in Teheran en de gijzeling van ca. 65 personeelsleden. De politieke instabiliteit van Afghanistan, waar via een staatsgreep en onder Russische militaire inmenging het communistische regime in pro-Sovjet zin werd omgebogen, maakte de verhoudingen in dit deel van de wereld alleen nog maar gecompliceerder. Dat m.n. dit laatste op de Oost-Westverhoudingen zijn neerslag zou hebben ligt voor de hand. Overigens viel in dit vlak naast de ondertekening van het verdrag tot beperking van strategische kernwapens, SALT 2, door de presidenten Carter en Brezjnev ook de herleving van een soort Cuba-crisis te noteren. Men zou bijna vergeten, dat 1979 ook het jaar van de val van de barre dictaturen kan worden genoemd. Amin van Oeganda, Bokassa van het Centraalafrikaanse Keizerrijk, Macias Nguema van Equatoriaal Guinee en Somoza (en zijn familie) van Nicaragua moesten, soms na een langdurige strijd, het veld ruimen. In de Rooms-Katholieke Kerk was 1979 het eerste ambtsjaar van paus Johannes Paulus II. Het werd vooral gekenmerkt door zijn buitenlandse reizen (m.n. naar Latijns-Amerika en zijn geboorteland Polen). Het grote publieke succes van zijn missies neemt niet weg dat zijn theologische en kerkelijke opvattingen vooral onder gelovigen in West-Europa en de Verenigde Staten als behoudend werden ervaren. Het werk van o.a. de theologen Küng en Schillebeeckx werd door de Congregatie van de Geloofsleer aan een kritisch onderzoek onderworpen, wat voor eerstgenoemde tot ontslag leidde. Voor Nederland was 1979 wederom een jaar van grote sociaal-economische problemen, waaronder een zeer aanzienlijke daling van het aantal arbeidsplaatsen; Rotterdam was het toneel van stakingen (zeesleepvaart, Shell). De discussie over de energiebronnen van de toekomst ging onverminderd voort. Steeds luider werd de twijfel aan de wenselijkheid van kernenergie uitgesproken. De ramp met de kerncentrale te Harrisburg in de Verenigde Staten deed deze twijfel ook in bredere kring ontstaan. Politiek gezien het meest benauwend voor het kabinet-Van Agt was de kwestie van de produktie en stationering van nieuwe kernwapens in de landen van de NATO. Van Agt moest alle zeilen bijzetten (wat o.m. tot uiting kwam in wereldwijde bliksembezoeken) en hulptroepen laten aanrukken om het debat in de Tweede Kamer te kunnen overleven. In België kwam de gespannen verhouding tussen de Nederlands- en Franstalige gemeenschappen tot uiting in de langste regeringscrisis sinds 1830, de problematiek van de staatshervorming en de wrijvingen en incidenten in de Voerstreek en Komen. Regeringspogingen om tussen werkgevers en werknemers een akkoord over het sociaal- economisch beleid tot stand te brengen mislukten, wat echter niet verhinderde dat de Belgische economie het in 1979 vrij goed deed. Toch bleef de hoge werkloosheid een groot probleem. Voorts trokken o.m. de Eurosystem- affaire en de zaak-Graindorge de aandacht van de publieke opinie. Evenals in andere landen waren er betogingen tegen kernwapens en kernenergie. Op het gebied van de ruimtevaart is 1979 een opmerkelijk jaar geweest. In februari-maart en juli passeerden resp. de Amerikaanse ruimtevoertuigen Voyager 1 en 2 de planeet Jupiter en zijn manen; ze hebben een grote hoeveelheid gedetailleerde kleurenbeelden naar de aarde overgeseind. In september bereikte de Pioneer 11 de planeet Saturnus, hetgeen eveneens veel wetenschappelijke resultaten opleverde. Elsevier Amsterdam/Brussel;  |
8. |
![]() |
Boeknummer: 00382
Het jaar in woord en beeld 1984 Historie -- Het jaar in woord en beeld (1984) [ Diverse] Het jaar in woord en beeld Encyclopedisch jaarboek 1984 Een encyclopedisch verslag van het jaar 1983 VOORBERICHT Op economisch gebied gloorde er in 1983 hoop aan de horizon: mede door het economisch herstel in de Ver- enigde Staten leek het verslagjaar een keerpunt te worden in de reeds lang slepende malaise. Aanwijsbare posi- tieve consequenties voor de arbeidsmarkt bracht deze opleving vooralsnog niet: in Nederland steeg de werk- loosheid tot een recordhoogte van ruim 850000, in België tot ruim 500000. De internationale politiek bood in 1983 bepaald geen rooskleurige toekomstperspectieven. De problemen in het Midden-Oosten bleken nog altijd niet tot een oplossing te kunnen geraken. De burgeroorlog in Libanon bleef in alle hevigheid voortduren en ondanks overleg in Genève tussen de bij de strijd betrokken partijen bleef het land de facto verdeeld tussen christenen, moslims en druzen. De sinds 1980 voortslepende grensoorlog tussen Irak en Iran werd ook in het verslagjaar niet beëindigd. De als gevolg van de oorlogshandelingen vernielde Iraanse aardolie-installaties deden voorts een gigantische olie- vlek ontstaan in de Perzische Golf; deze milieuramp van ongekende omvang vormde een directe bedreiging voor de drinkwatervoorzieningen aan de kust van Saoedi-Arabië en van de Golfstaten. De situatie in Midden-Amerika bleef ook in 1983 uiterst zorgelijk. De Amerikaanse bemoeienis met het regime in El Salvador kon de spanning in dit door burgeroorlog geteisterde land alleen maar verhogen, terwijl het in het buitenland georganiseerde en door de Verenigde Staten gesteunde verzet tegen de Sandinistische regering in Nicaragua tot nog grotere onrust in de regio leidde. In de Sovjet-Unie lanceerde de in 1982 aangetreden partijleider Joeri Andropov een groot aantal economische hervormingsplannen. Overigens deden Andropovs wankele gezondheidstoestand en zijn geregelde absentie bij officiële gelegenheden aan het eind van het jaar de vraag rijzen of de Sovjet-Unie nog wel werkelijk door hem werd geleid. De buitenlandse politiek van de Verenigde Staten was, mede door president Reagans harde opstelling tegen- over de Sovjet-Unie, doelwit van kritiek, zowel van de bondgenoten als van de Sovjet-Unie. Constructief overleg tussen de beide supermachten bleef in 1983 dan ook uit. De relatie bereikte in september een dieptepunt na het neerschieten door een Russische straaljager van een uit de koers geraakte Zuidkoreaanse Boeing-747 ten zuidwesten van het eiland Sachalin; het toestel was onderweg van Anchorage in Alaska naar Seoel in Zuid-Korea. Alle inzittenden kwamen om het leven. In Nederland zorgden de diep ingrijpende bezuinigingsplannen van het kabinet-Lubbers voor sociale onrust. De in het kader van de algemene bezuinigingen voorgenomen korting op de ambtenarensalarissen en sociale uitkeringen leidde in het najaar tot de grootste ambtenarenstaking in de Nederlandse geschiedenis. Ook de beleidsvoornemens die op het ministerie van WVC werden gemaakt, deden veel stof opwaaien. Op velerlei wijzen werd getornd aan het vigerende kunstbeleid hetgeen tot onrust leidde bij de in hun voortbestaan bedreigde orkesten en bij beeldende kunstenaars die uit protest tegen de voorgenomen wijziging van de BKR- regeling overgingen tot bezetting van onder meer het Stedelijk Museum te Amsterdam. Vooruitlopend op een eventueel positief besluit van het kabinet ten aanzien van de plaatsing van 48 Ameri- kaanse kruisraketten in Nederland vonden op vele plaatsen van het land betogingen plaats; de argumenten die tegen plaatsing pleitten vonden in grote lagen van de bevolking weerklank. België verloor in 1983 twee vooraanstaande leden van het Koninklijk Huis: op 1 juni overleed prins Karel en op 25 september koning Leopold III. Een hartoperatie noodzaakte premier Martens tot enige tijd rust. Ge- durende zijn afwezigheid in de landspolitiek werd zijn taak waargenomen door vice-premier Jean Gol. De regering vroeg en kreeg opnieuw bijzondere machten voor het voortzetten van het herstelbeleid en sanering van de openbare financiën. Behalve de enigszins verbeterde concurrentiepositie van het bedrijfsleven waren er echter weinig tekenen van economisch herstel aan te wijzen. Tegen de aanhoudende politiek van looninleve- ring kwamen ook in België de ambtenaren massaal in verzet. Communautaire betwistingen, o.m. aangaande de benoeming van de Nederlandsonkundige J. Happart tot burgemeester van de Vlaamse gemeente Voeren en financiering van industriële probleemsectoren zoals de staalindustrie (met name het Waalse bedrijf Cockerill-Sambre), brachten de publieke opinies in Vlaanderen en Wallonië herhaaldelijk lijnrecht tegenover elkaar. Maar telkens werd - zij het soms moeizaam - binnen de nationale regering een vergelijk gevonden. Natuurlijk waren er ook andere dan politieke en economische zaken die de aandacht vroegen. Opvallend was de explosieve groei van de micro-elektronica; nieuwe ontwikkelingen boden ongekende perspectieven op het gebied van onder meer communicatie en dataverwerking. De voortschrijdende miniaturisering en de betere en goedkopere produktiewijzen maakten het voorts mogelijk dat toepassingen als personal computers en com- putergestuurde apparatuur bijna gemeengoed werden. Van belang voor het fundamenteel onderzoek der materie was de aanvang der bouwwerkzaamheden aan de grootste deeltjesversneller ter wereld ten noorden van Genève; na voltooiing zal deze versneller natuurkundi- gen in staat stellen nog dieper door te dringen in de wereld van het ondenkbaar kleine. Ook op juridisch gebied was 1983 een jaar van beweging. Veranderde maatschappelijke opvattingen over eu- thanasie leidden tot een herbezinning op de vraag in welke gevallen hulp bij zelfdoding strafbaar dient te zijn. Naar aanleiding van de ambtenarenacties in Nederland werd het stakingsrecht van de ambtenaar via een aan- tal kort-gedingprocedures getoetst. Voorts trad in Nederland een nieuwe grondwet in werking waarin nu ook het recht op de persoonlijke levenssfeer (privacy) en een breed geformuleerd verbod van discriminatie ‘op wel- ke grond ook’ werden opgenomen. In augustus werd de langverwachte Medianota gepubliceerd, die onder meer uitzicht bood op abonnee-televi- sie. Traditiegetrouw heeft de redactie ernaar gestreefd een binnen het bestek van dit boek zo optimaal mogelijk overzicht van het achterliggende jaar te geven. Ter verhoging van het leesgemak zijn in dit Jaarboek enkele wijzigingen aangebracht in het typografisch beeld; zo zijn trefwoorden duidelijker gemarkeerd en worden samenhangende passages binnen een artikel voorafgegaan door een kenmerkend opschrift. De samenstellers houden zich graag aanbevolen voor kritische opmerkingen van de gebruikers die tot verdere verbetering kun- nen leiden. DE REDACTIE Elsevier Amsterdam/Brussel;  |
9. |
![]() |
Boeknummer: 00383
Het jaar in woord en beeld 1985 Historie -- Het jaar in woord en beeld (1985) [Diverse] Het jaar in woord en beeld Encyclopedisch jaarboek 1985 Een encyclopedisch verslag van het jaar 1984 VOORBERICHT In 1984 was er ten aanzien van een aantal belangrijke wereldproblemen, t.w. de economische crisis en de bewapeningswed- loop, een positieve ontwikkeling te bespeuren. Het langzame herstel van de economie van de westerse landen, dat in 1983 was begonnen, werd voortgezet en de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie gaven, na een lange periode van zwijgen, de bereidheid te kennen met elkaar te gaan praten over de bewapeningsproblematiek. Met betrekking tot een aantal andere mondiale problemen, zoals de milieuvervuiling en de economische en voedselsituatie van de derde wereld, deden zich in 1984 wederom alarmerende gebeurtenissen voor. In Mexico-Stad en Bhopal (India) kostten ontploffingen in resp. een opslagplaats voor vloeibaar gas en een chemische fabriek, gelegen in dichtbevolkte krottenwijken, duizenden mensen het leven en werden er eveneens duizenden gewond, terwijl over de mogelijke gevolgen voor de overlevenden en hun nakomelingen nog niets met zekerheid is te zeggen. De Westeuropese industrielanden wer- den in toenemende mate geconfronteerd met de gevolgen van de neerslag van zure regen, zonder dat een adequaat ant- woord werd gevonden. Afrika kwam wederom in de belangstelling door de aanhoudende droogte in Ethiopië waar tien- duizenden door voedselgebrek omkwamen en nog eens honderdduizenden op zoek naar water en voedsel hun woonplaat- sen verlieten en zo voor een immens vluchtelingenprobleem in het land zelf en de buurlanden zorgden. De zorgwekkende demografische ontwikkelingen in de wereld, met name in de ontwikkelingslanden, kwamen uitvoerig aan de orde op de Wereldbevolkingsconferentie in Mexico, waar ook gepoogd werd een oplossing te vinden voor de grote schuldenlast van de derde wereld op een internationale bijeenkomst van bankiers. Weinig positieve ontwikkelingen waren er in 1984 op regionaal niveau te melden. In het Midden-Oosten duurde de oorlog tussen Irak en Iran onverminderd voort, waarbij een nieuwe ontwikkeling was dat de Verenigde Staten dreigden gewapen- derhand te zullen ingrijpen als de voor het westen zo vitale aardolietransporten in gevaar zouden komen. Israël begon weliswaar met het terugtrekken van zijn troepen uit Zuid-Libanon, maar dit had geen gevolgen voor het voortduren van de burgeroorlog in dat land. De verschillende rivaliserende partijen bleven elkaar op bloedige wijze be- strijden. Wel werd duidelijk dat Syrië een steeds grotere rol gaat spelen op het Libanese toneel. In Afrika leek een regeling met betrekking tot de buitenlandse inmenging in Tsjaad tot stand te zijn gekomen door een initiatief van Griekenland, maar een der belangrijkste partners in dit conflict, Libië, hield zich niet aan zijn afspraken en continueerde zijn aanwezigheid in Tsjaad. Zuid-Afrika ging onverminderd door met het neutraliseren van zijn zwarte buurlanden. Er werden, waarschijnlijk gebruik makend van de slechte economische situatie in die landen, met Angola en Mozambique afspraken gemaakt over het ver- bieden van het gebruik van hun grondgebied voor aanvallen op dat van Zuid-Afrika en Namibië. Een van de grootste Aziatische landen, India, kreeg een gevoelig verlies te incasseren, waarvan de binnenlandse gevolgen op langere termijn nog niet te overzien zijn. Premier Indira Gandhi werd door twee Sikh-lijfwachten vermoord, waar- schijnlijk uit wraak voor een eerder tegen het Sikh-heiligdom in Amritsar ondernomen militaire actie. Haar zoon en op- volger is er voorlopig in geslaagd de rust te herstellen maar de middelpuntvliedende krachten in het etnisch zo verscheiden land worden steeds sterker. In Sri Lanka daarentegen lukte het de centrale overheid niet de vrede tussen de Singalezen en de Tamils te bewaren, wat in de zomer tot een bloedige confrontatie tussen de beide bevolkingsgroepen leidde met o.a. als gevolg een grote uittocht van Tamils naar een aantal Westeuropese landen. In Midden-Amerika bleef de situatie gespannen, met name als gevolg van de dreigende houding van de Verenigde Staten tegenover Nicaragua, dat een klacht indiende bij het Internationaal Gerechtshof in Den Haag wegens inmenging in de binnenlandse aangelegenheden. In Zuid-Amerika werd het democratiseringsproces langzaam voortgezet. Brazilië kreeg een burgerpresident en voor Uru- guay werden democratische verkiezingen aangekondigd. Argentinië werd geconfronteerd met verdere onthullingen over de wandaden van het vroegere militaire bewind. De beide grootmachten hadden met regeringswisselingen of voorbereidingen daarop te maken. In de Verenigde Staten behaalde president Reagan een grote verkiezingsoverwinning op zijn Democratische rivaal Mondale, maar de kritiek op zijn sociaal-economisch beleid en zijn buitenlandse politiek is sindsdien sterker geworden en zijn positie is daardoor nogal verzwakt. In de Sovjet-Unie overleed president en partijleider Andropov, die opgevolgd werd door Tsjernenko. Hij heeft echter nauwelijks een eigen stempel op de politiek kunnen drukken, omdat hij al spoedig ziek werd en binnen een jaar na zijn ambtsaanvaarding zou overlijden. In Nederland stond wederom het sociaal-economisch gebeuren in de belangstelling. De economische situatie in 1984 was duidelijk verbeterd in vergelijking met de voorafgaande jaren, wat o.a. bleek uit de sterk gestegen winsten van een groot aantal grote en middelgrote bedrijven, maar de investeringen namen nauwelijks toe zodat de werkgelegenheid niet ver- beterde. Ook de grote bezuinigingsoperatie van de overheid werd voortgezet. Wel gingen er steeds meer stemmen op om de verdere koopkrachtvermindering een halt toe te roepen om zo de binnenlandse vraag te stimuleren. De verdeeldheid over de aanpak van met name de werkloosheid leidde op politiek niveau tot meerdere aanvaringen tussen de coalitiepartners cda en vvd. Aanvaringen die zich ook voordeden met betrekking tot het mediabeleid en de plaatsing van de kruisraketten. Het grote publiek werd een kijkje gegund in de keuken van het management van het bedrijfsleven door de televisieuitzen- dingen van de verhoren van de Parlementaire Enquêtecommissie over de gang van zaken bij de besteding van overheids- gelden bij het Rijn-Schelde-Verolmeconcem. In België ging de regering-Martens-Gol door met haar strak sociaal-economisch en financieel herstelbeleid, waarvan het in maart bekendgemaakte Spaarplan de hoeksteen vormde. Naarmate echter het verkiezingsjaar 1985 naderde werd de samenhang binnen de coalitie enigszins aangetast: de kruisrakettenkwestie en de discussie rond het burgemeesterschap van José Happart in Voeren laaiden weer op. Het land kreeg in het najaar af te rekenen met een reeks bomaanslagen van een groep die zich Cellules Communistes Combattantes (ccc) noemde en de Belgische voetbalwereld werd op- geschrikt door een fraude- en omkoopschandaal van niet geringe omvang. Zoals gebruikelijk heeft de redactie ernaar gestreefd een zo volledig mogelijk beeld te geven van wat er in 1984 is gebeurd. Om de beschikbare ruimte zo efficiënt mogelijk te gebruiken is een wat andere behandeling van de verschillende landenru- brieken ingevoerd. Een aantal landen waarin tijdens het verslagjaar relatief minder belangrijke gebeurtenissen plaatsvon- den, maar die de redactie ten behoeve van de gebruiker toch wil blijven volgen, zijn regionaal bijeengezet. De gebruiker doet er dan ook goed aan eerst het trefwoord van het betreffende werelddeel te raadplegen waar het behandelschema wordt uiteengezet. Er zijn bovendien verwijzingen naar deze regionaal behandelde landen opgenomen. De staatkundige en sociaal-economische gegevens van alle landen ter wereld zijn opgenomen in een statistisch gedeelte dat volgt op het alfabetische deel. De illustratievolgorde op de bladzijde wordt onderaan die bladzijde schematisch verklaard. DE REDACTIE Elsevier Amsterdam/Brussel;  |
10. |
![]() |
Boeknummer: 00384
Het jaar in woord en beeld 1986 Historie -- Het jaar in woord en beeld (1986) [Diverse] Het jaar in woord en beeld Encyclopedisch jaarboek 1986 Een encyclopedisch verslag van het jaar 1985 INHOUD Samenstelling en medewerkers 4 Voorbericht 5-6 Chronologie van het jaar 1985 7-18 ALFABETISCH GEDEELTE 19-321 COMPENDIUM Necrologie 322-323 Bevolkingsgegevens Nederland 324 Bevolkingsgegevens België 325 Staatkundige en sociaal-economische gegevens van alle landen ter wereld 326-333 Sociaal-economische gegevens van de niet-westerse landen 334-335 Sociaal-economische gegevens van de OESO-landen 336 Lijst van afkortingen 337-342 Medewerkende instellingen 343 Fotoverantwoording 344 REGISTER 345-358 VOORBERICHT In 1985 heeft zich met betrekking tot de vrede en veiligheid in de wereld een aantal nieuwe ontwikkelingen voorgedaan: de twee grootmachten, de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie, hadden voor het eerst na jaren een ontmoeting op het hoogste niveau om een basis te leggen voor een constructievere samenwerking in de toekomst. De besprekingen tussen de Europese landen in het kader van de Europese Ontwapeningsconferentie (EOC) resulteerden in de afsluiting van de inventariserende fase, waardoor de mogelijkheid voor concretere ontwapeningsbesprekingen groter is geworden. Binnen het NATO-bondgenootschap werden initiatieven genomen om tot een zelfstandiger opstelling tegenover de Verenigde Staten te komen door de Westeuropese Unie nieuw leven in te blazen. Ook binnen het Warschaupact werden geluiden gehoord die op een genuanceerdere opstelling van een aantal leden wezen. Het initiatief van de Amerikaanse president Reagan om de ruimte te betrekken bij de strategische defensie kreeg veel kritiek. De bescheiden Russisch-Amerikaanse toenadering was mede mogelijk doordat in de Sovjet-Unie een wisseling van de wacht had plaatsgevonden: partijleider Tsjernenko overleed enige maanden nadat hij aan de macht was gekomen en hij werd opgevolgd door de betrekkelijk jonge Gorbatsjov, die vrijwel direct na zijn ambtsaanvaarding liet weten dat er in de binnen- en buitenlandse politiek een nieuwe wind zou gaan waaien. Mocht er enige hoop op een versoepeling van de betrekkingen tussen de grootmachten zijn ontstaan, veel lokale en regio- nale conflicthaarden bleven bestaan of er werden nieuwe aan toegevoegd. De oorlog tussen Irak en Iran ging onverminderd voort; Libanon bleef een speelbal in de machtsstrijd in het Midden-Oosten, terwijl de Sovjetrussische aanwezigheid in Afghanistan, o.a. door toepassing van nieuwe strategieën, met succes gecontinueerd werd. Op het Afrikaanse continent werden de regeringen van Soedan en Oeganda op ondemocratische wijze aan de kant gezet. De met veel spanning tegemoetgeziene redevoering van de Zuidafrikaanse president Botha over de toekomst van het apartheidsbeleid werd door velen als teleurstellend ervaren: de voorstanders van dat beleid zagen er een ondergraving van de positie van de blanken in en de tegenstanders vonden de aangekondigde wijzigingen absoluut onvoldoende. De al zo lang voorspelde gewelddadige uitbarstingen beperkten zich echter vooralsnog tot het zwarte bevolkingsdeel. De afwachtende binnen- en buitenlandse houding ten opzichte van de nieuwe Indiase premier Rajiv Gandhi sloeg al vrij snel om in enthousiasme en vertrouwen in zijn leiderschap, wat o.a. tot uiting kwam in een opleving van bepaalde sectoren van de Indiase economie. Toen evenwel bleek dat een der grootste problemen van India, het separatisme van de Sikhs, niet zo gemakkelijk opgelost kon worden, werden ook kritische geluiden gehoord. Op de Filippijnen werd onder groeiende kritiek op het bewind van president Marcos het proces tegen de moordenaars van de oppositieleider Aquino gevoerd. Marcos’ bondgenoot, de Verenigde Staten, drong voor het eerst openlijk aan op een verdere democratisering van het bewind. In Zuid-Amerika ging enerzijds het enkele jaren geleden ingezette democratiseringsproces langzaam verder, terwijl ander- zijds enkele gevestigde democratieën zich teweer moesten stellen tegen verdere ondermijning. Braziliës eerste burgerpresident sinds jaren overleed enkele maanden na zijn verkiezing en vlak voor zijn installatie, maar zijn opvolging werd zonder enige problemen op democratische wijze afgewikkeld. In Argentinië werd de afrekening met het gewelddadige, militaire verleden, in de vorm van openbare processen tegen voormalige militaire leiders, voortgezet. De democratie in Colombia kreeg een zware aanval te verduren in de vorm van een gijzeling van de leden van het hoogste rechtscollege door een guerrillabeweging en in Peru ging de confrontatie tussen regering en guerrillabeweging verder. De Mexicaanse democratie kreeg, mede als gevolg van een zware aardbeving in Mexico-City, het verwijt van corruptie en onbekwaamheid in de regeringspartij. In Midden-Amerika bleef Nicaragua de steen des aanstoots, niet in de laatste plaats voor de Verenigde Staten. Pogingen van president Reagan om in de een of andere vorm steun te geven aan de contra-revolutionaire beweging leden wederom schipbreuk in het Congres. In Europa werd de samenwerking verder verstevigd door de toetreding tot de EG van Spanje en Portugal. Groot-Brittannië en Ierland bereikten een principe-overeenkomst over de toekomstige status van Noord-Ierland en met name over de rol daarbij voor de Ierse Republiek. In de Nederlandse politieke verhoudingen wierpen de parlementsverkiezingen van 1986 hun schaduw vooruit. De economie trok verder aan en er was een lichte achteruitgang van het aantal werklozen te bespeuren. De vredesbeweging gaf bij de aanbieding van het volkspetitionnement aan de regering nogmaals een proeve van haar sterkte. In België werd het politieke leven beheerst door de omstreden plaatsing van de eerste 16 kruisraketten in maart en de (vervroegde) parlementsverkiezingen van 13 okt. Omdat de regeringspartijen en met name de CVP versterkt uit die verkiezingen te voorschijn kwamen kon eerste-minister W. Martens in korte tijd met dezelfde coalitiepartners een nieuwe regering vormen. Deze nam zich voor krachtdadig het enigszins getaande herstelbeleid van de vorige bewindsploeg weer op te nemen. Groeiende onrust in de Limburgse steenkolenmijnen wees er evenwel op dat ook de arbeidersbeweging een nieuw elan zocht in de strijd voor het behoud van de werkgelegenheid. Nadat de CCC het hele jaar door van zich had doen spreken met het opeisen van talloze terreuraanslagen kon de Belgische politie in december vier vermoedelijke kopstukken van die organisatie inrekenen. Inmiddels had ook de zgn. bende van Nijvel de gemoederen weer hevig verontrust door het plegen van enkele ongemeen moorddadige overvallen op grootwarenhuizen. Op niet minder dramatische wijze kwam België eind mei in het nieuws toen in het Brusselse Heizelstadion Britse en Italiaanse voetbalsupporters met elkaar op de vuist gingen en er bij de daarop uitgebroken paniek 39 doden vielen. N.B. Om de beschikbare ruimte zo efficiënt mogelijk te gebruiken zijn vrijwel alle in de tekst gebruikte afkortingen (bijv. van internationale organisaties, politieke partijen, vakbonden, enz.) in een speciale afkortingenlijst die voorin het boek is opgenomen, verklaard. De volledige betekenis wordt, waar dat zinvol is, in de oorspronkelijke taal gegeven. In andere gevallen wordt de verklaring in het Nederlands gegeven. De redactie Elsevier Amsterdam/Brussel;  |
11. |
![]() |
Boeknummer: 00385
Het jaar in woord en beeld 1987 Historie -- Het jaar in woord en beeld (1987) [Diverse] Het jaar in woord en beeld Encyclopedisch jaarboek 1987 Een encyclopedisch verslag van het jaar 1986 INHOUD Samenstelling en medewerkers 4 Voorbericht 5-6 Chronologie van het jaar 1986 7-16 ALFABETISCH GEDEELTE 17-325 COMPENDIUM Necrologie 326-327 Bevolkingsgegevens Nederland 328 Bevolkingsgegevens België 329 Staatkundige en sociaal-economische gegevens van alle landen ter wereld 330-337 Sociaal-economische gegevens van de niet-westerse landen 338-339 Sociaal-economische gegevens van de OESO-landen 340 Lijst van afkortingen 341-343 Medewerkende instellingen en fotoverantwoording 344 REGISTER 345-359 VOORBERICHT In 1986 werd de in 1985 op gang gekomen ontspanning tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie, ondanks enkele incidenten, voortgezet. Hoogtepunt was de ontmoeting tussen de Amerikaanse president Reagan en de Sovjetrussische partijleider Gorbatsjov in de IJslandse hoofdstad Reykjavik. Het leek er daarbij op dat het initiatief meer en meer bij de Sovjet-Unie kwam te liggen, waaraan de dynamische persoonlijkheid van de nieuwe partijleider niet geheel onschuldig was. Ook binnenslands zorgde Gorbatsjov voor de nodige beroering door de nadruk die hij legde op de noodzaak van meer openheid (glasnost) in de Sovjetmaatschappij. Illustratief daarvoor was de aanpak van de berichtgeving over de grootste kernramp uit de geschiedenis, de brand in de kerncentrale van Tsjernobyl in de Oekraine. Werd aanvankelijk de grootst mogelijke geheimhouding en terughoudendheid in de binnenlandse berichtgeving betracht, na enige tijd gaven de autoriteiten opening van zaken en werd met voor de Sovjet-Unie ongekende openhartigheid verslag gedaan over de oorzaak en de gevolgen van de catastrofe die tot ver in West-Europa merkbaar waren. Hoogtepunt van het nieuwe beleid was de opheffing van de ballingschap van de Nobelprijswinnaar en dissident-Andrei Sacharov. In de Verenigde Staten daarentegen werd het prestige van president Reagan zwaar aangetast door de onthullingen over de betrokkenheid van zijn persoonlijke staf bij de illegale wapenhandel met Iran, terwijl de Senaatsverkiezingen in een grote overwinning voor de Democraten resulteerden, waardoor de relatie tussen president en Congres niet gemakkelijker werd. Het merendeel van de Europese bondgenoten reageerde negatief op de Amerikaanse bombardementen op Libië, dat verantwoordelijk gesteld werd voor het aanhoudende internationale terrorisme. In het Midden-Oosten bleef de situatie wat betreft de verhouding tussen Israël en de Arabische buurlanden vrijwel gelijk, zij het dat de toenadering tot Jordanië en Marokko voortgezet werd. Wel kwam het tot een definitieve breuk tussen Jordanië en de PLO. De situatie in Libanon bleef verward, met Syrië als voornaamste buitenlandse deelnemer aan de burgeroorlog. Ontvoeringen van Europeanen en Amerikanen en bloedige aanslagen in Frankrijk zorgden ervoor dat het Libanese strijdtoneel niet uit de aandacht van de westerse media verdween. Een van de nijpendste problemen voor een groot aantal Zuidamerikaanse landen, t.w. de enorme schulden aan buitenlandse banken, werd in 1986 ondanks het Baker-Plan niet verder tot een oplossing gebracht. De daling van de aardolieprijs op de wereldmarkt zorgde zelfs voor nieuwe problemen voor enkele van die landen, m.n. Mexico en Venezuela, doordat hun voornaamste exportartikel minder opbracht. Ook de olieproducerende landen in het Midden-Oosten raakten in de problemen en 1 miljoen gastarbeiders, afkomstig uit Egypte, Pakistan en andere landen, werden naar huis gestuurd. In politiek opzicht was er in 1986 in de meeste Latijnsamerikaanse landen sprake van een stabilisering van de situatie. In Suriname echter werd het bewind van legerleider Bouterse meer en meer bedreigd door het optreden van het junglecommando van Brunswijk en in Haïti moest het gehate regime van ‘president voor het leven’ Duvalier plaatsmaken voor een nieuwe regering die democratisering van het openbare leven in het vooruitzicht stelde. Op de Filippijnen deed zich een gelijke ontwikkeling voor door het vertrek van Marcos die opgevolgd werd door de weduwe van de man die jarenlang zijn politieke opponent was geweest, Corazon Aquino. Bij beide machtswisselingen werd druk van de kant van de Verenigde Staten vermoed. In de Volksrepubliek China werd het tempo van de economische liberalisering enigszins vertraagd, maar de verjonging van het partijkader betekende een garantie voor de voortzetting van de enkele jaren eerder ingeslagen weg. In Sri Lanka ging de bloedige confrontatie tussen Tamil-guerrillastrijders en het leger door waarbij in toenemende mate de burgerbevolking het slachtoffer werd. In 1986 ging alle aandacht naar de ontwikkelingen in Zuid-Afrika, waar ondanks terugtrekking van enkele westerse ondernemingen geen doorbraak kwam in de door apartheid gekarakteriseerde verhouding tussen blank en zwart. In Nederland stond het politieke leven in 1986 in het teken van de grote verkiezingswinst van het CDA waardoor de regering-Lubbers haar beleid van bezuinigingen kon voortzetten. Ook in 1986 waren de winterse weersomstandigheden zodanig dat de Elfstedentocht onder enorme publieke belangstelling weer gereden kon worden. In Amsterdam werd Het Muziektheater, thuisbasis voor het Nationaal Ballet en de Nederlandse Opera, geopend en in Zeeland werd met de afsluiting van de Oosterschelde een mijlpaal bereikt in de voltooiing van het Deltaplan. In België, waar de economie door een lage inflatie enigszins kon herademen, lanceerde de regering het ‘Sint-Annaplan’, een besparingsoperatie waarbij alle overheidsdepartementen betrokken waren. Ook werd na lang aarzelen een afslanking van de Kempense Steenkolenmijnen in het vooruitzicht gesteld. In het najaar bracht een uitspraak van de Raad van State, die de burgemeesterbenoeming van José Happart in Voeren nietig verklaarde, de communautaire verscheurdheid van het land weer op het voorplan. De regeringscrisis die hierop volgde, was hevig maar van korte duur. Veel aandacht ging ook naar het proces tegen oud-premier Vanden Boeynants, diverse andere fraudeschandalen en het faillissement (en de verrassende redding) van het dagblad De Morgen. DE REDACTIE Elsevier Amsterdam/Brussel;  |
12. |
![]() |
Boeknummer: 00386
Het jaar in woord en beeld 1988 Historie -- Het jaar in woord en beeld (1988) [Diverse] Het jaar in woord en beeld Encyclopedisch jaarboek 1988 Een encyclopedisch verslag van het jaar 1987 INHOUD Samenstelling en medewerkers 4 Voorbericht 5-6 Chronologie van het jaar 1987 7-16 ALFABETISCH GEDEELTE 17-323 COMPENDIUM Necrologie 324-325 Bevolkingsgegevens Nederland 326 Bevolkingsgegevens België 327 Staatkundige en sociaal-economische gegevens van alle landen ter wereld 328-335 Sociaal-economische gegevens van de niet-westerse landen 336-338 Sociaal-economische gegevens van de OESO-landen 338 Lijst van afkortingen 339-341 Medewerkende instellingen en fotoverantwoording 342 REGISTER 343-359 VOORBERICHT De ontspanning tussen de beide grootmachten, de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten, werd in 1987 voortgezet en vond haar bekroning in de ondertekening van het verdrag tot beperking van de middellange afstandsraketten (INF-akkoord), waarvoor de Russische partijleider Gorbatsjov naar Washington kwam. Het door Gorbatsjov in de Sovjet-Unie op gang gezette proces van meer openheid (glasnost) en politieke en economische hervormingen (perestrojka) werd in intellectuele en artistieke kringen daar enthousiast ontvangen en uitgedragen, maar stuitte binnen het militaire en partij-apparaat op taaie weerstand. De Sovjetrussische betrokkenheid bij Afghanistan bleef ook in 1987 voortduren, maar het werd uit verklaringen van de regering in Moskou duidelijk dat men op korte termijn een oplossing wilde vinden die een terugtrekking van de Sovjettroepen mogelijk zou maken. In de Verenigde Staten bleef de schaduw van de geheime wapenleveranties aan Iran boven president Reagan en zijn naaste medewerkers hangen. De publikatie van twee rapporten, één van een door de president zelf ingestelde commissie en één van een door het Congres benoemde commissie, deed de twijfel aan de bekwaamheid en integriteit van de president en zijn persoonlijke staf alleen maar toenemen. De presidentsverkiezingen van 1988 wierpen hun schaduwen vooruit in de vorm van voorverkiezingen in enkele staten, waarbij echter nog geen duidelijke kanshebber naar voren kwam. In Midden- Amerika lanceerde de Costaricaanse president Arias Sanchez een vredesplan dat hem de Nobelprijs voor de vrede opleverde en deze ‘achtertuin’ van de Verenigde Staten een nieuwe periode van samenwerking en nationale verzoening zou moeten geven. In Suriname werd de terugkeer naar democratischer verhoudingen in gang gezet door algemene verkiezingen die overtuigend gewonnen werden door de burgerlijke partijen, waarmee een einde leek te komen aan de overheersende invloed van de militairen op het politieke leven. In Argentinië bleven de militairen zich roeren, zij het zonder veel gevolgen voor de regering van president Alfonsin, maar zijn positie werd wel verzwakt door de grote verkiezingswinst van de peronisten ten koste van zijn eigen Radicale Partij. In Chili wist president Pinochet zich te handhaven en hij leek zijn positie verder te versterken. In Haïti moesten algemene verkiezingen uitgesteld worden na gewelddadige acties van aanhangers van de verdreven president Duvalier. De Filippijnse president Aquino bleef beperkt in haar politieke mogelijkheden. Van de door haar in het vooruitzicht gestelde politieke maar vooral sociale hervormingen kon door tegenwerking uit geheel verschillende hoeken nog niet veel gerealiseerd worden, wat haar geloofwaardigheid verder ondermijnde. In Zuid-Korea koos de bevolking via een referendum met overgrote meerderheid voor een nieuwe grondwet die voorziet in democratischer verhoudingen in de toekomst. De in de Volksrepubliek China enige jaren geleden in gang gezette liberalisering werd voortgezet. De verjonging van het staats- en partijkader ging verder. In de autonome regio Tibet vonden gewelddadige demonstraties plaats tegen de Chinese aanwezigheid en er werd de terugkeer van de geestelijke leider, de dalai lama, geëist. In India bleven de tegenstellingen tussen Sikhs en Hindoes het politieke leven beïnvloeden en er was sprake van een verdere verzwakking van de positie van premier Gandhi. Het land raakte ook directer betrokken bij de conflicten tussen Tamils en Singalezen op Sri Lanka door een akkoord dat tussen de regeringen van beide staten werd gesloten dat o.a. voorzag in interventie van Indiase troepen in de strijd op het eiland. In de vele conflicten en problemen in het Midden-Oosten was een verdere internationalisering en polarisering te onderkennen. Doordat als gevolg van de oorlogshandelingen tussen Iran en Irak de vrije doorvaart in de Perzische Golf in gevaar kwam, besloten de westerse mogendheden onder aanvoering van de Verenigde Staten marine-eenheden naar het gebied te zenden. In de situatie in Libanon veranderde weinig in positieve zin en in Israël waar de verdeeldheid binnen de regering over het te voeren beleid met betrekking tot de Arabische buurlanden aanhield, kwamen de Palestijnse inwoners, met name in de Gazastrook, in toenemende mate in conflict met Israëliërs. De verdeeldheid binnen de Palestijnse bevrijdingsorganisaties werd opgeheven. In Tunesië werd president Bourguiba wegens hoge leeftijd afgezet. Premier Thatcher van Groot-Brittannië wist door een indrukwekkende verkiezingsoverwinning haar positie, in zowel binnen- als buitenland te verstevigen. Het politieke bedrijf in de Bondsrepubliek Duitsland kwam in opspraak door de zelfmoord van premier Barschel van Sleeswijk-Holstein die beschuldigd werd van malicieuze praktijken tegenover zijn politieke tegenstanders. In Frankrijk kwamen de politieke verhoudingen meer en meer in het teken te staan van de naderende presidentsverkiezingen. Oostenrijk bleef in de internationale aandacht door het oorlogsverleden van zijn president Waldheim. Een gebeurtenis die vergaande gevolgen voor vrijwel alle landen maar zeker voor de westerse industrielanden had, was de spectaculaire val van de koersen van de aandelen op de beurs in Wall Street, vrijwel onmiddellijk gevolgd door dalingen in andere belangrijke financiële centra. De eveneens aanhoudende daling van de koers van de dollar bracht de westerse landen er toe het topoverleg over een gemeenschappelijke aanpak van de gevolgen te intensiveren. In Nederland bleef de politieke discussie geconcentreerd op de bezuinigingen bij de overheid en in de sociale sector en de aanpak van de werkloosheid. Gebeurtenissen van persoonlijke aard die de aandacht trokken, waren de ontvoering van de topman van het Aholdconcern Gerrit Jan Heijn en het overlijden van de socialistische voorman en oud-premier Joop den Uyl. In België trachtte de regering het belang van het economische herstelbeleid in te roepen om de groeiende Vlaams-Waalse tegenstellingen, culminerend in de kwestie Voeren, te bezweren. De mislukking van die poging leidde in het najaar tot de val van de regering. Bij de vervroegde parlementsverkiezingen behield het ontslagnemende kabinet een zo nipte meerderheid dat een coalitiewisseling en een lange formatieperiode zo goed als onvermijdelijk waren. Een wekenlange mijnwerkersstaking kon de gedeeltelijke sluiting van de Kempense Steenkolenmijnen niet beletten en ook de Belgische spoorwegmaatschappij maatschappij was aan een strenge sanering toe. Vóór de haven van Zeebrugge kwamen tientallen mensen om bij het kapseizen van een veerboot. DE REDACTIE Elsevier Amsterdam/Brussel;  |
13. |
![]() |
Boeknummer: 00387
Het jaar in woord en beeld 1989 Historie -- Het jaar in woord en beeld (1989) [Diverse] Het jaar in woord en beeld Encyclopedisch jaarboek 1989 Een encyclopedisch verslag van het jaar 1988 INHOUD Samenstelling en medewerkers 4 Woord vooraf van de uitgever 5 Voorbericht 7-8 CHRONOLOGIE VAN HET JAAR 1988 9-64 MENS EN MAATSCHAPPIJ 65-222 LANDENOVERZICHT 223-321 Artikelen 224-321 Bevolkingsgegevens Nederland 322 Bevolkingsgegevens België 323 Staatkundige en sociaal-economische gegevens van alle landen ter wereld 324-331 Sociaal-economische gegevens van de niet-westerse landen 332-334 Sociaal-economische gegevens van de OESO-landen 334 LIJST VAN AFKORTINGEN 335-337 MEDEWERKENDE INSTELLINGEN EN FOTOVERANTWOORDING 338 NECROLOGIE 339-340 REGISTER 341-359 INHOUDSOPGAVE 360 Geachte Lezer, Voor u ligt het Winkler Prins Jaarboek. Het biedt u de samenvatting van de belangrijkste nieuwsfeiten van 1988. De redactie heeft zorgvuldig de relevante feiten verzameld, voor u samengevat en gemakkelijk toegankelijk gemaakt. Daarbij is voor een deel gebruik gemaakt van bronnen die pas in het voorjaar 1989 zijn verschenen. Daarom verschijnt het Winkler Prins Jaarboek eerst in september, maar daarmee is het ook een uiterst complete samenvatting. De opzet van dit Winkler Prins Jaarboek is, vergeleken met de voorgaande edities, iets veranderd en daarmee duidelijk verbeterd. Om de vele informatie die het Winkler Prins Jaarboek bevat, nog toegankelijker te maken, is met ingang van deze editie gekozen voor een andere rangschikking van de verschillende onderdelen. De chronologie, sinds jaren een vast onderdeel van het jaarboek, is aanzienlijk uitgebreid. Het alfabetisch gedeelte is in tweeën gesplitst, allereerst een alfabetisch gerangschikt gedeelte onder de naam Mens en Maatschappij, met vaste en wisselende trefwoorden, en vervolgens een landenoverzicht. De andere onderdelen van het Jaarboek, zoals statistische gegevens, tabellen, lijsten van afkortingen en register, zijn uitgevoerd zoals u in de voorafgaande jaren gewend was. De redactie zou graag uw suggesties ontvangen voor aanvullingen of verbeteringen van het Winkler Prins Jaarboek. Daarmee kan bij de samenstelling van de volgende edities rekening gehouden worden. Wij wensen u vele plezierige uren met het Winkler Prins Jaarboek toe. De uitgever VOORWOORD 1988 zal waarschijnlijk de geschiedenis ingaan als het jaar, waarin een aantal al jaren slepende internationale conflicten opgelost of dichter naar een oplossing gebracht werden. Allereerst werd de enige jaren geleden ingezette politiek van toenadering tussen de twee grootmachten, de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie, bekroond met de ondertekening van het INF-akkoord dat voorziet in de afschaffing van de korte-afstandraketten, die de beide machtsblokken op elkaars grondgebied gericht hadden. Tevens werden ook regelingen getroffen voor een aantal lokale conflicthaarden, waarbij de beide mogendheden of hun bondgenoten betrokken waren of dreigden betrokken te raken. De bloedige Golfoorlog tussen Irak en Iran, die duizenden mensenlevens heeft gekost, werd beëindigd; de Sovjet- Unie kondigde aan haar troepen uit Afghanistan te zullen terugtrekken en er waren voor het eerst officiële contacten tussen Moskou en Peking, die mogelijk in een duurzamer overlegsituatie zullen uitmonden. In Afrika kwam een akkoord tot stand tussen Zuid-Afrika, Angola en Cuba over de beëindiging van de burgeroorlog in Angola en de staatkundige toekomst van Namibië, en er werd een akkoord gesloten tussen Marokko en het Polisario over de Westelijke Sahara. In het Midden-Oosten werd door de militante opstelling van de Palestijnse bevolkingsgroep in de door Israël bezette gebieden, en door het initiatief van koning Hoessein van Jordanië om zijn aanspraken op de door Israël bezette Westoever op te geven, en het daarop volgende uitroepen van een autonome Palestijnse staat, de al jaren durende status quo doorbroken en mogelijk een uitzicht op een oplossing van het Palestijnse probleem geboden. Bij de grote mogendheden veranderde er binnenslands ook het nodige. In de Verenigde Staten won Reagans partijgenoot Bush op overtuigende wijze de presidentsverkiezingen. In de Sovjet-Unie wist partijleider Gorbatsjov zijn positie verder te verstevigen door tegenstanders van zijn op openheid en herstructurering gericht beleid uit te schakelen, zijn voorstellen voor politieke hervormingen aanvaard te krijgen en zich tot staatshoofd te laten kiezen. De liberalisering van de berichtgeving in de media en van het artistieke leven in het algemeen werd voortgezet en leidde o.a. tot ongekende onthullingen over het Stalinistische verleden en zelfs tot rehabilitatie van tot nog toe doodgezwegen of verketterde communisten van het eerste uur. De grotere openheid leidde ook tot kritische kanttekeningen bij één van de grondslagen van de huidige Sovjet-Unie: het samenleven binnen een federatief staatsverband van volken met geheel verschillende etnische, culturele en historische achtergronden. Met name in de Baltische staten Estland, Letland en Litouwen werd openlijk geageerd tegen de monopoliepositie van de communistische partij. In de Kaukasische republieken kwam het tot bloedige onlusten die met militair geweld onderdrukt moesten worden n.a.v. protesten tegen de positie van de Armeense minderheid in de republiek Azerbajdzjan. De Oosteuropese staten gaven elk hun eigen invulling aan de door Moskou nu openlijk gepropageerde perestrojka, waarbij de DDR en Tsjechoslowakije zich het behoudendst opstelden en Hongarije het verst ging. In Polen bleef de verboden vakbeweging Solidariteit ook in 1988 een machtsfactor, waarmee staat en partij rekening moesten houden. In de meeste Westeuropese landen zette het economisch herstel dat enkele jaren geleden begon, verder door. De groeicijfers waren bevredigend maar de werkloosheid liep in de meeste landen niet noemenswaard terug en lijkt daarmee een structureel probleem te blijven. In Frankrijk werd president Mitterrand op overtuigende wijze herkozen wat hem in de gelegenheid stelde een partijgenoot tot premier te benoemen, waarmee een eind kwam aan de ongelukkige situatie waarbij een politieke tegenstander van het staatshoofd het premierschap bekleedde. De Bondsrepubliek Duitsland werd opgeschrikt door de plotselinge dood van de sterke man van Beieren, Franz Josef Strauss. De sterke vrouw van Groot-Brittannië, Margaret Thatcher, wist zich mede dankzij een sterk verdeelde oppositie te handhaven. In Latijns-Amerika traden veel nieuwe staatshoofden voor het voetlicht. Mexico, Venezuela en Ecuador kozen een nieuwe president. Chili’s dictator Pinochet kreeg van het electoraat te horen dat een voortzetting van zijn ambtsperiode niet gewenst werd en in Suriname werd een nieuwe president beëdigd en leek een nieuwe fase ingeluid te zijn op weg naar een verdere democratisering van de samenleving. In Panama wist de sterke man Noriega, in opspraak gekomen door beschuldigingen van betrokkenheid bij drugshandel, zich ondanks openlijke inmenging van de Verenigde Staten te handhaven. In Nicaragua kwam het tot een akkoord tussen de contra’s en de Sandinisten, en Haïti beleefde wederom een staatsgreep. De Volksrepubliek China, T’ai-wan en Zuid-Korea kregen elk een nieuw staatshoofd, terwijl in China de verjonging van het partij- en regeringsapparaat voortgezet werd. Ook in de Volksrepubliek stak het nationaliteitenprobleem weer de kop op door de onlusten in Tibet die met militair geweld onderdrukt werden. In Pakistan leek in de politiek een nieuwe periode aangebroken met de verkiezingsoverwinning van Benazir Bhutto, de dochter van de in 1980 ter dood gebrachte tegenstander van generaal Zia ul-Haq, die zelf bij een vliegtuigongeluk om het leven kwam. Op de Filippijnen bleef mevrouw Aquino aan de macht ondanks toenemende kritiek op haar naaste omgeving en met name haar familieleden. In Zuid-Afrika verloren de gematigden aan invloed door de verkiezingswinst van de Conservatieve partij en een poging van de regering om haar de wind uit de zeilen te nemen door een verbod van een groot aantal anti- apartheidsgroeperingen liep op niets uit door een algemene proteststaking van de zwarte bevolkingsgroep. Ook in Israël wonnen de behoudende groeperingen aan invloed door de verkiezingswinst van de religieuze partijen. Voor het eerst werd ook door met Israël sympathiserende landen openlijk kritiek geleverd op het optreden in de bezette gebieden. In Nederland kon de regering geruststellende woorden laten horen over de economische ontwikkelingen, maar niet over de werkgelegenheid die ver achterblijft bij het aanbod van arbeid. De bezuinigingsoperatie van de overheid werd verder voortgezet, zij het dat meer en meer belangengroepen daar bezwaar tegen aantekenden. Een kabinetscrisis over het rapport van de parlementaire enquêtecommissie die een onderzoek had ingesteld naar de gang van zaken bij de aanmaak van een nieuw fraudebestendig paspoort, werd door bekwaam manoeuvreren van premier Lubbers voorkomen. De opzienbarende ontvoeringszaak van Heijn vond zijn ontknoping met de arrestatie van de dader en de vondst van het stoffelijk overschot van het slachtoffer. In België begon het verslagjaar met een spectaculaire beursstrijd rond de Generale Maatschappij, de belangrijkste Belgische holding; hoofdrolspelers waren Italiaanse en Franse kapitaalgroepen. Formateur J.-L. Dehaene kreeg na maandenlange onderhandelingen een stabiele vijfpartijenregering op de been, opnieuw geleid door W. Martens. Deze bracht nog binnen het jaar o.m. de eerste twee fasen van een ingrijpende, federalistische staatshervorming en een belastinghervorming tot stand. In het najaar raakte België verwikkeld in diplomatieke schermutselingen met zijn vroegere kolonie Zaïre. Meer nog dan in voorafgaande jaren kwam de problematiek met betrekking tot het behoud van het milieu in de belangstelling. De onthullingen over de verslechtering van het milieu namen snel in aantal toe en deden overheden en internationale samenwerkingsorganisaties rapporten en meerjarenplannen publiceren, zonder dat er overigens concrete maatregelen werden genomen. De redactie en de auteurs hebben zich veel inspanningen getroost deze grote verscheidenheid aan gebeurtenissen en ontwikkelingen overzichtelijk te rangschikken om zo het Jaarboek 1989 een betrouwbare historische bron te laten zijn. Winkler Prins Redactie Elsevier Amsterdam/Brussel;  |
14. |
![]() |
Boeknummer: 00388
Het jaar in woord en beeld 1990 Historie -- Het jaar in woord en beeld (1990) [Diverse] Het jaar in woord en beeld Encyclopedisch jaarboek 1990 Een encyclopedisch verslag van het jaar 1989 INHOUD Samenstelling en medewerkers 4 Woord vooraf van de uitgever 5 Voorbericht 7-8 CHRONOLOGIE VAN HET JAAR 1989 9-64 MENS EN MAATSCHAPPIJ 65-206 LANDENOVERZICHT 207 Artikelen 208-314 Bevolkingsgegevens Nederland 318 Bevolkingsgegevens België 319 Staatkundige en sociaal-economische gegevens van alle landen ter wereld 320-327 Sociaal-economische gegevens van de niet-westerse landen 328-330 Sociaal-economische gegevens van de OESO-landen 330 LIJST VAN AFKORTINGEN 315-317 MEDEWERKENDE INSTELLINGEN EN FOTOVERANTWOORDING 331 NECROLOGIE 332-334 REGISTER 335-359 INHOUDSOPGAVE 360 Geachte Lezer, Voor u ligt het Winkler Prins Jaarboek. Het biedt u de samenvatting van de belangrijkste nieuwsfeiten van 1989. De redactie heeft zorgvuldig de relevante feiten verzameld, voor u samengevat en gemakkelijk toegankelijk gemaakt. Daarbij is voor een deel gebruik gemaakt van bronnen die pas in het voorjaar van 1990 zijn verschenen. Daarom verschijnt het Winkler Prins Jaarboek eerst in september, maar daarmee is het ook een uiterst complete samenvatting. De met het Jaarboek 1989 meegezonden reactiekaartjes hebben een grote respons opgeleverd met vele nuttige suggesties. Enkele daarvan worden in dit jaarboek gerealiseerd. Zo is het landengedeelte voorzien van foto's en verder is het door vele lezers gevraagde weeroverzicht weer opgenomen. ditmaal geïllustreerd met informatieve grafieken i.p.v. tabellen. De redactie houdt zich zoals altijd weer aanbevolen voor opmerkingen die tot verbetering van het Winkler Prins Jaarboek kunnen leiden en hoopt dat u met dit jaarboek veel plezierige uren zult beleven. De uitgever VOORWOORD De ontspannen sfeer die al enige tijd de verhouding tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie kenmerkte, hield in 1989 aan en resulteerde o.a. in een topontmoeting tussen de nieuwe Amerikaanse president Bush en de Sovjetrussische leider Gorbatsjov op Malta, waar een grote mate van overeenstemming over tal van zaken, maar met name over de Oosteuropese ontwikkelingen werd geconstateerd. In de reguliere ontmoetingsplatforms van beide grootmachten en hun bondgenoten, zoals de verschillende ontwapeningsconferenties, werden in 1989 eveneens belangrijke stappen gezet naar verdere ontwapening. De Oosteuropese ontwikkelingen kregen in de tweede helft van 1989 een adembenemend tempo. Polen en Hongarije, waar al enkele jaren openlijk gediscussieerd werd over en geëxperimenteerd werd met andere ideologische principes dan het marxisme, zetten in 1989 definitieve stappen naar een pluriforme, democratische staatsvorm. Polen werd zelfs het eerste Oostblokland met een niet-communistische premier. De DDR, Tsjechoslowakije, Roemenië en Bulgarije, voorheen bastions van het orthodoxe communisme, kregen in 1989 te maken met zodanige uitbarstingen van ontevredenheid van de bevolking, dat de regerende elites verjaagd werden of aanzienlijke concessies deden of, in het geval van Roemenië, de dictator en zijn vrouw ter dood gebracht werden. In alle gevallen deden de regerende communistische partijen afstand van hun machtsmonopolie en werden de principes van de vrije-markteconomie in meer of mindere mate aanvaard. In de Sovjet-Unie wist president Gorbatsjov, die in niet geringe mate bijgedragen had tot de ontwikkelingen in de buurlanden, zich ondanks kritiek van orthodoxe communisten, sociale onrust, een stagnerende economie, het onafhankelijkheidsstreven van een aantal Unierepublieken en etnische onlusten in de Transkaukasische republieken, te handhaven. De ontwikkelingen in Oost-Europa hadden vanzelfsprekend vergaande repercussies, m.n. in Europa. De Bondsrepubliek kreeg niet alleen te maken met een grote toevloed van DDR-burgers, maar werd, daarin in hoge mate gesteund door grote groepen burgers in de DDR, een pleitbezorgster voor een snelle hereniging van de beide Duitslanden. Ook in andere delen van de wereld deden zich allerlei politieke veranderingen voor. In de Volksrepubliek China werd de liberale partijchef Zhao Ziyang na een bloedig onderdrukte studentendemonstratie vervangen door conservatievere krachten. In Japan, de eerste economische macht ter wereld, werd de reputatie van de regerende liberale partij ernstig aangetast door corruptieschandalen en moest premier Takeshita aftreden. De Indiase premier Rajiv Gandhi verdween na een gevoelige stembusnederlaag van het politieke toneel. Een militaire opstand op de Filippijnen tegen het bewind van mevrouw Aquino werd met enige moeite neergeslagen, maar de kritiek op haar en haar medewerkers werd sterker. In Iran overleed de geestelijke leider Chomeiny, de pleitbezorger van een wereldwijde orthodoxe islamitische revolutie, die vlak voor zijn dood nog grote opschudding en ongerustheid veroorzaakte door zijn oproep om de Engels/Pakistaanse schrijver Salman Rushdie te doden wegens diens blasfemisch geachte roman De duivelsverzen. In Zuid-Afrika werd premier Botha vervangen door De Klerk, die meer spoed beloofde bij de oplossing van het rassenprobleem, en in Angola werd begonnen met de terugtrekking van de Cubaanse troepen. Het marxistisch bewind in Ethiopië begon overleg met de opstandelingen, maar een poging om een eind te maken aan de burgeroorlog in Soedan leverde niet veel op. In Latijns-Amerika werd het enige jaren geleden ingezette democratiseringsproces verder voortgezet met de stem- busoverwinning van de christen-democraat Aylwin in Chili, waarmee een eind kwam aan een jarenlange militaire dictatuur. De langst regerende dictator van Latijns-Amerika, generaal Stroessner van Paraguay, werd vervangen, en Argentinië koos, mede onder druk van de aanhoudende economische malaise, voor de peronistische presidentskandidaat Menem. In Brazilië werd voor het eerst in 29 jaar rechtstreeks door de kiezer een nieuwe president gekozen. Colombia kwam veelvuldig in de belangstelling door de strijd tegen de verbouw en handel van verdovende middelen en het gewelddadige verzet daartegen van de drugsmafia. De Verenigde Staten verdreven de Panamese leider Noriega, een ingrijpen dat veel kritiek opriep en op Cuba kwam Gorbatsjov er bij Castro op aandringen de scherpe kantjes van het beleid af te halen. De onder druk van buitenlandse schuldeisers afgedwongen bezuinigingen en prijsverhogingen leidden in enkele Zuidamerikaanse landen tot volksopstanden en grootscheepse plunderpartijen. In het Midden-Oosten veranderde niets wezenlijks aan de politieke verhoudingen. Ondanks de aanhoudende inter- nationale kritiek op Israëls houding tegenover de Palestijnse burgers van het land, boekte Jeruzalem aanzienlijke diplomatieke successen doordat de meeste Oosteuropese landen officiële betrekkingen met Israël aanknoopten. De situatie in Libanon bleef gekenmerkt door het ongebreidelde gebruik van wapens door alle betrokken partijen. Egypte, de matigende kracht in het Midden-Oosten, wist zijn positie verder te versterken en werd weer toegelaten tot de Arabische Liga. In Europa, waar de economische hoogconjunctuur, evenals in Japan en de Verenigde Staten, in de meeste landen onverminderd aanhield, verliep 1989 rustig. Premier Thatcher kreeg steeds meer kritiek op haar beleid, nu ook van haar naaste medewerkers, maar kon zich nog steeds handhaven. De socialisten van de Spaanse premier Gonzales verloren aanzienlijk en aan de machtspositie van de Griekse premier Papandreou kwam een einde. In Noorwegen verloren de socialisten de verkiezingen en kwamen de conservatieven aan het bewind en in Portugal werden door een ingrijpende grondwetswijziging de laatste resten marxisme uit het staatsbestel verwijderd. Bij de Europese verkiezingen, waarvoor de belangstelling weer geringer was dan vorige keren, bleven de socialisten de grootste fractie. In de discussie en de besluitvorming over de monetaire integratie nam het Verenigd Koninkrijk een afwijkend standpunt in. In Nederland kwam na vervroegde verkiezingen voor het eerst sinds jaren een nieuwe regeringscoalitie, ditmaal van CDA en PvdA aan het bewind, die o.a. meer aandacht voor de zwakkere groepen in het vooruitzicht stelde. Uitgebreide stakingen van het verplegend personeel, die door het publiek over het algemeen met veel begrip werden ontvangen, leidden tot salarisverhogingen. De zorg voor het milieu bleef ook in 1989, zowel in de uitspraken van politici als in de aandacht van de media, hoge prioriteit hebben. In België verkoos de regering het tempo van de staatshervorming, die na de installatie van een rechtstreeks verkozen Hoofdstedelijke Raad in Brussel aan haar derde en laatste fase toe was, enigszins te vertragen. De aangekondigde beleidsombuiging op sociaal-economisch vlak werd afgeremd door het nog steeds aanzienlijke begrotingstekort, zodat bepaalde inkomensgroepen die geen deel hadden aan de opbloeiende conjunctuur, zoals de ambtenaren, geen noemenswaardige verbetering van hun relatieve koopkracht konden afdwingen. Het bijwijlen scherpe diplomatieke dispuut met Zaïre werd uiteindelijk bijgelegd en in het najaar kon een lange parlementaire strijd rond de abortuswetgeving voorlopig worden beslecht door de goedkeuring in de Senaat van een voorstel tot onvoorwaardelijke liberalisering. Opmerkelijk waren voorts de ontvoering van oud-premier Vandenboeynants, die na een maand weer werd vrijgelaten tegen een hoog losgeld, en de succesvolle start van de Vlaamse commerciële televisiezender VTM. Winkler Prins Redactie Elsevier Amsterdam/Brussel;  |
15. |
![]() |
Boeknummer: 00389
Het jaar in woord en beeld 1991 Historie -- Het jaar in woord en beeld (1991) [Diverse] Het jaar in woord en beeld Encyclopedisch jaarboek 1991 Een encyclopedisch verslag van het jaar 1990 INHOUD Samenstelling en medewerkers 4 Voorwoord 5 - 6 CHRONOLOGIE VAN HET JAAR 1990 7 - 64 MENS EN MAATSCHAPPIJ 65 Artikelen 66-213 LANDEN OVERZICHT 215 Artikelen 216-327 NECROLOGIE 329 - 333 LIJST VAN AFKORTINGEN 334 - 337 TABELLEN 338 Bevolkingsgegevens Nederland 338 Bevolkingsgegevens België 339 Tabel 1. Staatkundige en sociaal-economische gegevens van alle landen ter wereld 340 - 347 Tabel 2. Sociaal-economische gegevens van de niet-westerse landen 348 - 350 Tabel 3. Sociaal-economische gegevens van de OESO-landen 350 ILLUSTRATIEVERANTWOORDING / BRONNEN 351 REGISTER 352 - 359 INHOUDSOPGAVE 360 VOORWOORD De redactie is verheugd u dit vernieuwde Jaarboek 1991 te kunnen presenteren. De toegankelijkheid en leesbaarheid zijn verhoogd door een andere opmaak van met name de onderdelen Mens en Maatschappij en Landenoverzicht. Deze opmaak in drie kolommen is voor het eerst gebruikt in de in 1990 verschenen negende druk van de Grote Winkler Prins Encyclopedie. De redactie van het Jaarboek 1991 heeft met medewerking van een groot aantal deskundigen de relevante feiten en ontwikkelingen op politiek, sociaal, economisch, wetenschappelijk, artistiek en sportief gebied in 1990 voor u geselecteerd en op toegankelijke wijze samengevat. 1990 was in veel opzichten een gedenkwaardig jaar. De politieke ontwikkelingen in met name Europa, Azië en Afrika voltrokken zich in een snel tempo. Aan het einde van het jaar waren de machtsverhoudingen in en tussen de verscheidene landen in die regio’s, mede als gevolg van de ontspanning in de betrekkingen tussen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten, ingrijpend gewijzigd. De gevolgen van deze politieke aardverschuivingen zijn bij lange na nog niet te overzien. In de eerste zeven maanden van het jaar stond Oost-Europa volop in de belangstelling. Met name de ontwikkelingen in de Duitse Democratische Republiek, jarenlang ogenschijnlijk de meest stabiele en trouwste bondgenoot van de Sovjet-Unie, verliepen in sneltreinvaart. Terwijl de communistische machthebbers nog bezig waren geleidelijk aan hun machtspositie te delen met democratische krachten, ging de factor Duitse eenwording meespelen en werd ten slotte de drijvende kracht achter de ontwikkelingen, die eindigden in een formele opheffing van de DDR en aansluiting bij de Bondsrepubliek Duitsland. Vergeleken daarmee waren de ontwikkelingen in de andere Oosteuropese landen minder sensationeel maar ze waren daarom niet minder ingrijpend. In Polen, Hongarije, Roemenië en Tsjechoslowakije kwamen via vrije verkiezingen niet-communistische partijen aan de macht en begonnen de nieuw gekozen parlementen aan de moeizame taak om langs legale weg de maatschappij te democratiseren en de economie te liberaliseren. De tegenstellingen tussen de verschillende bevolkingsgroepen in Joegoslavië bleken een groot gevaar voor het voortbestaan van de federatie te zijn. In Albanië, tot 1990 vrijwel afgesloten van de buitenwereld, kwam de bevolking massaal de straat op om meer vrijheid te eisen en duizenden Albaniërs zochten hun toevlucht in buitenlandse ambassades in Tirana. De Sovjetrussische president Gorbatsjov, die met zijn politiek van perestrojka en glasnost de kiem voor deze ontwikkelingen had gelegd, had het in eigen land moeilijk. De Unie dreigde uiteen te vallen en er moest gewapenderhand ingegrepen worden om de afscheiding van Litouwen te voorkomen. Ondanks kritiek van links en rechts en een snel verslechterende economie wist Gorbatsjov zijn positie te versterken door zich verstrekkende bevoegdheden te laten toekennen. De Duitse eenwording, de vestiging van de parlementaire democratie in de voormalige communistische landen en de grootscheepse terugtrekking van Sovjet-russische troepen uit Oost-Europa maakten het de deelnemers aan de Europese Conferentie voor Veiligheid en Samenwerking mogelijk in november het Handvest van Parijs te ondertekenen waarin de contouren voor een nieuw, vrij en democratisch Europa vastgelegd zijn. De hoopgevende ontwikkelingen in de eerste zeven maanden van het jaar kregen begin augustus met een klap minder aandacht toen de Iraakse leider Saddam Hoessein het buurland Koeweit binnenviel omdat de oliepolitiek van dit land een bedreiging voor Irak zou zijn. De internationale volkengemeenschap met de Verenigde Staten voorop protesteerden onmiddellijk en gesteund door een serie resoluties van een eensgezinde Veiligheidsraad werd Irak te verstaan gegeven dat deze daad van agressie niet geaccepteerd zou worden. In de hierop volgende maanden werd in het Golfgebied een internationale troepenmacht opgebouwd om de verbale protesten kracht bij te zetten. De tegenacties van Saddam zoals de gijzeling van buitenlanders, de poging om Israël bij het conflict te betrekken, versterkten de internationale wil om de agressie een halt toe te roepen. Aan het eind van het verslagjaar stelde de Veiligheidsraad Irak een ultimatum met betrekking tot terugtrekking van zijn troepen uit Koeweit. Door de situatie in het Midden-Oosten kregen andere ontwikkelingen minder aandacht. Dit gold niet voor de radicale koersverandering van het blanke minderheidsbewind in Zuid-Afrika. De onverwachte vrijlating van ANC-leider Mandela en de toegezegde en in de loop van het jaar in gang gezette afschaffing van het apartheidsbeleid werd wereldwijd toegejuicht en als een positieve ontwikkeling ervaren. De bloedige wraakacties binnen de zwarte Zuidafrikaanse gemeenschap dreigden het normaliseringsproces echter keer op keer te verstoren. Ook een ander, al jaren slepend conflict in Afrika werd op vreedzame wijze uit de wereld geholpen. Namibië, jarenlang onder het internationaal niet erkende voogdijschap van Zuid-Afrika, werd zelfstandig. In andere Afrikaanse landen daarentegen werd geweld gebruikt om veranderingen af te dwingen. In Liberia woedde een burgeroorlog en werd president Doe vermoord. In Soedan werd de al jaren aanhoudende burgeroorlog voortgezet en in Rwanda werd een staatsgreep gepleegd die uiteindelijk tot Belgisch militair ingrijpen aanleiding gaf. In Latijns-Amerika, jarenlang het toneel van staatsgrepen, leek in 1990 de rust weergekeerd. In Chili aanvaardde de democratisch gekozen Aylwin het presidentschap en in Peru werd tot ieders verrassing de onbekende Alberto Fujimori tot president gekozen. In Suriname daarentegen probeerde legerleider Bouterse door middel van een staatsgreep de politieke ontwikkelingen naar zijn hand te zetten, wat in Nederland de discussie over de wenselijkheid van een grotere betrokkenheid bij het politieke leven in Suriname weer deed opleven. In Azië bleef met name Sri Lanka het toneel van bloedige ongeregeldheden als gevolg van het onafhankelijkheidsstreven van de Tamils. Benazir Bhutto moest in Pakistan het veld ruimen op beschuldiging van corruptie. In China werd het economische en politieke leven na de studentenopstanden van 1989 gestabiliseerd. Op het Westeuropese toneel kreeg het plotselinge aftreden van premier Thatcher, die jarenlang het gezicht van de Britse politiek zowel in het binnenland als in het buitenland had bepaald, veel aandacht. Kritiek in de hoogste regionen van haar eigen partij met name op haar verzet tegen de Europese monetaire integratie deed haar besluiten plaats te maken voor haar vertrouweling John Major die zich al spoedig ontpopte tot een politicus met een geheel eigen stijl en beleid. Het EG-besluit de eerste fase van de Economische en Monetaire Unie te laten beginnen, was een verdere fase op weg naar de totale Europese eenwording, een proces waarvoor ook bij de Oosteuropese staten grote belangstelling bestond, waar door de Twaalf overigens nogal afhoudend op werd gereageerd. In Nederland verloor de regeringspartij PvdA aanzienlijk bij de gemeenteraadsverkiezingen, vnl. ten gunste van D66, maar aan de verhoudingen binnen het kabinet deed dat geen afbreuk. Bij de VVD moest fractieleider Voorhoeve het veld ruimen. In de discussies op het Binnenhof stonden de bezuinigingsplannen van de regering en de Sociale Vernieuwing ruim in de aandacht. Het soms provocerende optreden van de nieuwe minister van Verkeer Maij Weggen en haar verstrekkende voorstellen voor een regulering van de nog steeds aanzwellende verkeersstroom zorgden voor veel opwinding. In de samenstelling van de regering werd met het aftreden van minister Braks van Landbouw en Visserij een wijziging aangebracht. In België kwam koning Boudewijn nadrukkelijk op het voorplan: in het voorjaar weigerde hij uit gewetensnood een nieuwe Abortuswet te ondertekenen en vermeed hij een zware constitutionele crisis door kortstondig afstand te doen van de troon. Op zijn zestigste verjaardag werd een koninklijk jubileumjaar met talrijke festiviteiten ingeluid en in het najaar deed Boudewijn enkele opvallende persoonlijke demarches op diplomatiek vlak, onder meer inzake de Rwandakwestie en ten gunste van de Belgische gijzelaars in Irak. Intussen bleef de federalistische staatshervorming onafgewerkt (uitstel van de ‘derde fase'), kwam het justitie-apparaat steeds meer in opspraak en kreeg de landbouwsector in een groot deel van Vlaanderen af te rekenen met een tragische en bijzonder hardnekkige epidemie van varkenspest. Winkler Prins Redactie Elsevier Amsterdam/Brussel;  |
16. |
![]() |
Boeknummer: 00390
Het jaar in woord en beeld 1992 Historie -- Het jaar in woord en beeld (1992) [Diverse] Het jaar in woord en beeld Encyclopedisch jaarboek 1992 Een encyclopedisch verslag van het jaar 1991 Het jaar in woord en beeld Encyclopedisch jaarboek 1992 Een encyclopedisch verslag van het jaar 1991 Het jaar in woord en beeld Encyclopedisch jaarboek 1992 Een encyclopedisch verslag van het jaar 1991 INHOUD Samenstelling en medewerkers 4 Voorwoord 5-8 CHRONOLOGIE VAN HET JAAR 1991 9-67 MENS EN MAATSCHAPPIJ 69 Artikelen 70-210 LANDENOVERZICHT 211 Artikelen 212-321 NECROLOGIE 323-327 LIJST VAN AFKORTINGEN 328-331 TABELLEN 332 Bevolkingsgegevens Nederland 332 Bevolkingsgegevens België 333 Tabel 1. Staatkundige en sociaal-economische gegevens van alle landen ter wereld 334-341 Tabel 2. Sociaal-economische gegevens van de niet-westerse landen 342-344 Tabel 3. Sociaal-economische gegevens van de OESO-landen 344 ILLUSTRATIEVERANTWOORDING / BRONNEN 345 REGISTER 347-358 INHOUDSOPGAVE 359 VOORWOORD In 1991 zijn de ontwikkelingen op het internationale politieke toneel ingrijpend en verstrekkend geweest. Het verder uiteenvallen van het Oostblok, de desintegratie van de Sovjet- unie, de nieuwe machtsverhoudingen in het Midden-Oosten, zuidelijk Afrika en Europa hebben het beeld van een wereldorde die na de Tweede Wereldoorlog is ontstaan, en dat decennia lang heeft gegolden, in korte tijd drastisch gewijzigd. De bezinning daarop en op de consequenties daarvan voor politieke theorieën, economische modellen en strategische concepten (de ‘Nieuwe Wereldorde’) was aan het eind van 1991 dan ook nog maar net begonnen en zal de komende jaren nog doorgaan. De Golfoorlog, die in het begin van 1991 de internationale aandacht opeiste, was een voorbeeld van de gewijzigde machtsverhoudingen. Een geallieerde strijdkracht onder Amerikaans opperbevel wist door middel van een lucht- en landoorlog Irak te dwingen Koeweit te verlaten. Het succes van deze operatie werd, mede door de terughoudende opstelling van de Sovjet-Unie, door de Amerikanen opgeëist. In het kader van de door de Golfoorlog (waaraan Syrië aan de kant van de Verenigde Staten meedeed) gewijzigde verhoudingen dwongen de Amerikanen Israël en zijn Arabische buren met elkaar om de tafel te gaan zitten om tot een duurzame oplossing voor hun problemen te komen en kreeg Syrië de vrije hand in Libanon. Voor het eerst waren de Palestijnen ook gesprekspartners. Dit weerhield Israël er overigens niet van de omstreden vestiging van joodse nederzettingen op de westelijke Jordaanoever voort te zetten. Toenemende Amerikaanse druk om dit beleid te veranderen, baatte niet. De Iraakse leider Saddam Hoessein bleef, ondanks de verloren Golfoorlog en het felle verzet van met name het Koerdische bevolkingsdeel, een machtsfactor waarmee rekening gehouden moest worden, niet in de laatste plaats door het feit dat Irak in staat werd geacht kernwapens te ontwikkelen. Later in 1991 kwamen de ontwikkelingen met name in de Sovjet-Unie in het middelpunt van de belangstelling te staan. Hoewel de meerderheid van de bevolking van de Sovjet-Unie in maart via een referendum te kennen had gegeven de bestaande staatsvorm te willen continueren, bleken de middelpuntvliedende krachten uiteindelijk te groot. De Baltische staten Estland, Letland en Litouwen scheidden zich af van de Unie en daarmee werd een proces in gang gezet dat er uiteindelijk toe leidde dat alle Sovjet-republieken zich onafhankelijk verklaarden. President Gorbatsjov, in het buitenland altijd veel populairder dan in eigen land, hield tevergeefs een pleidooi voor het behoud van de een of andere vorm van federatief samen- gaan, maar hij verloor steeds meer terrein aan zijn rivaal Jeltsin, een verklaard voorstander van de onafhankelijkheid van de Russische Federatie. Toen Jeltsin na de mislukte coup van conservatieve communisten in augustus als sterke man naar voren kwam, werd Gorbatsjov op een zijspoor gezet, de communistische partij opgeheven en riep de ene na de andere Unierepubliek de zelfstandigheid uit. De Russische Federatie, verreweg de grootste republiek in oppervlakte en inwonertal, stelde zich al spoedig aan het hoofd van de nieuwe republieken en in december werd in Minsk een nieuwe samenwerkingsvorm tussen de voormalige Sovjetrepublieken gesticht: het Gemenebest van Onafhankelijke Staten (GOS). De republiek Georgië verkoos zich daarbij niet aan te sluiten. De positie van de minderheden in de verschillende republieken bleef problematisch, en met name tussen Azerbajdzjan en Armenië werden conflicten gewapenderwijze uitgevochten, waarbij veel slachtoffers vielen. De economische situatie verslechterde in de loop van het jaar aanzienlijk. De aarzelende liberalisering van de planeconomie en het begin van de markteconomie leverden voor de meeste consumenten aanvankelijk alleen maar teleurstellingen op. Zij zagen zich geconfronteerd met stijgende prijzen, schaarste van de belangrijkste levensmiddelen en onzekere toekomstperspectieven. Het Westen bleek evenwel niet bereid, ondanks herhaalde verzoeken van de autoriteiten, om financiële hulp te geven. Wel werden enkele malen grote hoeveelheden levensmiddelen en medicijnen naar het Oosten gezonden. Joegoslavië was het andere Europese excommunistische land dat ruimschoots in de aandacht kwam. Vooruitlopend op een andere staatsvorm, waarover al enige tijd gediscussieerd was, besloten de deelstaten Kroatië en Slovenië hun onafhankelijkheid uit te roepen, ondanks verzet en protest van de andere deelstaten en met name van Servië. Het federale leger werd ingezet om de eenheid van de Joegoslavische federatie te handhaven, maar Kroatië en Slovenië, inmiddels voorzien van eigen legers, verzetten zich en een burgeroorlog brak uit, die voornamelijk op Kroatisch grondgebied uitgevochten werd. Naarmate het jaar verstreek kreeg de oorlog meer en meer het karakter van een treffen tussen Kroatië en Servië, dat, om de rechten van zijn minderheden in Kroatië te beschermen, overging tot bombardementen op Kroatische steden. Bemiddelingspogingen van met name de Europese Gemeenschappen liepen op niets uit en de internationale gemeenschap, Duitsland voorop, besloot tegen het einde van het jaar zich bij de feiten neer te leggen en de zelfstandigheid van Kroatië en Slovenië te erkennen. In de andere nieuwe Europese democratieën kwam de minderhedenproblematiek in 1991 ook duidelijker naar voren. In Tsjechoslowakije roerden de Slowaakse nationalisten zich meer en meer en in Roemenië kwam de positie van de Hongaarse minderheid ter discussie. In Albanië wist de leider Alia weliswaar zijn positie te behouden, maar het marxisme werd als richtinggevende ideologie opgegeven en er werd een begin gemaakt met een markteconomie. Ook hier verslechterde de economische situatie zodanig dat duizenden Albanezen probeerden hun land te verlaten om een toevlucht te zoeken in Italië, dat hen echter onverrichterzake terugstuurde, daarmee een voorbeeld stellend voor de wellicht miljoenen Oosteuropeanen die, naar gevreesd werd, hun toevlucht zouden zoeken in West-Europa. Een ander gevolg van de ontwikkelingen in het voormalige Oostblok was de opheffing van het Warschaupact en als gevolg daarvan een heroverweging van de doelstellingen van het westelijke bondgenootschap, de NATO, die haar taak in de toekomst meer op het politieke vlak ziet liggen. Het proces van ontwapening dat enkele jaren geleden werd ingezet, werd in 1991 voortgezet. Ook voor de andere westerse samenwerkingsvorm, de Europese Gemeenschappen, was het een bewogen jaar. Nu de economische gemeenschap hard op weg is een feit te worden, werd het tijd over grotere monetaire en politieke samenwerking te spreken, maar hier bleken de lidstaten veel minder eensgezind. Een voorstel van Nederland, dat in de tweede helft van het jaar het voorzitterschap bekleedde, werd van tafel geveegd en de Europese Top in Maastricht aan het einde van het jaar leverde niet veel meer op dan een compromis tussen de verschillende voorstellen en een uitzonderingspositie voor Groot-Brittannië. In het verenigde Duitsland werd een groot deel van de publieke discussie in 1991 in beslag genomen door de onthullingen van de Stasi-praktijken en de medeplichtigheid van miljoenen voormalige Oostduitsers. De positie van bondskanselier Kohl verzwakte aanzienlijk, toen bleek dat de kosten van de hereniging aanzienlijk hoger uitvielen dan aanvankelijk voorgesteld was en dat de economische gelijkstelling van de voormalige DDR- burgers met hun westelijke landgenoten langer zou gaan duren dan voorspeld was. Evenals een aantal andere westerse democratieën kreeg Duits- land te maken met gewelddadige uitbarstingen van vreemdelingenhaat. In Frankrijk werd premier Rocard vervangen door mevrouw Cresson, een vertrouwelinge van president Mitterrand. Door een aantal controversiële uitspraken daalde haar aanvankelijke populariteit al snel. De Britse premier Major wist zich te ontdoen van de schaduw van zijn voorganger mevrouw Thatcher en profileerde zich als een doortastend politicus. De aanhoudende economische recessie bracht veel Britten in grote moeilijkheden en deed de roep om vervroegde verkiezingen sterker worden. Hoewel de Amerikaanse president Bush als de grote winnaar uit de Golf-oorlog te voorschijn was gekomen, was zijn populariteit met name in eigen land van korte duur. De aanhoudende economische recessie die de werkloosheid in bepaalde delen van de Verenigde Staten, met name in de oude industriegebieden, tot een ongekende hoogte had opgedreven, werkte zeer in het nadeel van Bush en zijn in economisch opzicht conservatieve regeringsploeg. Met name de Amerikaanse middenklasse zag haar levenswijze bedreigd en met het verkiezingsjaar 1992 voor de deur moest Bush alle zeilen bijzetten om zijn beleid te verdedigen. In Latijns-Amerika, jarenlang het toneel van gewelddadige opstanden en verzet tegen de machthebbers, was 1991 een tamelijk rustig jaar. Met name Argentinië bleek te profiteren van een economische opleving, dit in tegenstelling tot zijn grote rivaal Brazilië, dat ernstig te lijden had van een economische recessie. In Suriname keerden langzamerhand democratischer verhoudingen terug en werd de invloed van legerleider Bouterse ingedamd. In Afrika ging de aandacht vooral uit naar Zuid-Afrika waar president De Klerk voortging met zijn beleid om te komen tot een integratie van de verschillende bevolkingsgroepen binnen één staatsverband. Veel kritiek en tegenstand ondervond hij daarbij van rechtse blanke groeperingen, terwijl anderzijds het ANC zijn hervormingsvoorstellen niet ver genoeg vond gaan. Maar ook in andere Afrikaanse landen waren opmerkelijke ontwikkelingen te bespeuren. In Ethiopië kwam het bewind van Mengistu ten val en werd een regering geïnstalleerd die meer democratie in haar vaandel had staan. Eritrea maakte van de gelegenheid gebruik om zich verder los te maken van Ethiopië. In Algerije wist het Front van Islamitische Redding een grote verkiezingsoverwinning te behalen, tot grote schrik van het meer progressieve deel van de bevolking. In Azië bleef in 1991 veel bij het oude, maar toch deden zich ook hier ontwikkelingen voor die op lange termijn voor een grondige verschuiving van de politieke machtsverhoudingen kunnen zorgen. Japan wist zonder veel ophef zijn economische invloed verder uit te breiden. Met name het Aziatische deel van de uiteengevallen Sovjet-Unie, dat rijk aan belangrijke grondstoffen is, had de Japanse belangstelling en de Mongoolse republiek, waar in 1991 een begin werd gemaakt met de markteconomie en de overheersende positie van de communistische partij werd opgeheven, kreeg grootscheepse Japanse steun toegezegd. De Volksrepubliek China hield vast aan haar marxistische oriëntatie, maar voerde anderzijds een zeer pragmatische economische koers. In Kambodja werd vrede gesloten en kwam het vroegere staatshoofd prins Norodom Sihanouk weer terug. India werd opgeschrikt door de moord op de vroegere premier Rajiv Gandhi. In het Nederlandse politieke leven stond de discussie over de herziening van het sociale stelsel in het middelpunt van de belangstelling. De voorstellen over de beperking van de toepassing van de WAO en de herziening van het financieringssysteem van de ziektekosten riepen veel emoties en protesten op, niet in de laatste plaats bij de achterban van de regeringspartij PvdA. De discussie over het te voeren asielbeleid kreeg een gewelddadig aspect door een bomaanslag op het huis van de verantwoordelijke staatssecretaris. België is in 1991 weer een stapje dichter bij de ontbinding van de staat gekomen. De nationale regering weigerde - zo kort na de Golfoorlog - de wapenuitvoer naar het Midden-Oosten goed te keuren, reden voor de Waalse Executieve deze (nationale) bevoegdheid aan zich te trekken. Daarop verliet de Volksunie de regering, die niet veel later viel. De uitslag van de verkiezingen op 24 november was dramatisch: alle traditionele partijen, de regeringsfracties voorop, kregen ongenadig slaag van de kiezer. De proteststemmen werden vooral verzameld door het Vlaams Blok, dat wel zijn kamerzetels bezette maar de opmars door de instituties afwees. Met de val van de regering kwam een einde aan het tijdperk-Martens: de boedelscheiding kon beginnen. Winkler Prins Redactie Elsevier Amsterdam/Brussel;  |
17. |
![]() |
Boeknummer: 00391
Het jaar in woord en beeld 1993 Historie -- Het jaar in woord en beeld (1993) [Diverse] Het jaar in woord en beeld Encyclopedisch jaarboek 1993 Een encyclopedisch verslag van het jaar 1992 Inhoud 7. De wereld in 1992 - Hans van der Meulen 13. Chronologie van 1992 - Rik Fransen, Jet van Motman 63. Politiek 64.Europa en het Verdrag van Maastricht - Paul Tennissen 68. De toekomst van het GOS - Huib Hendrikse 72. De Joegoslavische brandhaard - Wilma van Meteren 76. Beelden van Afrika - Peter Geschiere 80. Landen - Sorin Alexandrescu, Eric Beijen, Han ten Brummelhuis, Jac Dijt, Jozien Driessen-van het Reve, Geert Groot Koerkamp, Wim van Haaren, Paul Hoebink, Theo Jonker, John Kleinen Stefan Landsberger Laszló Maracz, Johan van Minnen, Jet van Motman, Otto van den Muijzenberg, Guido Peeters, Stephan Raes, Pieter de Rijke, Janet Rodenburg, Karel Roskam, Erik van Schaik, Willem van Schendel, Henk en Nico Schulte Nordholt, Theo van Toor, Nevenka Tromp-Vrkic, Boudewijn Walraven 287. Organisaties - Eric Beijen, Karel Blei, Lambert van Gelder, Wim van Haaren, Ruud Hoff, Jan Klabbers, Dick Leurdijk, Hans van der Meulen, Otto van den Muijzenberg 295. Maatschappij 296. De wereldeconomie in 1992 - Ed Lof 300. Migratie in Europa - Han Entzinger 304. Varia - Paul Brandt 311. Nieuwe produkten - Frans Duivis 317. Cultuur 318. Presentatie Nederlandse cultuur in het buitenland - Maarten Mourik 322. Beeldende kunst - Veerle van Durme, Ankie de Jongh-Vermeulen 328. Dans - Conrad van de Weetering 330. Film - Hans Beerekamp 336. Literatuur - Jaap Goedegebuure, Joop Strating 344. Media - Joan Hemels, Jan Drijvers 350. Mode - Marian Conrads 352. Muziek - Hans de Velde, Erna Metdepenninghen, Erik van den Berg, Rob Leurentop, Swie Tio 360. Theater - Willem Rodenhuis, Pol Arias 363. Vormgeving - Renny Ramakers 365. Wetenschap 366. De milieutop in Rio - Lucas Reijnders 370. Veiligheid in het verkeer - Willem A. Wagenaar 374. Dendrochronologie in beweging - Aart Brouwer 378. Varia - George Beekman 385. Sport - Frans Duivis 403. Overleden in 1992 - Jolijn van Dop, Jan Fraipont 417. Het weer - Francis Bauwens (KMI, Ukkel), Peter Timofeeff (KNMI, de Bilt) 421. Prijzen - Maggy Groenewald-Froger 425 Register 432 Fotoverantwoording De wereld in 1992 Het jaar 1992 stond in het teken van groeiende etnische spanningen in Midden- en Oost-Europa, zowel binnen landen als tussen landen onderling. Europa, dat sinds het begin van de jaren vijftig zo ongeveer het meest stabiele deel van de wereld was geweest, werd hierdoor een van de grootste mondiale conflictgebieden. Internationale bemoeienis was niet toereikend om de groeiende instabiliteit, de wrede etnische zuiveringsacties en de zorgwekkende economische teruggang in grote delen van oostelijk Europa tegen te houden. Joegoslavië Dat gold zeker voor het voormalige Joegoslavië, hoewel hier aanvankelijk een keer ten goede viel te constateren. De vijftiende wapenstilstand in de gevechten tussen Kroatië en het door Serviërs geleide Joegoslavische federale leger, die begin januari door de speciale VN-afgezant Cyrus Vance bereikt was, bleek goed te worden nageleefd. Hierdoor werd de weg geëffend voor de stationering van VN-vredestroepen. Deze internationale strijdmacht, die met 14000 man een der grootste uit de VN-geschiedenis was en contingenten uit 30 landen bevatte, begon in de loop van maart posities in te nemen. De meeste troepen werden geplaatst in Oost- en Zuid-Kroatië, en wel in de drie Servische enclaves Oost- en West-Slavonië en Krajina. Aanvankelijk heerste grote bezorgdheid over de veiligheid van deze troepen. Servische guerrillaleiders in de enclaves beschouwden de VN als handlangers van de Kroaten en dreigden met aanslagen. De Kroatische president Franjo Tudman daarentegen vreesde dat de VN-macht het verlies van een deel van zijn grondgebied aan Servië zou legitimeren en wilde daarom slechts met stationering voor de duur van een jaar akkoord gaan. Niettemin bleef het in Kroatië in 1992 betrekkelijk rustig. Bosnië Dat was niet het geval in Bosnië-Herzegovina. Toen in deze deelrepubliek stappen werden ondernomen om, naar het voorbeeld van Slovenië en Kroatië, de onafhankelijkheid uit te roepen, kwam het al gauw tot heftige gevechten tussen Kroatische en Moslimse troepen enerzijds en eenheden van het federale Joegoslavische leger en Servische guerrillastrijders aan de andere kant. De lont in het kruitvat was het referendum op 29 februari en 1 maart. Hierbij stemde 99,4% van de kiezers voor volledige zelfstandigheid. De overgrote meerderheid van de Serviërs, die ruim 30% van de bevolking uitmaakten, boycotte het referendum echter: onafhankelijkheid hield voor hen in dat ze in plaats van de grootste bevolkingsgroep (in Joegoslavië) een minderheid (in Bosnië) zouden worden. (Moslims vormden 44% van de Bosnische bevolking, Kroaten 17%). Op 27 maart riepen de Servische leiders in Bosnië een eigen republiek uit en begonnen ze, met hulp van het naburige Servië, grote delen van het land van Kroaten en vooral Moslims te ‘zuiveren’. Onder meer waren de Serviërs eropuit in Bosnië corridors tot stand te brengen naar Servische enclaves in Kroatië. Maar uit het feit dat ze in de loop van het jaar 70% van het Bosnische grondgebied bezetten, kon worden afgeleid dat het tevens hun bedoeling was de Servische minderheid in de republiek aan een overheersende positie te helpen. Op 21 april kwam Sarajevo, met zijn sterk gemengde bevolking, onder artillerievuur te liggen. De Servische beschietingen van de hoofdstad zouden het gehele jaar voortduren. Voedsel werd steeds schaarser omdat internationale hulpkonvooien vaak hun bestemming niet bereikten. Maar ook buiten de hoofdstad speelden zich verschrikkelijke taferelen af. Begin augustus kwamen de eerste berichten naar buiten over Servische concentratiekampen voor Kroaten en vooral Moslims. Martelingen en moordpartijen bleken hier dagelijks voor te komen. Ook de ‘etnische zuiveringen’ in de Bosnische dorpen gingen gepaard met moorddadig geweld tegen de burgerbevolking en verkrachtingen van vrouwen. De buitenwereld, en in het bijzonder de Britse Lord Carrington (tot eind augustus hoofd van de EG-vredesconferentie over Joegoslavië), deed vergeefse pogingen een staakt-het-vuren en een politieke regeling tot stand te brengen. De Veiligheidsraad van de VN kondigde op 30 mei sancties tegen Servië af, waaronder een verplichte, maar onvoldoende nageleefde, economische boycot. Eind augustus kwam in Londen onder auspiciën van de VN een groot aantal landen bijeen, dat onder meer besloot tot intensieve hulpacties en afkondiging van een verbod op militaire vluchten boven het voormalige Joegoslavië. Opnieuw brachten internationale bemiddelaars - Cyrus Vance en de Brit Lord Owen, die Lord Carringtons werkzaamheden overnam - de verschillende partijen in Bosnië rond de tafel. Ingrijpen Resultaten bleven echter ook nu uit. De strijd laaide in het najaar van 1992 zelfs nog hoger op omdat Kroaten en Moslims zich steeds hardnekkiger tegen de Servische milities teweerstelden. De buitenwereld bleek ernstig verdeeld over de vraag of er militair ingegrepen moest worden. Toen bijvoorbeeld Amerikaanse diplomaten begin oktober in de Veiligheidsraad de inzet van luchtmachteenheden suggereerden, om het door Servië voortdurende geschonden verbod op militaire vluchten effectief te maken, bleken Groot-Brittannië en Frankrijk grote bezwaren te hebben. Pas toen bij de Servische presidentsverkiezingen van 20 december Slobodan Milosevic werd herkozen lieten deze landen hun verzet varen en kon de Veiligheidsraad de beraadslagingen over het gebruik van geweld hervatten. Ook over een politieke oplossing voor Bosnië kon het Westen het onderling moeilijk eens worden. Het aarzelde tussen terugkeer naar de toestand die voor het conflict bestond (een multi-etnische eenheidsstaat onder een Moslim-premier) en opsplitsing van Bosnië volgens etnische criteria. De eerste mogelijkheid was praktisch onuitvoerbaar, de tweede zou een vorm van erkenning van de ‘etnische zuivering’ inhouden. Wat de Bosnische Moslims bovenal vreesden, was een onderling akkoord tussen Kroatische en Servische leiders over een deling van Bosnië. Sinds 1990 werd hier herhaaldelijk over onderhandeld; naarmate voor de Serviërs met doorvechten minder te winnen en meer te verliezen viel, nam de kans op een ondershands vergelijk toe. Tegelijk groeide hierdoor echter de kans op radicalisering onder de Moslims, die op de sympathie konden rekenen van landen als Iran, Libië en ook Turkije. Gemenebest van Onafhankelijke Staten Conflicten en desintegratieverschijnselen deden zich ook op grote schaal voor in de voormalige Sovjetunie. Het Gemenebest van Onafhankelijke Staten, dat eind '1991 haastig in het leven was geroepen toen de Sovjetunie ophield te bestaan, bleek een bron van nieuwe spanningen te worden. Rusland hoopte op een soort statenbond, weliswaar zonder leidend centrum, maar wel met gemeenschappelijke organen. Daarentegen stelde Oekraïne juist het bereiken van zijn volledige zelfstandigheid centraal en beschouwde men in Kiev het GOS slechts als een zeer tijdelijk arrangement. Het was haast een wonder dat er toch nog een samenwerkingsverband te realiseren viel. Ook in 1992 bleef de relatie tussen beide republieken overigens explosief. Oekraïne kwam met enkele zeer controversiële aanspraken. Het eiste de jurisdictie op over alle ex-Sovjetstrijdkrachten op zijn grondgebied, waaronder de Zwarte-Zeevloot. Ook eiste het dat de Krim deel van de nieuwe staat zou blijven uit maken. Het deed bovendien pogingen een deel van het Sovjetkernarsenaal voorlopig onder zijn beheer te houden, ondanks aandringen van Moskou (en ook Washington) om met de status van niet-kernwapenland akkoord te gaan. Door de Oekraïense houding stagneerde de tenuitvoerlegging van het START-verdrag, dat op 31 juli 1991 door de VS en de toenmalige Sovjetunie was gesloten en dat voorzag in een vermindering van de strategische kernarsenalen met ten minste 30%. Niettemin ondertekenden op 18 juni de presidenten Bush en Jeltsin een overeenkomst over verdere verminderingen, tot ongeveer een derde van de toenmalige bestanden. Ook dit START 11-verdrag, dat eind 1992 in zijn definitieve vorm kon worden gegoten, bleek echter geblokkeerd te worden door de Oekraïense weigering om in te stemmen met de ontmanteling van ‘zijn’ deel van het voormalige Sovjetarsenaal. Voor Rusland vormden de Oekraïense opvattingen over onafhankelijkheid een regelrechte provocatie. Conservatieve, maar ook meer gematigde krachten in Moskou werden gesterkt in hun overtuiging dat Jeltsin niet alleen de Sovjetunie om zeep had geholpen, maar ook Ruslands positie als grote mogendheid had ondermijnd. Etnische problemen Ook in andere republieken bevonden zich Russische minderheden: in totaal woonden er zo’n 25 miljoen Russen buiten Rusland. In het bijzonder in de Baltische republieken bleken ze gediscrimineerd te worden, wat maakte dat ook de relaties tussen Moskou en Estland, Letland en Litouwen zeer gespannen raak- ten, In geen van bovengenoemde gevallen kwam het echter tot gewelddadige botsingen op grote schaa. Maar in andere delen van de voormalige Sovjetunie ging het minder vreedzaam toe. Zo braken in de ex-Sovjetrepubliek Moldavië begin 1992 hevige gevechten uit. Eerder had daar een deel van de bevolking, voornamelijk Russen en Oekraïeners, zich onder leiding van orthodoxe communisten verenigd in een afzonderlijke republiek langs de linkeroever van de Dnjestr. Het argument voor deze afscheiding was dat de Moldavische regering uit was op gedwongen ‘roemenisering’ en hereniging met het naburige Roemenië. Op 28 maart kondigde Moldavië de noodtoestand af en verhevigden de gevechten tussen Moldavische troepen en Russische gardisten van de ‘Dnjestrrepubliek’. Het conflict was mede daarom zo gevaarlijk omdat in de afgescheiden republiek eenheden waren gestationeerd van het 14de leger van de voormalige Sovjetunie, die zich soms met de strijd dreigden te bemoeien. Een ander toneel van hevige strijd vormde de Kaukasus. Armenië en Azerbajdzjan bleven elkaar naar het leven staan over de status van de enclave Nagorno-Karabach, waar de meerderheid van de bevolking uit Armeniërs bestaat, maar die sinds 1921 tot Azerbajdzjan behoort. In Georgië, met zijn gecompliceerde etnische structuur, laaiden voortdurend burgeroorlogen op. De verdrijving van de eind 1991 democratisch gekozen president Zviad Gamsachoerdia en de installatie van Edoeard Sjevardnadze tot voorzitter van een nieuw opgerichte Staatsraad, op 10 maart, betekenden zeker niet het einde van de chaotische en gewelddadige conflicten in deze republiek. Ook binnen Rusland, verreweg de grootste onder de nieuwe republieken, was het hier en daar zeer onrustig. Nationalistische uitbarstingen van geweld in gebieden als Tatarstan en de noordelijke Kaukasus leken het begin te zullen vormen van een uiteenvallen van de Russische federatie. Ook tegenover deze ontwikkeling stond de Russische president Jeltsin machteloos. Economische malaise De kritiek op hem van de kant van nationalisten en ex-communisten groeide in de loop van het jaar krachtig, wat maakte dat de Russische leiders ook hun economische hervormingsplannen niet behoorlijk konden uitvoeren. Slechts tot op zekere hoogte maakte Rusland vorderingen met het proces van economische hervormingen: prijzen werden geliberaliseerd, het socialistische stelsel van gecentraliseerde verdeling werd grotendeels ontmanteld en Moskou en andere grote steden veranderden door de komst van tienduizenden straathandelaren sterk van karakter. De privatisering van grote ondernemingen kwam echter slechts aarzelend op gang. Nieuwe ondernemers bleken zich meer aangetrokken te voelen tot handel dan tot produktie. De afspraken met het Internationaal Monetair Fonds wat betreft inflatie en begrotingstekorten werden niet nageleefd, en mede als gevolg hiervan bleven massale buitenlandse investeringen uit. Begin december weigerde het door conservatieven overheerste Russische parlement akkoord te gaan met het aanblijven van de liberaal Jegor Gaidar als premier. Dit betekende een zware tegenslag voor Jeltsin. De opvolger van Gaidar, ViktorTsjernomyrdin, verklaarde na zijn benoeming op 14 december dat hij aan het hervormingsbeleid zou vasthouden, maar niet ‘ten koste van verdere verarming van het volk’. Oost-Europa Desintegratieverschijnselen deden zich echter ook voor in landen die aanvankelijk een vrij zonnige toekomst leken te hebben. Dat gold in het bijzonder voor Tsjechoslowakije. Op 5 juni werden daar federale verkiezingen gehouden die in Slowakije een zege opleverden voor de linkse nationalisten van Vladimn- Meciar en die in de Tsjechische landen de liberalen van Vaclav Klaus aan de macht hielpen. De twee politici kregen van president Vaclav Havel de opdracht samen een nieuwe federale regering te vormen. Ze konden het echter slechts eens worden over de ontbinding van de federatie. Eind augustus kwamen ze overeen dat deze ontbinding op 1 januari 1993 van kracht zou worden. In het bijzonder de toekomstige Slowaakse republiek leek, als het armste deel der natie, moeilijke tijden tegemoet te gaan. Spanningen rezen met het naburige Hongarije toen Slowakije in september een grondwet aanvaardde waarin het Slowaaks als ‘staatstaal’ werd aangeduid. Mede hierom maakte Boedapest zich zorgen over het lot van de 600000 Hongaren in de Slowaakse republiek. Niet verrassend in dit verband is dat het meest homogene van de Oosteuropese landen, nl. Polen, in 1992 weinig onrust kende. Aan een periode van moeizaam zoeken naar een goed functionerende regering kwam een einde toen begin juli Hanna Suchocka erin slaagde een uit zeven partijen bestaande coalitie te vormen die de tegenstellingen in het Poolse parlement redelijk wist te overbruggen. Europese eenwording Anders dan in het voorafgaande jaar, vielen er in 1992 ook in westelijk Europa tekenen van desintegratie en groeiende instabiliteit waar te nemen. In het bijzonder de Europese eenwording had met ernstige tegenslagen te kampen. ‘1992’ was oorspronkelijk bedoeld als het jaar waarin de plannen voor een gemeenschappelijke markt, zonder binnengrenzen, afgerond zouden worden en een periode van nog grotere welvaart zou aanbreken. Deens nee De verschillende regeringen hadden bovendien gerekend op een snelle ratificatie van het ambitieuze Verdrag van Maastricht (1991), dat richtlijnen geeft voor aanzienlijk verdere economische en politieke integratie. Het was daarom een geduchte tegenvaller dat de Deense kiezers op 2 juni met 50,7% tegen 49,3% het Verdrag verwierpen. Strikt genomen betekende de weigering van één van de twaalf ondertekenaars om het Verdrag goed te keuren het einde van de overeenkomst. Dat was echter niet de conclusie die de EG-ministers van Buitenlandse Zaken trokken toen ze op 4 juni bijeenkwamen. Ze maakten de Denen duidelijk dat er geen sprake zou zijn van heronderhandeling. Zij zouden wél doorgaan met de ratificatie en desnoods Denemarken aan zichzelf overlaten. De redenen lagen voor de hand. Frankrijk wilde graag een hechte monetaire unie en de totstandkoming van één Europees defensiebeleid. Duitsland was ervan overtuigd dat een meer verenigd Europa de beste basis vormde voor een verenigd Duitsland. De Benelux-landen bleven vasthouden aan hun federale doelstellingen, hierin bijgevallen door Italië. Spanje, Portugal, Griekenland en Ierland beschouwden het Verdrag als onderdeel van een pakket afspraken waartoe ook de toezegging van meer EG-steun aan de vier armste lidstaten behoorde. Ook de Britse regering, hoewel deze nooit enthousiast was geweest, wilde niet haar plaats in ‘het hart van Europa’ kwijtraken. Niettemin bleek al gauw dat het Deense ‘nee’ de ratificatie in enkele andere landen sterk zou bemoeilijken. Dat gold om te beginnen voor Frankrijk, waar president Francois Mitterrand een referendum uitschreef voor 20 september, aanvankelijk in de overtuiging dat een ruime meerderheid voorstander zou zijn. Dat bleek tegen te vallen, want slechts 51 % van de Fransen ging akkoord. Het onverwacht grote aantal nee-stemmen had te maken met vrees voor het verlies van de Franse soevereiniteit, afkeer van de ‘technocraten’ in Brussel, zorgen om het Duitse overwicht binnen de Gemeenschap, en niet te vergeten de impopulariteit van president Mitterrand. In de loop van september ontstond een nieuwe bedreiging voor Maastricht door de grote onrust op de Europese geldmarkt, die ertoe leidde dat Groot-Brittannië en Italië het wisselkoers-mechanisme (Europees Monetair Stelsel, EMS) van de EG verlieten. Ook de Franse frank kwam onder grote druk te staan. Hierdoor werd twijfel gezaaid over de haalbaarheid van een der belangrijkste onderdelen van Maastricht, nl. de Economische en Monetaire Unie. Edinburgh In Groot-Brittannië groeide in de hieropvolgende weken de tegenstand tegen het Verdrag zodanig dat premier Major het Lagerhuis om een uitspraak vroeg. Slechts met een meerderheid van drie stemmen - een deel van Majors eigen Conservatieve partij stemde tegen - besloot het parlement begin november de ratificatieprocedure in gang te zetten. Tijdens de bijeenkomst van de Europese Raad in Edinburgh, op 11 en 12 december, probeerden de regeringsleiders de scherven van de afgelopen maanden wat te lijmen. Zo werd de Denen via een gecompliceerde formule de mogelijkheid geboden bepaalde onderdelen van Maastricht niet na te komen. Een tweede Deens referendum, in 1993, zou hopelijk een positieve uitslag opleveren en kon aldus een gunstige invloed hebben op de uiteindelijke beslissing van het Lagerhuis. In Edinburgh werd tevens besloten om in 1993 onderhandelingen te openen met Noorwegen, Zweden, Finland en Oostenrijk over hun eventuele toetreding tot de Gemeenschap. Zwitserland, dat aanvankelijk ook kandidaat was, leek voorlopig buiten Europa te zullen blijven toen de kiezers zich begin december uitspraken tegen toetreding tot de Europese Economische Ruimte (EER), die in 1991 tussen EG en EVA was overeengekomen. Politieke crises De crisis in de EG vormde in wezen een afspiegeling van de crises die de regeringen van de grootste lidstaten doormaakten. In Bonn, Parijs, Londen en Rome waren regeringen aan de macht die alle zeer impopulair waren en waarvan het prestige zwaar was aangetast door factoren als grote werkloosheid, als bedreigend ervaren immigratie, verheviging van de recessie en door problemen die onvermijdelijk ontstaan wanneer een partij te lang aan de macht is. Zeker in Italië deden zich ernstige desintegratieverschijnselen voor. Zo trad de mafia steeds gewelddadiger op. Op 23 mei werd in Palermo rechter Giovanni Falcone, die door zijn optreden tegen de ‘mafiosi’ bekendheid had verworven, het slachtoffer van een bomaanslag. Twee maanden later werd zijn collega-maffiabestrijder Paolo Borsellino op dezelfde wijze vermoord. Pogingen van de Italiaanse regering het gezwollen overheidsbudget flink te reduceren, waren in oktober aanleiding tot een golf van stakingen en demonstraties. Zorgwekkend was ook de uitslag van plaatselijke verkiezingen op 27 september in Mantua, waarbij de twee grote partijen werden weggevaagd en de regionale afscheidingsbeweging Lega Lombarda een derde van de stemmen kreeg. Racistisch geweld Beklemmender nog waren de ontwikkelingen in Duitsland, waar neonazistische jongeren keer op keer gewelddaden pleegden, in het bijzonder tegen buitenlanders. Zeker toen in augustus een bende ultrarechtsen in de Oostduitse havenstad Rostock een verblijfplaats voor asielzoekers - vooral Vietnamezen en zigeuners - aanviel en het complex in brand stak, ging er een golf van ontzetting over Duitsland en de rest van Europa. Het was overigens maar één van de vele honderden aanslagen op asielzoekers, vernielingen van joodse grafstenen en andere vormen van gewelddadig extremisme. Het rechtse extremisme werd steevast aan een combinatie van twee oorzaken toegeschreven. In de eerste plaats zou de sterk toegenomen stroom asielzoekers uit Oost-Europa en delen van de Derde Wereld de vreemdelingenhaat enorm hebben aangewakkerd. Het aantal asielzoekers dat in 1992 Duitsland binnenkwam - en daar dankzij de liberale wetgeving voorlopig kon blijven - lag boven de 400 000. De tweede oorzaak was de economische recessie. Anders dan bondskanselier Helmut Kohl in 1990 voorspeld had, was de Duitse eenwording een geldverslindende zaak en was er voorlopig geen kijk op dat de Oostduitse economie zich op korte termijn tot een produktieve vrije-markteconomie zou ont- wikkelen. In het voormalige Oost-Duitsland bracht dit vooral massale werkloosheid, in westelijk Duitsland gaf het aanleiding tot groeiende ergernis over een dalende levensstandaard en hogere belastingen. Anders dan regeringswoordvoerders soms betoogden, bleef het rechtse extremisme niet beperkt tot kleine groepen ‘skinheads’ en neonazistische jongeren. In april behaalden de Republikaner, een extreem rechtse partij onder leiding van de voormalige SS-er Franz Schönhuber, bij verkiezingen in Baden-Württemberg, 10,9% van de stemmen. Een andere partij die electorale winst boekte, en die zich speciaal tegen vreemdelingen richtte, was de Deutsche Volksunion. In oostelijk Duitsland werden de Deutsche Alternative de leidende ultra-rechtse partij. Amerikaanse verkiezingen In 1992 vonden in de Verenigde Staten presidentsverkiezingen plaats, de eerste sinds het einde van de Koude Oorlog. Tot medio 1991 leek een tweede ambtstermijn voor president George Bush binnen bereik te liggen. Amerika had onder zijn bewind eerst de ineenstorting van het communisme meegemaakt en vervolgens had het met succes, aan het hoofd van een internationale coalitie van bijna dertig landen, Irak uit Koeweit verdreven. De Amerikaanse kiezers bleken zich echter voor alles zorgen te maken over Amerika’s verlies aan economische kracht, de ontoereikende medische en onderwijsvoorzieningen, de verpaupering in de grote steden, enz. Het verwijt aan Bush luidde vooral dat hij op deze gebieden geen strategie ontwikkeld had en dat hij al zijn aandacht op de buitenlandse politiek had geconcentreerd. Zijn belangrijkste tegenstander, de Democraat Bill Clinton, betoogde bovendien met succes dat Bush de noodzaak tot optreden tegen Saddam Hussein zelf geschapen had door hem tot kort voor de Iraakse invasie van Koeweit te verwennen met leningen en wapenleveranties. Bush bleek hierop geen antwoord te hebben. Op de Republikeinse conventie in Houston benadrukte hij dat morele normen, en in het bijzonder ‘family values’, slechts veilig waren bij zijn eigen partij. Clinton, die zich tot een onvermoeibaar redenaar ontpopte, wist Bush op 3 november met een krappe voorsprong te verslaan. Onverwacht succesvol was tevens de miljardair Ross Perot, die als onafhankelijk kandidaat 19% van de stemmen behaalde. Perot wist knap in te spelen op de groeiende afkeer bij het electoraat van de politici in Washington. De verkiezingsstrijd in de VS, en de neiging van beide kandidaten om zich voornamelijk op binnenlandse problemen te concentreren, betekende dat er van Amerikaans internationaal leiderschap in 1992 weinig sprake was. Tekenend was dat in augustus minister van Buitenlandse Zaken James Baker aftrad om zich te kunnen wijden aan het leiden van de verkiezingscampagne van president Bush. Het gebrek aan Amerikaanse leiding manifesteerde zich onder meer op de Balkan, waar het zoeken naar oplossingen grotendeels aan de Europeanen werd overgelaten. Verwaarloosd werd echter ook de regio die eerder bij uitstek de belangstelling van Baker had genoten, het Midden-Oosten. Vredesbesprekingen Hier deed zich een onverwachte mogelijkheid voor om tot een doorbraak in het vredesproces te komen, toen door de Israëlische verkiezingen van 23 juni een einde kwam aan een 15-jarige regeringsperiode van de Likudpartij. De nieuwe premier, Yitzhak Rabin, had zich tijdens de campagne aanmerkelijk minder terughoudend opgesteld tegenover de eind 1991 begonnen vredesbesprekingen dan zijn voorganger Yitzhak Shamir. In het bijzonder toonde Rabin zich geïnteresseerd in een akkoord over Palestijns zelfbestuur in bezet gebied, als overgangsfase naar een definitieve oplossing. Terwijl Shamir enorme bedragen besteedde aan joodse vestigingen op de westelijke Jordaanoever, verklaarde Rabin zich tegenstander van ‘politieke’ (zij het niet van ‘strategische’) nederzettingen. Herhaaldelijk verklaarde hij dat, hoewel hij een onafhankelijke Palestijnse staat onwenselijk vond, Israël niet in staat was twee miljoen Arabieren binnen zijn grenzen te houden. Het optimisme verdween echter snel. De Palestijnse Bevrijdingsorganisatie PLO bleek niet geïnteresseerd in het aanbod tot beperkt zelfbestuur. Syrië had geen belangstelling voor Israëls suggestie tot een ‘territoriaal compromis’ over de Golanhoogvlakte en eiste volledige terugtrekking. In de loop van het najaar begon het geweld in de bezette gebieden weer toe te nemen, niet alleen van de kant van PLO-aanhangers, maar ook van de fundamentalistische beweging HAMAS, die de bezette gebieden geheel onder moslims beheer wilde brengen. Toen Israël in december op aanslagen van HAMAS reageerde met de deportatie van 415 Palestijnen, leek de kans op een succesvol einde van de vredesbesprekingen voorlopig verkeken. Verenigde Naties Slechts daar waar de aandrang om in te grijpen overweldigend was en de risico’s betrekkelijk gering leken, bleven de Amerikanen bereid hun gewicht in de schaal te werpen. Zo deed president Bush op 25 november aan VN-secretaris-generaal Boutros Boutros Ghali het aanbod Amerikaanse troepen naar Somalië te sturen. Doel was ervoor te zorgen dat hulp- en voedselkonvooien ongehinderd hun bestemming konden bereiken in dit door burgeroorlog en hongersnood zwaar getroffen land. De internationale samenwerking gaf overigens een zeer wisselend beeld te zien. Door het wegvallen van de Oost-Westtegenstelling, die de besluitvorming in de Veiligheidsraad veertig j aar lang had vertraagd of geblokkeerd, leken de Verenigde Naties op het terrein van vrede, veiligheid en mensenrechten eindelijk de rol te kunnen gaan spelen die de oprichters ervan voor ogen had gestaan. Dit kwam vooral tot uiting in het groeiend aantal vredesmachten, waaronder de omvangrijke operaties in Cambodja en het voormalige Joegoslavië. De druk nam in de loop van het jaar toe om de taak van deze eenheden desgewenst niet te beperken tot peace-keeping, maar uit te breiden naar peace-enforcing. In Cambodja hadden de VN tevens de taak het democratiseringsproces te begeleiden. Overigens had het verdwijnen van de Sovjetunie een ingrijpende invloed op het karakter van de VN-besluiten. Ex-cliënten van Moskou, waaronder Irak en Libië, werden door de Veiligheidsraad met resoluties getroffen die tot voor kort ondenkbaar waren. Een voorbeeld hiervan was de resolutie in maart tegen Libië, waarin dit land werd opgedragen verdachten in de Lockerbie-zaak uit te leveren, op straffe van een luchtvaart- en wapenembargo. Economische samenwerking De samenwerking op economisch gebied wilde veel minder vlotten. Naarmate de verschillende regeringen zich meer met interne problemen bezig gingen houden. leken zij minder begrip voor elkaars belangen op te brengen. Wel spraken de leiders van de groep van de zeven grootste industrielanden (de G 7) zich tijdens hun ontmoeting in München, in juli, wederom uit voor spoedige afronding van een nieuw vrijhandelsakkoord in het kader van de GATT. De tegenstellingen tussen EG en VS over agrarische im- en exporten, die tot dusver een akkoord hadden verhinderd, leken overbrugd toen op 20 november de Europese Commissie met de Amerikanen afspraken maakte over de laatste netelige kwesties die een akkoord in de weg stonden. De Franse premier Pierre Bérégovoy noemde de overeenkomst echter ‘onaanvaardbaar’, waarmee hij tegemoet kwam aan de protesterende Franse boeren, maar een succesvolle afsluiting van de zgn. Uruguay-ronde ernstig bemoeilijkte. Beter vlotte het met de samenwerking tussen de VS, Canada en Mexico, die op 12 augustus de Noordamerikaanse Vrijhandelszone (NAFTA) oprichtten. Hierdoor zullen alle heffingen, quota en importlicenties in het onderlinge handelsverkeer worden opgeheven. Milieuconferentie Verdeeld waren tenslotte de reacties op de resultaten van de UNCED, de Wereldconferentie over Milieu en Ontwikkeling, die begin juni in Rio de Janeiro werd gehouden. Tot de resultaten behoren twee milieuverdragen (betreffende biodiversiteit en klimaatverandering) die zonder deze bijeenkomst nooit tot stand zouden zijn gebracht. Er kon voorts een 800 bladzijden tellend actieplan, Agenda 21, worden opgesteld. Van groot belang was verder de intensieve voorbereiding, die twee jaar geduurd had en waarbij de deelnemende landen met nationale rapporten moesten komen. Van betekenis was eveneens dat de meer dan honderd regeringsleiders die voor de ‘Earth Summit’ naar Rio kwamen, nu persoonlijk met het probleem werden geconfronteerd. Teleurstellend was daarentegen dat er nauwelijks harde afspraken werden gemaakt en dat steeds opnieuw duidelijk werd dat, zowel in rijke als in arme landen, milieubescherming nog steeds niet als een zaak van de hoogste prioriteit wordt beschouwd. Hans van der Meiden Elsevier Amsterdam/Brussel;  |
18. |
![]() |
Boeknummer: 00462
't Spoort al 33 jaor Bak-van-boemeldonck -- 1990 - 1999 (1998) [Marinus van Amerongen en commissie BAK] Jubileumboek 33 jaar BAK plus CD. Voorwoord ‘t Spoort al 33 jaor DE FUNDAMENTEN Ter gelegenheid van het 11-jarig bestaan van de BAK van Boemeldonck werd het ‘GROOT KARNAVALSBOEK’ uitgegeven. In dit fraaie boekwerk kunnen we alles lezen over de beginjaren van de BAK, het ontstaan van de vele festiviteiten en tradities die we in onze huidige karnavalsviering nog steeds kennen. De beide oprichters van de BAK, Theo Schipper en Herman Dirven, hebben toen met vele andere enthousiaste Boemeldonckers de fundamenten voor Boe-meldoncks karnaval gelegd. Fundamenten die zó stevig zijn dat we er nog steeds op door kunnen bouwen. MUZIKALE ODE ‘2x ELLUF OF 33 TOERE’ was de titel van een elpee die bij de viering van het 22e jaar is verschenen. Aan deze elpee hebben dertien Boemeldonckse blaaskapellen meegewerkt. Het was een muzikale ode aan Boemeldoncks karnaval dat zoveel mensen inspireert tot allerlei uitingen van creativiteit. COMMISSIE Het huidige BAK-bestuur was het er dan ook al snel over eens dat er in dit 33e jaar iets bijzonders aan de twee hiervoor genoemde karnavalsdocumenten, het boek en de plaat, toegevoegd zou moe- ten worden. In december 1997 werd hiervoor een commissie in het leven geroepen van elf personen. De commissie kreeg tot taak een document samen te stellen waarin met name het karnaval zoals we dat nu vieren belicht diende te worden. Daarbij zouden dan in het bijzonder de schijnwerpers gericht moeten worden op die evenementen waar iedere Boemeldoncker terecht enorm trots op is, te weten de BAR-ZITTINGEN en de OPTOCHTEN. De commissie is direct enthousiast aan de slag gegaan. Een aantal commissieleden heeft het oor te luister gelegd bij de vele fantastische karnavalsclubs die we hebben en daar vele anekdotes opgetekend. Andere leden van de commissie hebben vele uren en dagen besteed aan het bekijken en afluisteren van video- en geluidsbanden die er nog van de BAK-zittingen waren om daar de hoogte- punten uit te selecteren. Het resultaat van dit vele werk ligt hier voor U. Een boek en een C.D. Wij hopen dat U er vele uren lees-, luister- en kijkplezier aan zult beleven. ’UN GRANDE MERCI’ Dit voorwoord wil ik afsluiten met één van de vele gevleugelde uitspraken van onze ere-voorzitter Theo Schipper, namelijk ‘UN GRANDE MERCI’ aan iedereen die aan de samenstelling van dit unieke document heeft meegewerkt. Namens het BAK-BESTUUR Marinus van Amerongen (voorzitter) BAK;  |
19. |
![]() |
Boeknummer: 00506
Het aanzien van 1950-1955. Vijf jaar wereldnieuws in beeld. Historie -- Nederland, algemeen (1971) [onbekend] Foto's met toelichting over de jaren 1950-1955 Bijna driehonderd fotobladzijden bieden u een terugblik op de eerste helft van de jaren vijf- tig. Het zijn even zovele grepen uit het wereldgebeuren van 1950 tot en met 1954, jaren waarin het Nederlandse openbare leven ogenschijnlijk nog zo knus, zo besloten, zo rustig voortkabbelde, maar waarin toch onmiskenbaar al iets van de stroomversnelling begon door te breken die de loop der dingen later zoveel turbulenter en dynamischer zou maken. Niettemin zijn deze vijfjaren woelig en rumoerig geweest. De oorlogen in Korea en Indo- China, de hevige spanningen in het Midden-Oosten, de vinnig koude oorlog tussen Oost en West hebben ook de Nederlandse opinie niet ongeschokt gelaten. Ze lopen als een rode draad door dit overzicht en die draad kan helaas nog wel twintig jaar verder getrok- ken worden langs vrijwel dezelfde haarden van onmin en onrust. Ook andere dan politieke gebeurtenissen bepalen echter het aanzien van een tijdvak: blijde zowel als droeve, amu- sante zowel ais navrante, hartverheffende zowel als beschamende. Van a! dergelijke feiten en emoties is dit boek eveneens een weergave, al kan het onmogelijk een volledig tijds- beeld of historisch overzicht verschaffen. De fotofragmenten op de voorplaat pretenderen evenmin puur representatief te zijn voor de behandelde jaren. Ze accentueren slechts de verscheidenheid van het grote nieuws zoals dat, toen nog voornamelijk via kranten en tijd- schriften, visueel werd overgebracht. Korea beheerste uiteraard wel het wereldbeeld anno 1950, maar de come-back van oorlogspremier Winston Churchill was voor 1951 niet min- der markant dan de Belgische koningskwestie of het Perzische oliegeschil. Voor 1952 had in plaats van het lieftallige en diep betreurde Argentijnse idool Eva Peron evengoed kapi- tein Kurt Carlsen of de atleet Emil Zatopek model kunnen staan. Majestueuze uitschieter in het aan royalty toch al zo rijke jaar 1953 was de kroning van Elizabeth de Tweede, veel ingrijpender was in dat jaar echter de dood van Stalin en vee! aangrijpender, voor Neder- land, de verschrikking van een nauwelijks mogelijk geachte overstromingsramp. Voor 1954 tenslotte hebben wij een illuster Nederlands fotofeit gekozen: de succesvolle schei- dingsoperatie op de Friese Siamese tweeling Folkje en Tjitske, wier namen net zo fors de voorpagina's haalden als de met krijgsellende geladen plaatsnaam Dien Bien Phoe. Al die namen en feiten zullen voor velen onder u, bij het bladeren en lezen in deze documentaire. opnieuw inhoud en achtergrond krijgen. Wellicht zullen ze bij menigeen een brok jeugd- sentiment wakker roepen. Zeker zullen beeld en woord u duidelijk kunnen maken dat de jaren 1950-1954 een belangrijk hoofdstuk in de wereldgeschiedenis hebben gevormd en voor Europa in feite de overgangsfase zijn geweest van een door oorlogsnaweeën be- heerste periode naar nieuwe, welvarender tijden. De Spaarnestad Haarlem;  |
20. |
![]() |
Boeknummer: 00507
Het aanzien van een jaar. 1962. Twaalf maanden wereldnieuws in beeld Historie -- Nederland, algemeen (1963) [diversen] Fotoboek van 1962. Twaalf maanden wereldnieuws in beeld in foto's en toelichtende teksten. Twaalf maanden... tweeënvijftig weken... driehonderdvijfenzestig dagen. .. Iedere dag heeft vier- entwintig uur en elk uur telt zestig minuten. Zou er in onze heftig bewegende menselijke samen- leving wel een minuut verstrijken, zonder dat er ergens een gebeurtenis plaatsvindt die waardig be- vonden wordt wereldkundig te worden gemaakt? De ratelende telexapparaten zwijgen nooit. De communicatiediensten, die onze aarde omspannen, leveren het nieuws met achtergronden en gevolgen in een stroom die nooit opdroogt. Wij vormen, als menselijke gemeenschap, een wonderlijke familie. Binnen het tijdsbestek dat wij een jaar noemen, stijgen mensen — in hun pogingen om het leed van anderen te verzachten — het ene ogenblik tot zeldzame hoogten van edelmoedigheid; het volgende ogenblik grijpen zij echter — als zij menen op hun recht te moeten blijven staan — naar de afschuwelijkste middelen om hun soort- genoten te vernietigen. Mensen brengen ons vreugde en bezorgen ons verdriet. Zij vervullen ons met bewondering, de volgende dag met afschuw, de daarop volgende dag met deernis. Zij acteren en zingen, wentelen door de ruimte, breken records, luieren in de zon, werken als paarden; zij worden geboren, spelen en sterven.. . Wij weten ervan. Wij lezen over het doen en laten van onze medeaardbewoners, waar ook ter wereld en. . . zijn het de volgende dag weer vergeten. En toch zijn al die gebeurtenissen in hun bonte ver- scheidenheid de gekleurde mozaïeksteentjes waaruit het jaarbeeld is opgebouwd. Vormen zij een herkenbaar patroon of blijven de fragmenten stukken van een onvoltooide puzzel? In de hierna volgende pagina’s bieden wij een fotografische herinnering aan de grote en de kleine feiten, die samen het portret van het afgelopen jaar schilderen. Wij deden een greep uit het licht en het donker, want het aanzien van een jaar verenigt beide bestanddelen in zijn portret. Misschien zal de soms grotesk aandoende opeenvolging van beelden u verbazen. Toch zijn die beelden op hun plaats, want -stuk voor stuk vormen ze afspiegelingen van gebeurtenissen die vlak achter ons liggen, gebeurtenissen die in die twaalf maanden, die tweeënvijftig weken, samen het jaar 1962 vormen. NV Drukkerij De Spaarnestad Haarlem;  |
21. |
![]() |
Boeknummer: 00508
Het aanzien van 1963. Historie -- Nederland, algemeen (1964) [ Diversen] Fotoboek van markante gebeurtenissen en personen in 1963 in Nederland en uit het wereldnieuws Jacqueline Kennedy, wier portret op de omslag van dit boek staat, was in 1963 de meest gevierde, maar tevens de meest beklaagde vrouw ter wereld. Zij genoot ongeëvenaarde faam als echtgenote van het belangrijkste staatshoofd in de vrije wereld, de Amerikaanse president John F. Kennedy: Ongekend diep rouwbeklag uit alle delen der wereld bereikte haar na de aanslag in november, waarbij de Amerikaanse president werd vermoord. John en Jacqueline Kennedy stonden ongewild model als het ideale echtpaar, met een wijd hart voor al hun medemensen en een onverwoestbaar geloof In schoonheid en geluk. Zij waren de tot werkelijkheid geworden droom van miljoenen. Daardoor werd het mogelijk, dat miljoenen mensen de moord op de president voelden als een aanslag op hun eigen leven, want de aanslag op Kennedy was een aanslag op het geloof en de hoop van bijna de gehele wereld. Zelfs Rusland rouwde verbijsterd. In het portret van de zwart gesluierde Jacqueline Kennedy, dat via de Kranten en de televisie de huiskamers binnenkwam, herkende de wereld zijn eigen droefheid. Als navrante tegenhanger van de foto op de omslag van dit boek zou kunnen dienen die van mevrouw Ngo Dinh Nhoe, waar zij aanbelt aan het huis van haar vader te Washington zonder dat de deur gastvrij voor haar opengaat. Ook mevrouw Nhoe was de echtgenote van een staatsman, zij het dan dat hij geen president was en zeker niet van een grote mogend- heid. Ook zij was knap en ook zij stond in het middelpunt van de belangstelling. Dit laatste echter om een geheel andere reden dan Jacqueline Kennedy. Ngo Dinh Nhoe was de intrigante achter de schermen in Zuid-Vietnam, de oor- zaak van bloedige onlusten, van menselijke brandoffers, van broederstrijd. Toen haar echtgenoot vermoord werd, ging er misschien wel een zucht van verlichting over de wereld; toen haar foto In de kranten verscheen, werden er spottende op- merkingen gemaakt. Toch had ook deze vrouw een hart, ook deze vrouw had kinderen, die hun vader verloren. Het volksoordeel kan hard zijn, dikwijls liefdeloos en voorbarig, omdat de grote massa meestal vele achtergronden ontgaan, maar het is eerlijk omdat het opwelt uit een spontaneïteit, die uiting moet geven aan de gevoelens van het moment. Hiermede zijn dan twee voorbeelden genoemd betreffende de waarde, die het beschouwen van foto’s kan hebben. In dit boek vindt u tientallen foto’s van gebeurtenissen, 'die in 1963 hebben plaatsgevonden, tientallen andere foto’s van personen, die in 1963 in het nieuws zijn geweest. Het bekijken ervan zal wellicht voor ieder andere gevoelens opwekken; de een zal bij het weerzien van een foto van enkele maanden terug zijn oordeel van destijds herzien, een ander zal op- merken: hoe is het mogelijk, dat ik dit al vergeten was. We leven — we vergeten — ook zo vlug! Eén ding is echter zeker: het doorbladeren van dit fotoboek zal 1963 voor u doen herleven. NV Drukkerij De Spaarnestad Haarlem ;  |
22. |
![]() |
Boeknummer: 00509
Het aanzien van 1964. Twaald maanden wereldnieuws in beeld Historie -- Nederland, algemeen (1965) [Diversen ] Fotoboek van markante gebeurtenissen en personen in Nederland en uit het wereldnieuws in 1964 We leven in het tijdperk van de tiener en de twen. Het is vanzelfsprekend niet zo, dat uitsluitend zij de geschiedenis van onze dagen schrijven, maar zij drukken er wel duidelijk met anderen hun stempel op. Nooit eerder is er zoveel over vertegenwoordigers van deze leeftijdsgroepen geschreven en gesproken, nimmer tevoren ook hebben zijzelf zozeer hun mondje geroerd. En het resultaat van dat alles is, dat met de tieners en de twens rekening wordt gehouden. Zij hebben hun eigen amusement, een eigen afdeling in de modezaken, een eigen rubriek in de krant. Zij worden op radio- en televisieforums genodigd, burgemeesters lichten hen hoogstpersoonlijk in omtrent hun staatsburgerlijke rechten en plichten, kamervoorzitters laten hen plaats nemen in voor doorluchtige regeerders bestemde zetels, kortom er wordt rekening met hen gehouden, ze worden au sérieux genomen. Ze worden beschouwd als jonge mensen, die wel degelijk iets te zeggen hebben. Zij van hun kant, en dan worden uiteraard niet de tot nozems afgevlakte tieners bedoeld, geven onverbloemd en soms onverwacht fris en doordacht hun mening te kennen over samenleving en maatschappij. Als mensen die de toekomst moeten maken dragen zij medeverantwoor- delijkheid voor het heden, waaruit de toekomst groeien moet. Dat laatste wordt wel op bijzondere wijze geaccentueerd door de foto op de omslag van dit fotoboek; een jeugdige koning, door de vroegtijdige dood van zijn vader als jongeman tot hoge verantwoordelijkheid geroepen, maakt een tienerprinses tot koningin van zijn hart en zijn land. In dit boek komen veel foto’s van jonge mensen voor. Hoe zou het anders kunnen? Ook een deel van 1964 is door hen gemaakt. Deze uitgave Is echter beslist niet eenzijdig. Mensen die niet meer tot de Jongeren gerekend kunnen worden spelen er eveneens hun rol in. Het hele wereldgebeuren van 1964 met zijn vele facetten, waarbij soms de mens als onmachtige toeschouwer toekeek of reddeloos ten onder ging, wordt weerspiegeld in de vele tientallen foto’s en teksten die in dit boek zijn bijeengebracht. Dat het een bonte verzameling is geworden zal niemand verbazen. We bevinden ons nu eenmaal in een zich met onstuimige vaart ontwikkelende wereld, die niet meer genoeg aan zichzelf heeft en met driftige energie contacten in de ruimte zoekt. Misschien, en dit terzijde, is die onstuimige ontwikkeling er wel een beetje de oorzaak van dat iedereen langzamerhand eraan gewend is geraakt, dat de Jeugd, aan wie een zekere onstui- migheid niet ontzegd mag worden, een eerlijke kans als gesprekspartner wordt gegeven. Deze plaats leent zich uiter- aard niet voor zwaarwichtige verhandelingen over de verhouding der generaties. Het lag slechts in de bedoeling de kijker en lezer van dit boek erop te wijzen, dat hij al bladerend het jaar 7964 voor zich kan laten herleven, of hij nu jong, middelbaar of oud van leeftijd is. . . NV Drukkerij De spaarnestad Haarlem;  |
23. |
![]() |
Boeknummer: 00510
Het aanzien van 1965. Twaalf maanden wereldnieuws in beeld Historie -- Nederland, algemeen (1966) [ diversen] Fotoboek van markante gebeurtenissen en personen in Nederland en uit het wereldnieuws in 1965 Sirikit Kitiyakara, de kleine koningin van Thailand met de mooiste ogen en de verrukkelijkste glimlach op aarde, van wie een charmante foto in inheemse dracht op de band van dit fotoboek prijkt, mag zich sinds 1965 sieren met de titel Best Geklede Vrouw. Dat predikaat werd haar eenstemmig door tweeduizend mode- journalisten en -ontwerpers verleend. Toen de slanke achttienjarige Thaise Apasra Hongsakoela (zie pagina 140 in dit boek) op 25 juli 1965 in Miami Beach tot Miss Universe werd verkozen, verklaarde deze donkere schoonheid met een stralende glimlach: 'lk heb alles te danken aan de adviezen van mijn koningin. Zij heeft mij geleerd hoe ik moet lopen en me gedragen.' Op 28 april 1965 waren koningin Sirikit en haar man koning Phoemibol vijftien Jaar getrouwd. Zij hebben vier kinderen, een zoon en drie dochters, waarmee zij een gelukkig gezin vormen in twee werelden, namelijk die van het moderne westen en het mysterieuze oosten. In politiek opzicht leven koning en koningin, trouwens alle inwoners van Thailand, op het scherp van het zwaard. In het oosten wordt het koninkrijk begrensd door het zich in voortdurende onrust teisterende Laos, in het daarnaast gelegen Vietnam woedt in alle hevigheid de strijd om een nieuwe plaats waar het wapperende bamboegordijn kan worden neergelaten. Koningin Sirikit en haar man zijn populair in en buiten hun land. Zij hebben de afstand tussen troon en onderdanen weten te verkleinen. Geboren ooster- lingen maar in het westen opgevoed, slaan beiden een brug tussen oost en west. Daarvoor zijn wijsheid en voorzichtigheid nodig. Het bezit van die eigenschappen is vooral geboden in de verhouding tot het omringende buitenland en de machten die er een rol spelen. Ongetwijfeld heeft Thailand in zijn charmante koningin een voor- treffelijke ambassadrice in oost en west gevonden. Oost en west, evenals blank en zwart, zijn begrippen die ook in het jaar 1965 de wereld hebben beheerst. Oost en west in de kosmos, de wetenschap, het evenwicht in de wereld; oost, west, blank en zwart In de menselijke verhoudingen, in het lief en leed, soms vooral in het leed, in het dagelijkse leven. U vindt er foto’s van in dit boek. Neem het ter hand en zie nog eens hoe 1965 is geweest. . . NV Drukkerij De spaarnestad Haarlem;  |
24. |
![]() |
Boeknummer: 00511
Het aanzien van 1966. Twaalf maanden van wereldnieuws Historie -- Nederland, algemeen (1967) [ Diversen] Fotoboek van markante gebeurtenissen en personen in Nederland en uit het wereldnieuws in 1966 Geen vrouw is gedurende 1966 zo veelvuldig in het nieuws geweest of heeft haar foto zo dikwijls in kranten en tijdschriften aangetroffen als Sophia Loren, van wie een charmante afbeelding de cover van dit boek siert. Het is duidelijk dat Sophia Loren, de ster van het Jaar, als vrouw en actrice talloze vereerders en vereersters telt. Velen kennen haar opgang naar de top en volgen haar leven op de voet. De première van een film, waarin zij de hoofdrol vervult, is altijd een gebeurtenis van de eerste orde. En nu het gerucht gaat, dat het moederschap wellicht haar deel zal worden, voelen velen zich met haar gelukkig. Dat Sophia ook vijanden heeft, is nauwelijks aan twijfel onderhevig. Iedereen die aardse roem deelachtig wordt, kan erop rekenen door een aantal mensen met jaloerse blikken bekeken te worden, om over ergere zaken nog maar te zwijgen. Zo is de afbeelding van Sophia Loren op de omslag van dit boek eigenlijk een beetje typerend voor de velé tientallen foto’s, die men in het binnenwerk vindt. Men kan een foto van een charmante en bekwame actrice beschouwen met gevoelens van bewondering en waardering, men kan ook vervuld worden met afgunst, nijd en scepsis, of er ongeïnteresseerd tegenover staan. Het ligt er maar aan welke instelling men heeft. Soms ook is de beoordeling slechts afhankelijk van een kortstondige luim, en dat hoeft niet altijd een kwade te zijn. Het is uiteraard in een fotoboek, waarin meer plaats voor de afbeeldingen dan voor de tekst wordt ingeruimd, niet mogelijk de opgenomen foto’s van alle kanten toe te lichten. De teksten zullen soms een zienswijze weergeven, waarvoor een andere, even plausibele, formulering of benadering mogelijk is. Eigenlijk is dat het bijzondere van een collectie foto’s, die een neerslag wil zijn van hetgeen men in een jaar heeft beleefd. Iedereen kan en mag over een afbeelding zijn eigen gedachten of bijgedachten hebben. Niet alle interessen liggen gelijk, niet alle beoordelingen vallen hetzelfde uit, niet alle beschouwers denken eender. En dat is dan het prettige bij het doorbladeren van dit boek. De kijker, tevens lezer, kan met zijn mening, zijn opvatting, zijn oordeel en die van het boek spelen. De gedrukte tekst zij hem daarbij tot richtlijn. De foto geeft het gebeurde weer, waaraan ieder zijn subjectieve conclusies kan verbinden. NV Drukkerij De Spaarnestad Haarlem;  |
25. |
![]() |
Boeknummer: 00512
Het aanzien van 1967. Twaalf maanden wereldnieuws in beeld Historie -- Nederland, algemeen (1968) [ diversen] Fotoboek van markante gebeurtenissen en personen in Nederland en uit het wereldnieuws in 1967 Of de al dan niet verzakelijkte sport van onze dagen nog beantwoordt aan de ideële intenties van Pierre de Coubertin, die in 1894 de stoot gaf tot de weder- instelling van de olympische spelen teneinde door de sport de internationale verbroedering te bevorderen, valt te betwijfelen. De sport heeft niettemin de wereld veroverd en de belangstelling ervoor is groter don ooit. Een wedstrijd om de Europa- cup, of daaraan nu Anderlecht, Ajax of Real Madrid te pas komt doet er weinig toe, houdt miljoenen aan hun televisietoestel gekluisterd. Kees Verkerk en Eddie Merckx doen tallozen de adem inhouden als ze op de baan verschijnen. In vele landen ter wereld bereiden mannen en vrouwen zich voor op de olympische spelen, welke in 1968 in Mexico gehouden zullen worden. Het is een publiek geheim, dat soms enorme bedragen met sportevenementen gemoeid zijn, of die nu dienen voor organisatie en training, dan wel worden besteed aan premies en salarissen. Het jaarlijkse vierdaagse wandelfestijn te Nijmegen, evenals dat van Apeldoorn, vormt althans wat kosten aan training, deelname en beloning betreft, een der gunstige uitzonderingen. Iedereen die over wat doorzettingsvermogen en een goede gezondheid beschikt, kan zich erop voorbereiden door in zijn vrije uren een aantal stevige wandelingen te maken. Voorts zijn een paar snipperdagen en een aanmelding voldoende. Heeft de wandelaar de, overigens fikse, vier dagmarsen eenmaal in de benen, dan wordt hij door het bestuur van de vierdaagse met een erekruis en door de gastvrije Nijmegenaren met bloemen beloond, of hij nu oud of jong, rijk of arm, Nederlander, Belg, Turk of Marokkaan is, om maar enkele nationaliteiten te noemen. En na afloop viert heel Nijmegen met de deelnemers feest. Over nationaliteiten en verbroedering gesproken: in 1967 liepen wandelaars uit 18 landen mee in de Nijmeegse vierdaagse. Het totaal aantal deelnemers bedroeg 14.102. Daarvan liepen 13.169 deelnemers de tochten helemaal uit en een van hen was prins Claus van Amsberg. NV Drukkerij De Spaarnestad Haarlem;  |
26. |
![]() |
Boeknummer: 00513
Het aanzien van 1968. Twaalf maanden wereldnieuws in beeld Historie -- Nederland, algemeen (1969) [Diversen] Fotoboek van markante gebeurtenissen en personen in Nederland en uit het wereldnieuws 1968 Zonder in dit opzicht een oordeel over andere jaren uit te spreken kan men stellen dat 1968 een geweldig jaar is geweest en wel in die zin dat geweld in 1968 hoogtij heeft gevierd. Geweld van de natuur, geweld van de mens, geweld als explosie van gebundelde krochten volgend op jarenlange onder- zoekingen, proefnemingen en studie, geweld als uiting van opgekropte gevoelens van onrust, onlust, onbehagen en eigenmachtige rechtsuitoefening. Voorbeelden in de natuur: aardbevingen op Sicilië en in Iran; rampen door toedoen van de mens, als oorlogen in Vietnam en Biafra, dreiging in het nabije Oosten en in Tsjechoslowakije, opstanden in Parijs, Berlijn, Leuven en Amsterdam, moorden op dr. Martin Luther King en Robert Kennedy; explosies van menselijk vernuft als harttransplantaties, ontwikkelingen in de ruimte- vaart. Hoe men het ook bekijkt, wij leven in een geweldige tijd, in een steeds kleiner wordende wereld, waarin de communicatiemiddelen ervoor zorgen dat wij vrijwel onmiddellijk weten wat er zich aan de andere kant van onze planeet afspeelt, een wereld waarin zich een engagement voltrekt ten gevolge waarvan onze antipoden als het ware onze buren worden. De hoeveelheid nieuws die zich dagelijks over onze hoofden uitstort is zo enorm groot, dat wij er mentaal ook weer snel afstand van moeten nemen. Als u in mei een afbeelding onder ogen krijgt van een gebeuren dat zich in januari heeft vol- trokken, zult u ongetwijfeld zeggen: „Och, is dat nog pas zo kort geleden gebeurd?” Een fotoboek als dit, waarin in woord en beeld een neerslag van het wereldgebeuren uit 1968 is opgenomen, zal u derhalve dikwijls voor verrassingen plaatsen. Het zal uw geheugen opfrissen bij het doornemen van de pagina’s, het zal misschien een appel doen op uw geweten, niet doordat het u een mening zal opdringen, maar zuiver en alleen doordat het u iets zal laten proeven van een mentaliteit, waarvan u afstand wilt nemen, zo zulks in uw vermogen ligt. Dit boek zal u ook vreugdevolle herinneringen bezorgen, als de geboorte van een kind of een machtige sportprestatie. Het zal een bezit zijn, dat u doorbladert en leest, dat u in de kast zet en er later weer uithaalt en herleest. Als bron van herinneringen, voor elkeen wellicht anders, zal het met de dag waardevoller worden. NV Drukkerij De Spaarnestad Haarlem;  |
27. |
![]() |
Boeknummer: 00514
Het aanzien van 1969. Twaalf maanden wereldgeschiedenis Historie -- Nederland, algemeen (1970) [Diversen] Fotoboek van markante gebeurtenissen en personen in Nederland en uit het wereldnieuws in 1969 De man die gezegd heeft dat de landing van de mens op de maan de belangrijkste gebeurtenis sinds de schepping is, zal wel gelijk hebben. Nu de mens aan de aardse zwaartekracht en die van de maan kan ontsnappen of er naar believen in terugkeren, nu hij de duizenden kilometers tussen beide hemellichamen met duizelingwekkende snelheid kan overbruggen, hij op de maan allerlei ingenieuze zaken heeft achtergelaten en er gruis en stenen van heeft meegenomen, beschikt hij over mogelijkheden, waarvan jaren geleden veelgelezen auteurs weliswaar hebben gedroomd, echter zonder dat zij daaraan zelf enig reëel geloof konden hechten. De fantasie van een eeuw geleden en de science-fiction van enkele tientallen jaren terug zijn in 1969 werkelijkheid geworden. De mens heeft op de maan gestaan en het mensdom hield de adem in. Natuurlijk vindt u van dat gebeuren in dit fotoboek enkele karakteristieke platen, hoewel het feit zelf nog wel haarscherp in uw geheugen zal liggen. Over enkele jaren zal dat wellicht anders zijn, als de eerste schreden op de maan door ontelbare andere gevolgd zullen zijn en interplanetaire reizen tot de orde van de maand, de week of de dag behoren. Daarentegen zult u in dit boek tientallen foto’s aantreffen van voorvallen en gebeurtenissen, soms ernstige, soms luchtige, die al spoedig aan uw geheugen ontglipt waren. Toch is hun belangrijkheid in het praktische dagelijkse gebeuren soms veel groter dan een steriele maanvlucht, die door slechts enkele moedige, maar eenzame pioniers wordt uitgevoerd en aan de ont- wikkeling waarvan door betrekkelijk kleine en zeer selectieve groepen in stille beslotenheid wordt gewerkt. Niet met uitschieters, maar met het gebeuren van alle dag leeft de mens. Door de wervelende hoeveelheid nieuws en de snelheid van de tijd vergeten we echter spoedig datgene wat wij wilden vasthouden. Dit fotoboek wil daarom niets anders doen dan u weer visueel deelgenoot maken van vele zaken uit de talloze, zonder welke 1969 geen aanzien heeft. NV Drukkerij De Spaarnestad Haarlem;  |
28. |
![]() |
Boeknummer: 00515
Het aanzien van 1970. Twaalf maanden wereldnieuws in beeld Historie -- Nederland, algemeen (1971) [Diversen] Fotoboek van markante gebeurtenissen en personen in Nederland en uit het wereldnieuws in 1970 Dit boek is een deel van uw teven. Eén jaar slechts, maar u hebt het meegemaakt. U was deel van dat jaar en u hebt er een rol in gespeeld en u komt op vele bladzijden voor, al zult u misschien vergeefs zoeken naar uw gelijkend portret. Maar u was een van de talloze toeschouwers langs de kant zonder wie dat jaar 1970 niet had bestaan. U was onmisbaar bij het grote-mensenspel. Misschien bent u uw gift komen brengen op dat merkwaardige feest van naastenliefde Schip Ahoy. Misschien zat een vriend of familielid van u in een der vete gekaapte vliegtuigen, of hebt u geapplaudisseerd voor het Palestijnse meisje Leila Khaled dat koelbloedig een granaat uit haar bloesje trok, dertigduizend voet boven de bewoonde wereld. In battle-dress, verloofd met de revolutie — zie haar ring! — staat zij op ons omslag. Meisjes als Leila, knap maar gevaarlijk, zijn niet de enige vrouwen die 1970 tot een roerig jaar hebben gemaakt, nauwelijks te bevatten in 240 pagina's. Dichterbij hadden we Dolle Mina's die lieftallig en verbeten streden voor de gelijkberechtiging van de vrouw. Als u een lezeres bent, zult u zich alweer aantreffen op de bladzijden in dit boek waar de Mina’s ludiek én in volle ernst roepen 'baas in eigen buik' te willen zijn, want vijfenzeventig procent van u geeft hun wat deze strijdkreet betreft gelijk, zeggen de statistici. En zo hebt u nog veel meer meegemaakt in dat jaar en altijd was u hoofdpersoon. Want vergeet dit niet: de hoofdrolvertolkers van het Spel 1970 zegden hun teksten om u te overtuigen, u te beïnvloeden, u de toeschouwers langs de kant, u die allemaal samen het lot van de wereld bepalen. Daarom is dit Aanzien van 1970 zo'n belangrijk boek. Daarom is de hele serie zo ontzettend interessant. De banden bevatten uw leven, dat u doelbewust hebt meegemaakt en dat u zich altijd wilt herinneren. De herfststormen en de voorjaarswinden, de zomerbloemen en het sneeuwdek van 1970 vormden het decor van uw bestaan en wanneer u later aan uw kinderen wilt vertellen hoe uw leven er uit heeft gezien, pakt u dit boek en haalt er bladzij na bladzij de snikken en de glimlachjes uit. Wij wensen u nu reeds vee! genoegen met dit deel uit de kostelijke serie jaarboeken. Het bevat de geschiedenis van uw leven en dat is zo belangrijk omdat het nooit meer kan worden overgedaan en uniek is in zijn soort. NV Uitgeverij Spaarnestad Haarlem;  |
29. |
![]() |
Boeknummer: 00516
Het aanzien van 1971. Twaalf maanden wereldnieuws in beeld. Dl 10 Historie -- Nederland, algemeen (1972) [Diversen] Fotoboek van markante gebeurtenissen en personen in Nederland en uit het wereldnieuws in 1971 Het Aanzien van 1971: tiende deel van een unieke serie fotodocumentaires. Tweehonderdveertig bladzijden bieden u een terugblik op een veelbewogen jaar, dat u zich zult willen blijven herinneren. Twee reizen naar de maan, ellende in Bengalen, terreur in Ulster. Rood China in de Verenigde Naties. Maar ook: de glorie van Ajax, Ard en Eddy. Het bezoek van koningin Juliana aan Indonesië, het weelderige woestijnfestijn in Perzië. Triomfen en rampen, successen en protesten, menselijk lief en leed in een wereld die de uwe is. Al die boeiende actualiteit van 1971 vindt u in woord en beeld terug in dit waardevolle boek, waarnaar u steeds weer zult grijpen. Het tiende Aanzien van een Jaar Men zou alleen van een stervende mens een juiste definitie van het begrip 'tijd' kunnen horen. 'Tijd zijn de paar seconden die mij nog resten,”zou hij kunnen zeggen. „Belangrijker tijd bestaat er niet.” Of, als hij wijs en bezadigd is en uit dit leven stapt na zinvol bestede jaren: 'Tijd is nu van geen belang meer, want vijf seconden wegen niet op tegen de jaren die ik heb beleefd.' Tussen deze twee uitspraken moet iedere mens zijn keus maken. U kunt uitsluitend kijken naar de toekomst, en erg droevig worden wanneer uw laatste uur slaat. U kunt ook kijken naar het verleden — uw verleden, en zeer begaan zijn met al hetgeen daar is geschied. Wij hebben dit boek, en trouwens de hele reeks 'Aanziens', gemaakt voor mensen die bewust leven en gefascineerd de tijd absorberen waarin zij existeren. Wij maken de serie niet voor lieden die zich willoos en gedachteloos als schapen laten drijven door een duf landschap. Wél voor de schepselen die proberen hun tijd te verstaan en die hun tijd ook willen vasthouden. Zij willen later nog weten hoe ze juichten voor hun helden, lachten om de blunders, huilden om de rampen. En van al deze dingen staat dit boek en staan alle boe- ken uit deze reeks vol. Ik weet nog goed hoe wij ermee begonnen. De toenmalige directeur van Uitgeverij Spaarnestad, mr. W. Lucas, was de initiatiefnemer. 'Laten wij een soort foto-album maken van de jaren waarin wij leven,'zei hij. 'Elk jaar opnieuw een boek met eerlijke verslaggeving van alles wat er is gebeurd. De mensen zullen zich hun leven willen herinneren en bladeren in hun eigen historie.' Dat was tien jaar geleden. Ik mocht het boek samenstellen en de foto die ik koos voor de eerste bladzij van Het Aanzien van 1962 was een foto van twistende mensen. Let wel: geen ruziënde mensen, maar mensen die de twist dansten — de rage van dat jaar. Sindsdien is er elk jaar een 'Aanzien' verschenen en het is een kostelijke serie geworden, waarvoor de belangstelling voortdurend groeide. De initiatiefnemer had gelijk: de mensen vinden het heerlijk terug te bladeren in hun eigen leven. Om het historisch overzicht compleet te maken is onze uitgeverij ertoe overgegaan ook de jaren vóór de start van onze serie in beeld te brengen. Zo ontstonden later dan het eer- ste jaarboek de bundels Het Aanzien van 1950-1954 en Het Aanzien van 1955-1959, telkens vijfjaren in één band. Wij overwegen nu nog de jaren 1945-1949 en wellicht ook de ontbrekende jaren zestig aan de serie toe te voegen en als u daarvoor interesse hebt, mag u ons best een aanmoediging sturen. Ik moet u zeggen dat ik de verschijning van elke van deze fotodocumentaires een belevenis vind. Dit tiende jaaroverzicht, Het Aanzien van 1971, is voor mij een kostbaar kleinood. . Ik blader.het door en bekijk de foto die ik in de loop van dit bewogen jaar uit de internationale nieuwsvoorziening heb geplukt en die door redacteur Johan Jongma van commen- taar is voorzien. Ik weet niet wat het belangrijkst is: de bokswedstrijd op bladzij 57, de eerste naaktshow in Nederland op bladzij 129 of het bezoek van koningin Juliana aan Indone- sië op bladzij 170-171. Ik wil niet eens twisten over de importantie van deze gebeurtenissen ten opzichte van elkaar. Historici zullen beweren dat het staatsiebezoek van de Neder- landse vorstin aan haar vroegere kolonie oneindig belangrijker is dan het toneelmatig optreden van tien blote acteurs, maar ik oordeel daar anders over: ik heb elk van beide eve- nementen met precies evenveel interesse gadegeslagen. Hun nieuwswaarde was exact even groot Omdat elke dag die wij leven even zwaar telt. Ik hoop dat u dit boek op deze manier bekijkt Het bevat een jaar van het teven waarvan u deel uitmaakt. U hebt elke pagina beleefd en over elk feit een mening gehad. Bekijk het totaal van 1971 en vel uw oordeel. Was het een boeiend jaar of niet? Gerard Vermeulen NV Uitgeverij Spaarnestad Haarlem;  |
30. |
![]() |
Boeknummer: 00521
Het aanzien van 1972. Twaalf maanden wereldnieuws in beeld. Historie -- Nederland, algemeen (1973) [Gerard Vermeulen. Samenstellng] Fotoboek van markante gebeurtenissen en personen in Nederland en uit het wereldnieuws in 1972 Het Aanzien van 1972: elfde deel van een kostelijke reeks fotodocumentaires. Televisiebeelden vervliegen en krantefoto’s vergelen, maar dit boek houdt alle schokkende en boeiende actualiteit van 1972 haarscherp voor u vast. Beeld en tekst roepen al die feiten in uw herinnering terug, die 1972 tot een veelbewogen jaar hebben gemaakt: • de gruwelijke, zwarte septemberdag van München • de Bloody Sunday van Londonderry • oplaaiende oorlog en glorende vrede in Vietnam • arbeidsconflicten en milieuzorgen • Amins banvloek over de Aziaten in Oeganda • Nixons reizen en herverkiezing • ontvoeringen en vliegtuigkapingen • aanslagen op Wallace en Hassan • emoties om de Drie van Breda • de pechreis van Apollo 16 • Noors nee en Deens ja tegen de E.E.G. • verkiezingen en topconferenties • vrijspraak voor Angela Davis • een verjaarscadeautje voor Liz Taylor • een tweeling voor prinses Irene • Ajax' wereldcup en Eddy Merckx uurrecord • Ard Schenk, Mark Spitz en Bobby Fischer en nog veel, veel meer ernstige en luchtige gebeurtenissen, die u zelf als geïnteresseerde of als betrokkene bewust hebt gevolgd en die u zich zult willen blijven herinneren. Dit boek had in plaats van Het Aanzien van 1972 evengoed als titel kunnen dragen Een jaar bevroren. Want wat u op al die ruim tweehonderd pagina’s ziet, is een reeks onveranderlijke momentopnamen, vaak gemaakt met sluitertijden van een-tweehonderdvijftigste seconde en toch van permanente betekenis voor de geschiedenis. Dat is het vreemde, het bijna griezelige van een boek als dit: het bevriest de dramatische elementen van ons tijdgebeuren en het dwingt ons tot de erkenning dat de mensen van de wereld een janboel maken, waarnaar we met verschrikte ogen kijken zonder er enige invloed op te kunnen uitoefenen. Wij staan machteloos tegenover de rampen en misdaden, die op zo menige pagina in dit boek voorkomen. We zijn trouwens eveneens buitenstaanders bij de vrolijke bladzijden, want ook de taferelen die daarop zijn vastgelegd, speelden zich zonder onze inmenging af in de wereld om ons heen. En desondanks maken wij deel uit van diezelfde wereld. Zonder ons, zonder u, hadden die feiten nooit kunnen plaatsvinden. Wanneer bijvoorbeeld de Palestijnse verzetsorganisatie Zwarte September u niet had willen overtuigen van haar doel, had zij nooit de moordpartij in München op touw gezet, waarop in dit boek op de bladzijden 182 en 183 de aandacht wordt gevestigd en waarop ook onze omslagplaat veelzeggend teruggrijpt: de intocht van een olympische ploeg, waarvan elf leden op gruwelijke wijze het leven zouden laten. Eigenlijk ontbreekt in dit Aanzien van 1972 één foto: die van uzelf. U zou uw eigen portret voorin moeten plakken. Want u bent de mens die dit alles in 1972 heeft meegemaakt en u hebt dit boek gekocht omdat u zich dit jaar van uw leven wilt blijven herinneren. Wij hopen dat deze twaalf maanden van uw leven u zullen blijven boeien. Gerard Vermeulen NV Uitgeverij Spaarnestad Haarlem;  |