![]() |
![]() |
HEEMKUNDEKRING
|
![]() |
![]() |
Heemkundekring 'Op de Beek' → Beeldbank Bibliotheek → Zoekresultaat |
Aantal gevonden publicaties : 21 (uit: 667)
|
||
|
Klik op publicatie voor vergroting en meer informatie
1. |
![]() |
Boeknummer: 00007
Inventarisatie en waardestelling cultuurhistorische objecten Natuur -- Waterstaat (onbekend) [J. Ruurd Leegstra] Inventarisatie en waardestelling cultuurhistorische objecten eigendom van het Waterschap Brabantse Delta Brabantse Delta;  |
2. |
![]() |
Boeknummer: 00051
De mosflora van het Natuurreservaat de Berk en randgebieden Natuur -- De Berk (2002) [Chr. Buter] De mosflora van het Natuurreservaat de Berk en randgebieden. Rapport van de inventarisatie uitgevoerd door de mossenwerkgroepen van KNNV Afd. Breda en KNNV Afd. Roosendaal Samenstelling: Chr. Butter Met bijdragen an H. Backx en A. Gladdines DANKWOORD. Aan het noodzakelijke veldwerk, verbonden aan dit project, werd van meet af aan meegewerkt door de heren H. Backx (KNNV Breda) en A. Gladdines (KNNV Roosendaal), waardoor het geheel een eerste 'joint venture' is van beide Afdelingen. Daarnaast gaven de heren C. Ruinard en J. de Bruijn (beide Rotterdam) meerdere malen acte de presénce, waarbij ook zij waardevolle bijdragen leverden. Naast dit veldwerk, vereist een betrouwbare determinatie van de aangetroffen mossoorten, vaak verificatie van de microscopische soortkenmerken. Ook daaraan hebben betrokkenen hun 'steentje' bijgedragen. Naast dit meer wetenschappelijk werk, hebben zij ook de nodige assistentie verleend inzake vorm en inhoud van dit rapport. Met betrekking tot de aangetroffen veenmossen kon een beroep gedaan worden op de heer A. Bouman te Weesp, die de determinatie danwel de controle daarvan voor zijn rekening heeft genomen. Daarnaast verstrekte hij, evenals de heren Dr. J. Kruijer te Leiden en H. van Melick te Valkenswaard, in enige gevallen, waardevolle aanwijzingen. De heer J. van de Wiel (Tilburg) stelde een door hem vervaardigde habitus- en detailtekening van de soort Orthotrichum scanicum ter beschikking, waardoor de herkenning van deze zeer zeldzame soort voor menigeen gemakkelijker zal zijn. Met betrekking tot de rubriek 'Overige waarnemingen' heeft Mevr. P. van de Wiel (KNNV/Floron - Roosendaal) een duidelijke bijdrage geleverd inzake de identificatie van enige 'probleem-planten', die uiteraard afkomstig waren uit het betreffende gebied. De 'streekdeskundigen', bij name genoemd in de heemkundige bijdrage van H. Backx, hebben zeer verduidelijkende informatie verstrekt en zodoende eveneens een waardevolle bijdrage geleverd. Tenslotte, zonder de toestemming van de heer Th. Bakker, boswachter bij het SBB, had dit inventarisatieonderzoek niet kunnen plaatsvinden. Niet alleen met hem maar ook met de functio- narissen G. Boot en G. van den Bouwhuijsen (resp. Beheerseenheid De Beemden en Breda) kon op bijzonder prettige manier worden samengewerkt. Alle betrokkenen: mijn welgemeende dank! Rijen, september 2002. Chr. Buter TER KENNISMAKING. De verspreidingskaart van de mosflora binnen Nederland kent nog veel 'witte vlekken'. Als men daarbij in rekening brengt dat de mossen tot de meest bedreigde planten behoren, dan zal duidelijk zijn dat onderzoek naar soortendiversiteit en de verspreiding zeer gewenst is. Bryologisch veldwerk - het inventariseren van de mosflora nu - heeft, vooral als zulks moet gebeuren in broekbossen of moerassige terreinen, zoals het met het Natuurreservaat De Berk het geval is, veel weg van Outward Bound School activiteiten. Onze stelling dat het toch wetenschappelijk werk betreft ontlokt bij buitenstaanders nog al eens meewarige gelaatsuitdrukkingen en zelfs blikken van ongeloof. Dit nu was reden genoeg voor enig zelfonderzoek en al snel moet worden toegegeven dat de aanblik van een stel grijze 'heren', ver over de pensioengerechtigde leeftijd, gestoken in besmeurde en soms gehavende kleding en bemodderde laarzen, eerder het beeld van landlopers oproept. Wel, wij zitten daar niet zo mee. Sterker nog, wij geven ruiterlijk toe dat wij bij het kruipen door struikvormige wilgen, het ploeteren door hoge braambossen, nat riet en brandnetels, want wij gaan natuurlijk van de gebaande paden af, onze jeugdjaren herbeleven. Kortom, wij gedragen ons als een soort kwajongens ongehinderd en frustratievrij. Hoewel, wij voelen soms wel enige frustratie, bijvoorbeeld bij het aantreffen van een rijk bemoste boom, waar de realiteit ons met twee voeten op de grond plaatst en waar we dan ook blijven want 'boompje klimmen' is er niet meer bij. Of bij een net iets te brede sloot waar aan de overkant boeiende mospopulaties lonken. Dit alles kan ons evenwel niet uit het evenwicht brengen; wij hebben inmiddels geleerd alles te relativeren. Onze werkwijze heeft kennelijk ook een aantrekkende werking, althans op oude heren met belangstelling voor de mosflora. Zo is er iemand uit Roosendaal die zelden of nooit verstek laat gaan en twee lieden uit het Rotterdamse die er nota bene vrij vaak een reis met openbaar vervoer (ja U leest goed: 'openbaar vervoer') voor over hebben om te kunnen participeren. Dit alles overziende bekruipt ons de indruk dat onze activiteiten zelfs ook nog enige psycho-therapeutische waarde hebben. (Wij vermoeden dat de Staf van het SBB, als vergunningverlener, dit aspect nog niet heeft bevroed.) Enigszins bezorgd vragen wij ons echter wel af hoe wij ons 'product' (dit verslag) als wetenschappelijk werk kunnen aanbieden als wij ook nog moeten bekennen dat er een probleem is met ons 'korte termijn geheugen'. Dit betreft in het bijzonder de smaak van koffie. Wij zijn gewoonweg niet in staat om dit gedurende enige uren te onthouden. Tijdens het veldwerk is het dan ook vaste prik om regelmatig bij elkaar te informeren naar wat de smaak van koffie ook weer is. Zodra er niemand meer is die daarop een zinnig antwoord heeft is het dringend tijd dit probleem op te lossen door een bezoek aan het gezellige etablissement ‘In Den Molen'. Dan, bij het genot van uiteraard koffie, stellen we vast dat onze werkwijze de enig bruikbare methode is. Dit althans voor zolang het nog niet mogelijk blijkt vegetatieopnamen, tot op de soort nauwkeurig, te maken met behulp van satelieten. Voorts laten wij ons niet ringeloren door het Ministerie van Onderwijs etc. en andere betrokken Overheden die nauwelijks of geen fondsen ter beschikking stellen voor beroepsmatig onderzoek. Wij doen het dan wel op onze manier en op vrijwillige basis en misbruiken bovendien onze leeftijd in het kader van de uitdrukking: 'Goed voorbeeld...'. Tenslotte; heeft ons werk wetenschappelijke waarde? Wij denken van wel. Het betreft immers een eerste onderzoek in het natuurreservaat De Berk. Het draagt zodoende in ieder geval bij aan het inzicht in de verspreiding en de frequentie van voorkomen van mossen in het betrokken gebied en daarmee ook in Nederland. En als het echt niet anders kan: dan beroepen wij ons maar op het spreekwoord, U weet wel dat van het halve ei en de lege dop. Mede namens mijn teamgenoten Henk Backx (Breda), Adri Gladdines (Roosendaal), Cor Ruinard en Hans de Bruijn (Rotterdam). Chr. Buter. (Rijen.) MWG KNNV (ver. voor veldbiologie). Afdeling Breda;  |
3. |
![]() |
Boeknummer: 00083
Langs de rand van het zand. Waterstaatsgeschiedenis in de Brabantse Delta Natuur -- Waterstaat (2009) [Jan van den Noort] Langs de rand van het zand. Waterstaatsgeschiedenis in de Brabantse Delta Woord vooraf Veel waterschappen zijn respectabele oude organisaties met wortels tot in de middeleeuwen. Maar heden ten dage zitten er ook jonkies tussen, zoals Waterschap Brabantse Delta, amper vijf jaar oud. Vergis u niet! Achter dat jeugdige uiterlijk gaat een eeuwenoude geschiedenis schuil. Zo’n tweehonderd waterschappen in het West- en Midden-Brabantse gingen Brabantse Delta voor en hun DNA is nog duidelijk herkenbaar in het nieuwe waterschap. Waar vroeger het beheer van polderpeilen, dijken en sluizen een hoofdrol speelde, ligt het accent vandaag de dag op de zuivering van afvalwater en de kwaliteit van het oppervlaktewater. Het waterschap wordt daarnaast geacht in te spelen op klimaatverandering en verband te leggen met uiteenlopende onderwerpen als milieu, landschap, ruimtelijke ordening, economie, cultuurhistorie en recreatie. Waterschap Brabantse Delta vroeg historicus en cartograaf dr. Jan van den Noort om te onderzoeken hoe die lappendeken van polders en poldertjes werd samengevoegd en welke rol het verlangen naar voldoende schoon water daarbij speelde. Ik begreep dat Brabant zich niet gemakkelijk liet kennen, maar het is een verbluffend rijke geschiedenis geworden. Die rijkdom wordt nog onderstreept door verrassende foto's van Joop Reijngoud, de heldere kaartjes van de auteur en een fris ontwerp van Karin ter Laak. Ik wens u veel leesplezier. Joseph A.M. Vos Dijkgraaf Waterschap Brabantse Delta Waterschap Brabantse Delta;  |
4. |
![]() |
Boeknummer: 00090
Het Mastbos. Staatsbosbeheer 100 jaar Natuur voor iedereen Natuur -- Mastbos (1999) [Thijs Caspers] INLEIDING In het Mastbos ben je nooit alleen. Wat kan een tegen de stadsrand aangeplakt bos, dat bovendien bekneld ligt tussen autowegen, de zoeker naar rust en natuur eigenlijk te bieden hebben? Op het eerste gezicht lijkt het Mastbos enkel een leuk uitje voor Bredanaars die hier op een doordeweekse dag tussen de middag even een frisse neus komen halen, of er de hond uitlaten. Een langere wandeling in het weekend wordt vaak gekoppeld aan een bezoek aan een van de vele horecagelegenheden die eromheen liggen: de boswandeling als versnapering. Maar het Mastbos verdient meer dan het imago van een groot uitgevallen stadspark. Want wie dieper in het bos dóórdringt, komt tot de verrassende ontdekking dat de natuur rijker wordt, opvallend rijker. De wandelaar treed plots het rijk binnen van ree, reiger, kikker, salamander; klokkebei en dubbclloof natuurlijke fenomenen die symbool staan voor sprookjesachtige betovering. Wie het Mastbos slechts van naam kent en een blik op de topografische kaart werpt, zou de conclusie kunnen trekken dat hier de zoveelste Brabantse dennenakker ligt: een droge ondergrond met grove dennen, jong, iel en stijf in het gelid. Niets is minder waar. Het Mastbos bewijst dat wanneer men de grove den de kans geeft oud te worden, deze boom net als beuk en zomereik het predikaat eerbiedwaardig verdient, met zijn breed uitgegroeide kroon en vlammende schorssculptuur. Het Mastbos is het oudst aangelegde productiebos van Nederland. Het is opgedeeld in vakken, het wordt doorkruist door loodrecht op elkaar staande lanen en voor de drainage werden sloten in de loop der tijd steeds verder uitgediept. Door dit verleden draagt het niet het karakter van een natuurlijk bos, hoewel het laatste decennium in bepaalde delen een beheer gevoerd wordt, gericht op ‘vernatting’ en ‘verwildering’. De nog goed zichtbare, oude gebruiksfunctie van het Mastbos kent echter ook zijn charmante kanten. De lanen hebben door hun lengte een eeuwigheidskarakter; door hun talrijkheid geven ze het bos een ‘voornaam’ aanzien. De wandelaar krijgt het gevoel dat velen die vóór hem geleefd hebben met hem optrekken, van Nassause prinsen, houtvesters, boswachters, houthakkers en jagers tot rabauwen, soldaten, lichtekooien, stropers, sprokkelaars en bosbessenplukkers. Het is net alsof dit bonte gezelschap in je nek ademt wanneer je van de Lange Dreef het Eeuwig Laantje induikt. In het Mastbos ben je in meer dan één opzicht nooit alleen. Thijs Caspers Staatsbos beheer/Uniepers Abcoude;  |
5. |
![]() |
Boeknummer: 00099
500 jaar Zwartenbergse polder Natuur -- Zwartenbergsepolder (2007) [Ton van den Wijngaart] 500 jaar Zwartenbergse polder Dit boek is via deze link verkrijgbaar in de winkel van Heemkundekring Op de Beek. Voorwoord Voor u ligt het boekwerk ‘500 jaar Zwartenbergse polder’, een indrukwekkende geschiedschrijving van de Heemkundekring ‘Jan uten Houte’ uit Etten-Leur waar- in u ook de geschiedenis van het waterschap kunt herkennen. Een polder wordt gemaakt en beheerd door mensen, zij leven in de polder en geven er zijn karakter aan. Zo ook de ingelanden van de Zwartenbergse polder. Na ruim tweehonderd jaar van wateroverlast besloten zij in 1721 een watermolen met stenen goot naar de Leurse Vaart te bouwen om het water uit de polder te pom- pen. Deze houten poldermolen brandde in 1888 door blikseminslag af. Een jaar later werd de huidige stenen molen, met een partij stenen die voor de bouw van de plaatselijke kerk was afgekeurd, herbouwd. In 1963 is de molen door het toenmalige waterschap overgedragen aan de gemeente Etten-Leur. Als gevolg van de ruilverkaveling daalde het grondwaterpeil en verloor de molen zijn bemalingsfunctie, ook omdat het waterschap in het poldergebied inmiddels het elektrische gemaal ‘Halle‘ had gebouwd dat de functie van de molen overnam. Toch blijft de Zwartenbergse molen de enige windwatermolen in Zuidwest-Brabant die nog volledig functioneert. De molen, met de status van rijksmonument, is in 2004 opnieuw door het pas opgerichte waterschap Brabantse Delta overgenomen. Het waterschap herstelt en renoveert de molen zodat deze een educatieve functie kan gaan vervullen en het verhaal van 500 jaar Zwartenbergse polder tot in lengte van dagen kan blijven vertellen. Het waterschap heeft onlangs de westzijde van de kade van de Leursche haven vanaf de Zwartenbergse molen tot aan de Mark opgehoogd om de Ettense Beem- den te beschermen tegen hoog water. Ook proberen we in de polder het waterpeil voor de landbouw optimaal te maken en tegelijkertijd de kwaliteit van het water in de landbouwsloten te verbeteren. Daarmee gaat de Zwartenbergse polder nog een lange - en als het aan ons ligt - droge en schone toekomst tegemoet. Joseph Vos, dijkgraaf waterschap Brabantse Delta Inleiding In het uiterste noorden van de gemeente Etten- Leur ligt de Zwartenbergse polder. Deze polder is om meerdere redenen een uniek en bijzonder interessant gebied. Uniek, omdat het gezien de ligging de vraag oproept tot welke gemeente de polder behoort. Is het Etten-Leur, Breda (Prinsenbeek) of Zevenbergen? Uniek, omdat het een echte kleipolder is, die vrijwel exact ligt op de grens van klei- en zandgronden. Uniek, omdat de polder gemiddeld 70 cm onder de zeespiegel ligt. Uniek, omdat de polder totaal ligt ingeklemd tussen rivieren of waterlopen. Dat zijn de Mark in het noordwesten, de Leurse Vaart (de haven) in het zuiden en de Halse of Leurse Vliet in het oosten. Uniek, omdat de polder heel vroeger ten noorden van de Mark lag, maar sinds lange tijd al weer ten zuiden van diezelfde Mark. Uniek, omdat de polder vroeger op de grens lag van het hertogdom Brabant en het graafschap Holland. Uniek, omdat de polder nog zo duidelijk de sporen draagt uit een ver verleden; dit is elders vrijwel nergens meer te zien en zeker niet in deze mate. Uniek, omdat in de polder de enige windwatermolen staat die West-Brabant nog heeft. Uniek, omdat het in 2007 exact 500 jaar geleden is dat van Zwartenberg een polder werd gemaakt. Het 500-jarig bestaan mag niet onopgemerkt voorbij gaan. Daarom heb ik dit boek geschreven dat de lezer meer inzicht geeft in het poldergebied. Wie het leest zal voortaan het door de polder wandelen, fietsen of autorijden met andere ogen bezien en beleven dan voorheen. Gaat u mee op reis door de tijd en de wording van Zwartenberg? Het zal een reis zijn, die zich niet laat vastleggen in vastomlijnde periodes maar wel een reis die u meeneemt naar momenten die voor Zwartenberg cruciaal, belangrijk, interessant of van grote invloed zijn geweest. De schrijver wenst u een bijzonder aangename reis toe. Jan Uten Houte Etten Leur;  |
6. |
![]() |
Boeknummer: 00188
Kruiden in het Bredase Begijnhof Natuur -- Kruiden (onbekend) [N. Sprangers, J.Timmers] Kruiden in het Bredase Begijnhof De Bredase kruidentuin in het Begijnhof De kruidentuin van het Bredase Begijnhof bestaat uit een verzameling van twintig kleine kruiden- tuintjes, van elkaar gescheiden door haagjes en gegroepeerd rond een langwerpig grasveldje. Dit grasveldje is een voormalig bleekveld waar vroegere bewoonsters, de begijntjes, hun wasgoed te drogen legden. Waar nu de kruidentuintjes te zien zijn bevonden zich moestuintjes waar men voor eigen gebruik wat groente en fruit kweekte. Begijntjes vormden al in de middeleeuwen een gemeenschap van alleenstaande vrouwen die na het afleggen van een eenvoudige gelofte op een hofje gingen samenwonen en voornamelijk werk- zaam waren in de gezins- en ziekenverzorging. Het is geen kloosterorde. Toch betekenden ze een belangrijke aanvulling op de taken die nonnen en paters verrichten in de stedelijke samenlevingen. In de jaren tachtig is de laatste Bredase begijn over- leden.Tegenwoordig wonen er op het Begijnhof alleenstaande oudere vrouwen, zodat het verleden naadloos over is gegaan in het heden. De historische sfeer van het hofje is, mede dank zij de kruidentuin, haast onaangetast gebleven. Momenteel staat er een verzameling van ongeveer 300 deels medicinale kruiden en deels kruiden voor gebruik in de keuken. De gemeente Breda heeft in 1970 de kruidentuin ingericht en is verantwoorde- lijk voor het dagelijkse onderhoud. Dienst Stadsbeheer Gemeente Breda;  |
7. |
![]() |
Boeknummer: 00205
Het Mastbos en het werk van Houtvester van Schermbeek Natuur -- Mastbos (1990) [A.J. Spierings] Het Mastbos en het werk van Houtvester van Schermbeek Ten geleide Het Mastbos: 100 jaar bosbouw! Binnen de Nederlandse bossen neemt het Mastbos een bijzondere plaats in. De geschiedenis van het bos gaat ver terug. Grote delen zijn al eeuwenlang met bos bezet, een bijzonderheid in ons land, waar de meeste bossen amper een eeuw geleden werden aangelegd. Maar bos in dit verleden had het zwaar te verduren, zeker in de nabij- heid van een garnizoensstad als Breda. De behoefte aan (brand)hout, strooiselloof, beweiding, stroperij, militaire kampementen; steeds weer werden aanslagen op het bos gepleegd. Een vergelijking met bossen in de derde wereld anno 1990 ligt voor de hand: ook daar dreigt het bos niet door zorgvuldig gebruik, maar door overexploitatie ten gronde te gaan. Gelukkig kan het Mastbos ook als positief voorbeeld dienen, hoe het aftakelingsproces ten goede kan worden gekeerd. Door gezondheidsproblemen gedwongen keerde Houtvester Van Schermbeek terug uit de tropen en ging in het Mastbos aan het werk. Groot enthousiasme legde hij aan de dag en vele, nieuwe inzichten in het bosbeheer. Veel weerstanden moest hij ook overwinnen bij de maatregelen die hij nam, maar het doel stond hem duidelijk voor ogen: een stabiel bosmilieu scheppen waarin een gevarieerd bos kan ontstaan. Nieuw voor die tijd was ook de grote waarde die hij hechtte aan het bos zelf. In een tijd dat denken over bos vooral was gekoppeld aan het produceren van zoveel mogelijk hout. Als we ons verdiepen in de wijze waarop hij zijn doel trachtte te berei- ken, blijkt dat ook nu, na 100 jaar, nog verbluffend actueel! Door zijn activiteiten was hij indirect een van de grondleggers voor het latere Staatsbosbeheer. Kort na zijn vertrek uit het Mastbos, in 1899, werd het Staatsbosbeheer opgericht, met de Houtvesterij Breda als een van de eerste objecten. Niet alleen door zijn werk in het Mastbos, maar ook de nieuwe inzichten die hij in Nederland bracht, hebben we veel aan Van Schermbeek te danken. De inzet van de heer A.J. Spierings, om de geschiedenis van het Mastbos en het leven en werken van Van Schermbeek vast te leggen, waardeer ik daarom bijzonder. Ik hoop dan ook. dat dit boekje zich in een grote belangstelling mag verheugen! Dr.ir. H.S.B.M. van Asperen, Directeur Staatsbosbeheer. Inleiding In 1889 aanvaardde Adriaan Johannes van Schermbeek, Oost- Indische houtvester met verlof, de opdracht van het Domeinbestuur tot het vervaardigen van een boskaart van het Mastbos en Liesbos, met de daarbij behorende bedrijfsplannen. Een jaar later werd hij be- noemd tot bosbouwkundig medewerker bij dat zelfde Domeinbestuur. In die functie werd hij toegevoegd aan de Rentmeester van het Rentambt Breda, de heer R.J.H. Roosmale Nepveu. Daarmee begon een nieuw tijdperk in de geschiedenis van het Mastbos. De tot dan toe traditionele werkwijze in de exploitatie van het bos moest plaats maken voor beheersvormen die veel meer rationeel gefundeerd waren en door experimenten ondersteund. Met veel doorzettingsvermogen werden nieuwe ideeën en opvattingen in de praktijk toegepast. De vele weerstanden die dat opriep, zowel in de regio als ook in de leidende kringen in de bosbouw in den lande, hebben Van Schermbeek er niet van kunnen weerhouden voor zijn ideeën te strijden en in de praktijk tot uitvoering te brengen. Het is precies 100 jaar geleden dat Van Schermbeek zijn werk in Breda is begonnen. Ter herdenking van dit feit werd in het Informatie- centrum 'Oudhof' in het Mastbos een tentoonstelling ingericht, gewijd aan de geschiedenis, de fysische geografie en het landschap van het Mastbos. Daarbij werd natuurlijk extra nadruk gelegd op de persoon en het werk van A.J. van Schermbeek. In relatie daarmee is ook deze uitgave tot stand gekomen. Het noodzakelijke materiaal werd samengesteld door een werk- groep, bestaande uit dhr. P.C.A. Schoenmakers, boswachter en Mej. H. v. Wermeskerken en de heren S. van Hilst en A.J. Spierings. Heemkundekring Paulus van Daesdonk;  |
8. |
![]() |
Boeknummer: 00221
Zwerven door de Rith Natuur -- Waterstaat (1995) [Peter de Jaeger] Zwerven door de Rith VOORWOORD Breda staat bekend als een stad in het groen. Niet alleen omdat het stedelijk gebied wordt gesierd met veel bomen en struiken in parken en lanen, maar ook vanwege de landschappelijke omgeving rondom de stad, de kleigronden met de landgoederenzone ten noorden en de zand- gronden met de beekdalen en bossen ten zuiden van de stad. Voor de leef- en woonkwaliteit van de burgers van Breda zijn die buitengebieden zeker zo belangrijk als de bebouwde omgeving in het centrum. In die afwisseling van landschappen is er een gebied, Effen-De Rith, dat door zijn ligging misschien wat minder bekend is. Ingeklemd tussen het bekende Mastbos en het Liesbos, door- sneden door de A16, is het gebied vooral bekend bij liefhebbers. Zij kennen de bijzondere waarde van de natuurgebieden de Vloeiweide en de Krabbebosschen. Zij zien de inspanningen tot behoud van zandpaden en beukenlanen en genieten van alles wat daar leeft, groeit en bloeit. Daarbij heeft het gebied ook nog zijn eigen historie en economische ontwikkeling, die in het landschap en de boerderijen zijn terug te vinden. Een bezoek aan De Rith kan ik u van harte aanbevelen. Zet uw auto aan de kant en ga te voet verder of nog beter, pak de fiets en ga op ontdekkingstocht. Om het u makkelijk te ma- ken is hiervoor een speciale fietsroute opgenomen. Na lezing van dit boek en een bezoek aan De Rith zult u dan met mij tot de conclusie komen dat dit prachtig stukje Breda onze be- scherming verdient. drs. E.H.T.M. Nijpels burgemeester van Breda Uitgeverij De Geus;  |
9. |
![]() |
Boeknummer: 00238
Stichting het noordbrabants landschap Natuur -- Brabants Landschap (1972) [J.Noest. Rentmeester] Handboekje Stichting het noordbrabants landschap Voorwoord Ons laatste Handboekje werd uitgegeven eind 1969, begin 1970. In dat boekje verzuchtte ik, dat tot op dat ogenblik de Stichting Het Noord-brabants Landschap jammer genoeg nog geen bezit in West-Brabant had kunnen verwerven, ondanks meerdere pogingen daartoe. Maar 1970, het Natuurbeschermingsjaar, bleek ons vrij spoedig zeer welgezind, in het bijzonder in West-Brabant. In dat jaar verwierf de Stichting in dat rayon twee fraaie landgoederen: 'de Pannenhoef' en 'de Mattemburgh'. 'De Pannenhoef', groot 477 ha, is gelegen onder de gemeenten Zundert, Rijsbergen, Etten en Rucphen. Dit is tot nu toe ons grootste aaneengelegen bezit. 'De Mattemburgh', groot 366 ha en gelegen onder de gemeenten Woensdrecht en Bergen op Zoom, werd door de eigenaar, de Graaf de Chambure, aan de Stichting overgedragen, waarvan een deel, groot 17 ha, als schenking. Het geschonken deel wordt gevormd door de villa, met tuinmanswoning, garages, orangerie, park, tuin en bos, en is voortaan aangeduid als 'Schenking Gravin de Chambure-Cuypers', als respectvolle nagedachtenis. Zij had namelijk haar echtgenoot verzocht voor de toekomst een passende bestemming voor het buitengoed te zoeken, dat haar na aan het hart lag en dat van haar familie afkomstig was. Zij was de laatste telg uit het geslacht Cuypers. In het thans lopende jaar bestond onze Stichting 40 jaar. Dit feit werd op 10 maart onder grote belangstelling in het gastvrije Provinciehuis gevierd. Ter gelegenheid van dit jubileum kon een viertal mooie jubileumaankopen worden aangekondigd, namelijk: 1. Uitbreiding van de Groote Slink, onder Oploo (Oost-Brabant) met een deel, groot 85 ha, van de aangrenzende 'Bunthorst'. Ons totale bezit ter plaatse wordt hierdoor 212 ha. 2. Aankoop van het 'Pompveld' onder Veen in het land van Heusden en Altena, groot 110 ha. In dit reservaat ligt een eendenkooi. Het bestuur is verheugd ook in dit deel van de Provincie de hand te hebben kunnen leggen op een interessante bezitting. 3. En dan wederom in West-Brabant en wel het landgoed 'Zoomland', groot 285 ha, onder de gemeenten Bergen op Zoom en Wouw. Hierin ligt het merkwaardig moerasgebied 'De Zeezuiper' en het 'Keutelmeer'. 4. Tenslotte een aankoop in Midden-Brabant: het 'Galgeven', een bijzonder fraai voedselarm ven, met de boerderij De Eendracht , landbouwgronden, bossen en heidevelden, groot 224 ha, onder de gemeenten Berkel-Enschot en Moergestel. Het ven wordt ook wel genoemd 'Berghven', vanwege de nauwe band, welke meer dan 160 jaar heeft betaan met de familie van den Bergh. Door deze aankopen komt het totaal-bezit van het Brabants Landschap op ruim 2500 ha, over de provincie verdeeld als volgt: distrikt Oost 404 ha distrikt Noord 119 ha distrikt Midden 906 ha distrikt West 1128 ha Totaal 2557 ha Naar ik mag aannemen is bekend dat onze rentmeester, de heer J. Noest wegens ziekte reeds geruime tijd geheel of gedeeltelijk verstek heeft moeten laten gaan. Hij is het geweest, die het 'Landschap' van de grond heeft gebracht, waarvoor het bestuur hem erkentelijk is. Ik hoop, dat hij binnen niet al te lange tijd zijn functie wederom geheel zal kunnen waarnemen. Met de omvang van ons bezit groeit het personeelsbestand. Dit bedraagt thans 17 personen in vaste dienst. Hiervan vermeld ik de stafleden. Na de reeds genoemde heer Noest noem ik de heer J. W. C. Entrop, plaatsvervangend rentmeester, die een paar dagen nadat de heer Noest was uitgevallen, in dienst trad. Hij werd zwaar op de proef gesteld, welke hij glansrijk doorstond. Dan de administrateur, de heer P. H. Raadsen, bijgestaan door zijn assistente, mejuffrouw H. M. Leliaert, van welke krachten het bestuur veel steun ondervindt. Voorts zijn in onze dienst vier reservaatbeheerders: de heren P. Geenen (distrikt Oost), J.C. P. Reuser (distrikt Noord), W. P. van de Wouw (distrikt Midden) en J. T. Adriaensen (distrikt West). In 1971 betrokken wij ons nieuw kantoor, Torenstraat 32 te Helvoirt. Het is het met steun van Rijksmonumentenzorg gerestaureerde oude koetshuis van 'Jagtlust'. De heer P. Drijvers te Oisterwijk trad op als architekt. Aannemer was Nico de Bont en Zonen N.V. te Nieuwkuijk. De heer Kramer van Monumentenzorg verstrekte adviezen. Onze penningmeester, de heer van Dijk trad namens onze Stichting als bouwheer op. We zijn heel gelukkig met deze nieuwe huisvesting. Op 8 juni mochten wij hier Prins Claus en Prinses Beatrix, vergezeld van de Commissaris der Koningin, de heer Kortmann, ontvangen en met hen een pittig en van belangstelling getuigend gesprek voeren. Nog wil ik er op wijzen, dat postbus 10 Helvoirt gaarne aanmeldingen tot contribuant zal ontvangen. Op 1 januari 1972 bedroeg het aantal particuliere contribuanten 3535. Thans, 30 oktober 1972, passeerden wij de 5000. Zou dit aantal 10.000 kunnen worden? Dit zou een grote steun voor ons zijn. De minimum-contributie bedraagt thans ƒ10,—. Tot slot wil ik nog eens in herinnering brengen het uitstekende werk gedurende meer dan 20 jaar van de heer Jhr. Mr. E. W. J. van Weede van Dijkveld, als secretaris. In verband met verplaatsing van zijn werkkring in 1969 moest hij deze functie neerleggen. Door zijn deskundig en bezielend werk is de heer van Weede van grote betekenis geweest voor de ontwikkeling van het Brabants Landschap. De heer van Weede blijft als lid van het hoofdbestuur de Stichting mede besturen. De huidige maatschappelijke ontwikkelingen betekenen in vele opzichten een ernstige bedreiging van het natuurlijk milieu. Het in stand houden van groene ruimten is daarom van vitaal belang voor het welzijn van al wat leeft, niet het minst van de mens. Dit probleem positief te benaderen voor wat betreft de Provincie Noord-Brabant en voorzover onze bescheiden krachten dit toelaten, is de doelstelling van onze Stichting. Het bestuur is van nature optimist en wil trachten met veler steun en sympathie, met de waardevolle en zeer gewaardeerde financiële hulp van de overheid en in evenwichtige samenwerking met andere op ons terrein werkzame instellingen in deze te slagen. P. H. F. HUENGES, voorzitter Oktober 1972 Stichting Het Noordbrab. Landschap;  |
10. |
![]() |
Boeknummer: 00239
De Brandende Scheper Natuur -- Mastbos (2003) [John van Ierland] De Brandende Scheper. Volksverhalen in en om het Mastbos Inhoudsopgave 1. Onze Lieve Heer en dun Peer pag. 1 2. De helse opening van Papenmuts pag. 7 3. Doortje en Mieke pag. 11 4. De brandende scheper pag. 17 5. Ontstaan van de Heksenbeek pag. 21 6. De Voesenekken pag. 25 7. De Zeven Heuveltjes pag. 31 8. Dwaallichten pag. 37 9. De Zwarte Ridder van Boeverije pag. 43 10. De Duivelsbrug in het Ginneken pag. 51 11. Noormannen in Breda pag. 57 12. Het wonder van Niervaart pag. 61 13. Nawoord pag. 67 14. Lijst van geraadpleegde werken pag. 68 I.E.R;  |
11. |
![]() |
Boeknummer: 00277
Park Overbos Natuur -- Park Over-bos (2008) [SSC Communicatie, Breda] Park Over-Bos Fotografie: Wim Schuurmans en Piet Hanegraaf VOORWOORD Wij kunnen terugkijken op een meer dan geslaagde opening van PARK OVER-BOS op 21 juni 2008. Alle ingrediënten voor een geslaagd feest waren aanwezig. Een aangenaam zonnetje, een overvol programma met allerlei activiteiten, voor elk wat wils en voor jong en oud. Muziek speelde de hele middag een grote rol en in de avonduren zette Amor Musae haar beste beentje voor. Wederom bleek uit deze dag waar de inwoners van Prinsenbeek goed in zijn, gezamenlijk een feestje organiseren. De sfeer was optimaal. En wat nog het belangrijkste is, iedereen is enthousiast over het park. Het park dat nu al een prominente plaats in het dorp inneemt. Dit boekje bied ik graag aan als een blijvende herinnering aan de feestelijke opening. Wellicht dat u over een aantal jaren verbaasd zult zijn als u de uitgave nog eens doorbladert en ziet hoe snel alles verandert. Daarom gebruik ik dit boekje ook als geheugensteuntje om uit te leggen hoe de naam PARK OVER-BOS er kwam. Want we vergeten zo snel. Mevrouw Langen-de Jong heeft de naam bedacht. Zij had daar goed over nagedacht. Het park is gesitueerd grenzend aan de Mr. Bierensweg tot aan het einde van het PeperBOS. Het huidige park begint aan de kant van het plantsoen en loopt daar OVER de A16 en de HSL heen. Er is nog een gedeelte wat over de A16 en de HSL heen gaat en die ligt in de omgeving van het PeperBOS. In het park loop je OVER de paden door het BOS. De naam van het park bestaat uit twee delen: OVER en BOS, daarom de naam PARK OVER-BOS. Een prachtige uitleg, waar zelfs ik geen speld tussen kan krijgen. Ik wens u veel plezier met het doorbladeren van dit fotoboekje en verwacht dat deze herinneringsuitgave regelmatig op tafel zal komen om nog eens terug te kijken hoe het begon. Janus Oomen Wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling, Ontwerp en Beheer Buitenruimte September 2008 Gemeente Breda;  |
12. |
![]() |
Boeknummer: 00291
Wat onze voorouders wisten Natuur -- Kruiden (2020) [Doorn Ien] Wat onze voorouders wisten. Kruiden rondom Terheijden, Wagenberg en Langeweg Voorwoord ‘Wat onze voorouders wisten' Wat wij jammer genoeg al lang vergeten zijn, is wat de natuur ons allemaal te bieden heeft op het gebied van voedsel en geneeskrachtige kruiden. Het hele jaar door geeft de natuur ons wilde planten die boordevol gezonde voedingsstoffen zitten, eetbaar en smakelijk zijn. Onze voorouders gebruikten geneeskrachtige kruiden om o.a. maagklachten te bestrijden, bloedingen te stoppen, botbreuken te behandelen en zelfs voor geestelijke vlieguren. In dit boekje wordt verteld welke planten je kunt eten, welke je zeker niet moet eten en hoe ze vroeger in de volksgeneeskunde werden gebruikt. Er geldt een aantal (ongeschreven) regels voor het wild plukken: • Weet je het niet, dan eet je het niet. Dit omdat er ook giftige planten bestaan. • Is een plant zeldzaam maar wel eetbaar dan laat je die staan. • Is een plant beschermd of staat hij op de rode lijst, (hierover later meer wanneer we het over postzegelnatuur hebben) ook dan lekker laten staan. • Wildplukken valt onder stroperij. Kleine hoeveelheden plukken wordt oogluikend toegestaan. Pluk je grote hoeveelheden, dan is dit strafbaar. Op deze plaats wil ik Gwen van der Meer en José van Hooijdonk bedanken voor het corrigeren van kromme zinnen en andere vergissingen. Fons de Weert bedank ik voor de vormgeving. Recepten vindt je bij de volgende plantnummers: 1,11, 13,20, 36,53,55, 69 een aanrader: 76,93,97 en 103. Veel leesplezier gewenst Ien Doorn Heemkundekring De Vlasselt;  |
13. |
![]() |
Boeknummer: 00292
Wat onze voorouders wisten Natuur -- Kruiden (2021) [Doorn Ien] Wat onze voorouders wisten. Kruiden rondom Teteringen Voorwoord ‘Wat onze voorouders wisten' Wat wij jammer genoeg al lang vergeten zijn, is wat de natuur ons allemaal te bieden heeft op het gebied van voedsel en geneeskrachtige kruiden. Het hele jaar door geeft de natuur ons wilde planten die boordevol gezonde voedingsstoffen zitten, eetbaar en smakelijk zijn. Onze voorouders gebruikten geneeskrachtige kruiden om o.a. maagklachten te bestrijden, bloedingen te stoppen, botbreuken te behandelen en zelfs voor geestelijke vlieguren. In dit boekje wordt verteld welke planten je kunt eten, welke je zeker niet moet eten en hoe ze vroeger in de volksgeneeskunde werden gebruikt. Er geldt een aantal (ongeschreven) regels voor het wild plukken: • Weet je het niet, dan eet je het niet. Dit omdat er ook giftige planten bestaan. • Is een plant zeldzaam maar wel eetbaar dan laat je die staan. • Is een plant beschermd of staat hij op de rode lijst, (hierover later meer wanneer we het over postzegelnatuur hebben) ook dan lekker laten staan. • Wildplukken valt onder stroperij. Kleine hoeveelheden plukken wordt oogluikend toegestaan. Pluk je grote hoeveelheden, dan is dit strafbaar. Op deze plaats wil ik Gwen van der Meer en José van Hooijdonk bedanken voor het corrigeren van kromme zinnen en andere vergissingen. Fons de Weert bedank ik voor de vormgeving. Recepten vindt je bij de volgende plantnummers: 1,11, 13,20, 36,53,55, 69 een aanrader: 76,93,97 en 103. Veel leesplezier gewenst Ien Doorn Heemkundekring Teterings Erfdeel;  |
14. |
![]() |
Boeknummer: 00312
Wat onze voorouders wisten Natuur -- Kruiden (2021) [Ien Doorn] Wat onze voorouders wisten. Dl 2. Kruiden rondom Terheijden Wagenberg en Langeweg Heemkundekring De Vlasselt;  |
15. |
![]() |
Boeknummer: 00335
Handboek Brabants Landschap. Uitg. 1992 Jubileumboek tgv 60 jarig jubileum Natuur -- Brabants Landschap (1992) [Bestuur Het Brabants Landschap] Overzicht van de bezittingen en het werk van het Brabants Landschap 1932-1992. Met veel foto's 1 Overzichtskaartje bezittingen 7 Voorwoord 8 Brabants Landschap 16 Terreinbeschrijvingen 194 Wandelmogelijkheden in omgeving natuurgebieden Brabants Landschap 196 Fietsen in het Brabantse Landschap 198 Wederzijdse toegangsregeling Provinciale Landschappen 200 Unie van Provinciale Landschappen 201 Coördinatie Beheer Kleine Landschapselementen 206 Holenbroeders in de Brabantse bossen 214 Stichting Brabantse Milieufederatie 215 De Brabantse Kastelenstichting 218 Federatie Noordbrabants Monumentenoverleg 219 Schenkingen en legaten 222 Bestuur 223 Personeel Stichting Het Brabants Landschap;  |
16. |
![]() |
Boeknummer: 00419
Brabant in de ban van buiten Natuur -- Brabants Landschap (2007) [Vic Bakker, Thijs Caspers] Brabant in de ban van buiten. Gids van de natuurgebieden van Brabants Landschap 75 jaar Brabants Landschap In dit jubileumjaar presenteren wij u met gepaste trots een nieuwe uitgave van ons handboek. Het draagt de titel Brabant in de Ban van Buiten, gelijk het thema dat wij voor onze jubileumviering kozen. Het handboek geeft een goed overzicht van de activiteiten van ons Landschap: het vormt als het ware een 'State of the Union’. Het toont ook aan dat de afgelopen jaren weer grote stappen voorwaarts zijn gedaan in ons natuurbeschermingswerk. Het aantal hectares in bezit steeg van 13.500 in 1999 tot 16.500 op dit moment(1-5-07). Wij stellen ons ten doel specifiek Brabantse levensgemeen- schappen te behouden, herstellen en ontwikkelen. Dat streven heeft de meeste kans van slagen binnen een robuust en duurzaam stelsel van op elkaar aansluitende natuurgebieden, de zogenaamde Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Het meest effectieve instrument om dat te realiseren is verwerving en vervolgens zorgvuldig beheer. Wat dat laatste betreft passeren in dit handboek veel natuurherstelplannen die de laatste achtjaar zijn uitgevoerd: tientallen in het (verre) verleden dichtgegooide vennen, beekmeanders, riviergeulen en kreken werden terug open gegraven en het einde is nog (lang) niet in zicht. In toenemende mate besteedt Brabants Landschap tevens zorg aan het platteland, dit is het boerenland buiten de natuurgebieden. Ons 'Coördinatiepunt Landschapsbeheer’ geeft voorlichting over aanleg en beheer van kleine landschapselementen als erfbeplantingen, houtwallen, natuurvriendelijke oevers en kikkerpoelen. Met provinciale subsidie kunnen we deze elementen in belangrijke mate financieren, op grond van particulieren wel te verstaan. Voorts coördineren we het vrijwillige landschapsbeheer in onze provincie. Ook het vrijwilligerswerk op het gebied van 'soortbescherming' - met name weidevogels en uilen - wordt door Brabants Landschap succesvol begeleid. Sinds het laatste handboek zijn op onze landgoederen ook belangrijke monumenten gerestaureerd, zoals de oranjerie op Mattemburgh. De ledengroei (van 21.687 op 1-1-1999 naar 33.400 op 1-1-2007) en de vele enthousiaste vrijwilligers bevestigen ons gevoel dat de Brabantse burgers onze activiteiten steunen. Vanuit die wetenschap werken medewerkers en bestuur van Brabants Landschap met veel energie en groot vertrouwen aan de toekomst. Wij wensen u veel leesgenoegen bij het doornemen van ons traditioneel zeer fraai uitgevoerde en informatieve handboek. Bert van Dijk, voorzitter Natuurbehoud met Brabants Landschap Sinds 1932 strijdt Brabants Landschap voor het behoud van natuur- en landschapsschoon in onze provincie. Per 1-1-2007 bedraagt haar totale bezit, verspreid over 62 grotere en kleinere reservaten, circa 16.500 hectare. Na aankoop worden de terreinen zorgvuldig beheerd en ontwikkeld. Bij acute bedreiging van planten, dieren en landschappen voeren wij actie. Ook de kwaliteit van het landelijk gebied buiten de reservaten is ons een grote zorg. Met dit doel is in 1980 het ‘Coördinatiepunt Landschapsbeheer’ bij onze organisatie ondergebracht. Om meer begrip te kweken voor het behoud van de typisch Brabantse natuur geven wij een eigen natuurtijdschrift uit, alsmede brochures en folders. Wij stellen onze terreinen graag open voor natuurminnende en lustzoekende recreanten. Natuur is er immers om van te genieten. Op de meeste van onze terreinen zijn wandelroutes uitgezet en worden excursies gehouden. Steun Veel is al bereikt, maar we kunnen bepaald niet op onze lauweren rusten. Voor ons werk hebben wij uw blijvende steun hard nodig. Er zijn immers nog veel gebieden in onze provincie die door aankoop veiliggesteld moeten worden. Ook het herstellen van leefgebieden voor bedreigde planten en dieren kostgeld. Met de steun van u en de overige 33.000 donateurs komen we al een heel eind, maar u kunt meer doen. Met deze gids kunt u wellicht anderen overtuigen ons werk eveneens te steunen. Brabant is prachtig Geen andere provincie kent zo'n grote verscheidenheid aan landschappen. Naast de bossen en heidevelden op de zandgronden vind je er vogelrijke moerassen, nog gave beekdalen en rivieruiterwaarden, kleinschalige agrarische cultuurlandschappen en (meer dan 100) statige landgoederen. Bij u in de buurt ligt vast wel een van onze bezittingen. We nodigen u van harte uit er te komen wandelen. U kunt dan zelf zien wat we allemaal doen, voor natuur en recreant. Zie voor meer informatie www.brabantslandschap.nl of www.natuurlijkbrabant.nl Brabants Landschap;  |
17. |
![]() |
Boeknummer: 00453
Geschiedenis Boswachterij Chaam 1900-2000 Natuur -- Brabants Landschap (2003) [C.P.M. van Alphen] Geschiedenis Boswachterij Chaam 1900-2000 Heemkundekring Ledevaert Chaam;  |
18. |
![]() |
Boeknummer: 00454
De hertog van Salm Salm het vergeten stukje grensgebied Natuur -- Brabants Landschap (2007) [John van Ierland] De hertog van Salm Salm het vergeten stukje grensgebied Volksverhalen, sagen, legenden, mythen, fabels en andere leugens uit het beekdallandschap van 't Merkske Van Ierland Uitgeverij;  |
19. |
![]() |
Boeknummer: 00455
De onherbergzame Biesbosch Natuur -- Waterstaat (2002) [Rob Haan e.a.] De onherbergzame Biesbosch over griendketen, woonarken en kooihuizen INHOUDSOPGAVE Inleiding 9 Het ketenbesluit van 1924 11 Springtij en een oud kooihuis 19 Op wacht in de keet op de Beversluis 23 Kloven en kenezalf 27 De ark tussen “het vuil” 31 De Fantenkeet 35 Piepers met lawaaisaus 39 Cholera in de keet op hef Jannezand 43 Een gat in het dak 47 Een boom als baken 49 Met “je hele hebben en houwe” in de boot 53 In een Schliekerark bij de Huiswaard 57 Jagermeister en natte ogen 63 Gebroken Engels en Dutch chocolate 69 Spek en bonen of de geboorte van een spreekwoord 75 Op de hanenbalken in de keet 79 Vijf Jannen in hun Jannekeet 85 Een Toontje hoger 89 Vrouwen in de Biesbosch 93 Een na-oorlogse schrankkeet 99 Crisisberaad op de Dood 103 Wat niet weet, wat niet deert (Nawoord) 107 Referenties 111 Voorwoord Er is al heel wat gepubliceerd over de Biesbosch: leesboeken, prentenboeken, kijkboeken, enz. enz., zodat je je afvraagt wat kan een volgend boek nog toevoegen aan al deze wetenswaardigheden. Niets waarschijnlijk wat u al niet elders kunt lezen of zien, maar toch... toch is er alle aanleiding om dit boek: “De onherberg- zame Biesbosch” bijzondere aandacht te geven. Het gaat nou eens niet over de natuur, de vogels, eb en vloed, slik en water, of grienden en riet, nee, in dit boek staan de griendketen, de woonarken en de kooi- huizen centraal. En dat is toch wel een belangrijke toevoeging aan de verslaglegging over de Biesbosch. Het is belangrijk omdat het vertelt hoe mensen, onze voorouders, destijds woonden, dus leefden in de Biesbosch en waarom. Maar het is ook belangrijk omdat deze mensen ons dat niet meer kunnen vertellen en de gebouwen e.d. gaandeweg slechter worden en verdwijnen. Over enige tijd zal ons niets meer nog hieraan herinneren, maar hebben wij dit boek om het door te geven aan onze kinderen. Maar verder is het gewoon ook een leuk boek; een boek met foto’s en afbeeldingen die zeer tot de verbeelding spreken en die de tekst een dimensie geven waardoor de lezer zich in de tijd kan verplaatsen. Als burgemeester van Drimmelen, met verreweg het grootste deel van de Biesbosch binnen de grenzen, maar ook als bestuurder van het Nationaal Park De Biesbosch ben ik er trots op dat dit boekwerk is verschenen. Samen met “De Biesbosch ten tijde van het getij” van Jan Hoek en “Biesbosch Panorama” van Hans Werther vormt dit boek van Rob Haan c.s. een mooi trio dat de lezer op slag een leken-deskundige van onze fraaie Biesbosch maakt. Ik wens de lezer veel plezier met dit boek en hoop dat het hem/haar weer een reden geeft om een bezoek te brengen aan ons mooi nationaal park. Weet dat u van harte welkom bent. Made, oktober 2002 Burgemeester J. Elzinga van Drimmelen. Inleiding Wonen in de Biesbosch. Wie het nu hoort denkt aan een vakantiehuisje, aan zon en water en plezier maken. Leven en wonen in de Biesbosch had nog niet zo lang geleden echter een heel andere betekenis. Toen werkten er op de vele zandplaten en eilanden nog biezenplanters, rietsnijders, griendwerkers en eendenkooikers. Zij woonden er van maandag tot zaterdag (en soms permanent) in griendketen, woonarken of eenvoudige huizen. Onderkomens die de term woning nauwelijks verdienden. Het leven was er zwaar en men leed veel ontberingen. Toch was er vaak ook tijd voor vrolijkheid en optimisme. Als de keten en arken eens konden praten..., ieder onderkomen heeft immers zijn eigen geschiedenis en elke hakker of planter heeft een persoonlijke herinnering aan die vervlogen tijd. In ‘De onherbergzame Biesbosch’ zijn enkele van die herinneringen opgetekend; ware gebeurtenissen, anecdotes en soms een historie ontsproten in de gedachten van een griendwerker met een beetje (te) veel fantasie. Die verhalen verdienden het volgens ons om vastgelegd te worden. De meeste keten en arken zijn inmiddels al uit de Biesbosch verdwenen. Sommige hebben de tand des tijds niet kunnen doorstaan. Anderen zijn zwaar verwaarloosd of door vandalen gesloopt. De Biesbosch is natuurgebied geworden met minder oog (en geld) voor de cultuurhistorie. Wat er nu nog aan bouwsels over is, zal lang niet allemaal kunnen blijven bestaan. De leegstand zal de meeste gebouwen uiteindelijk fataal worden. Gelukkig worden er nog wel enkele keten in ere gehouden. Authentiek ingericht, met een wandelpad er langs, zodat de Biesboschbezoeker de sfeer van het leven op de gorzen en in de grienden nog even kan meebeleven. Ook een enkele woonark is nog te bezichtigen; dankzij de inspanning van het Biesboschmuseum in Werkendam. Voor de rest zal de geïnteresseerde Biesboschbewonderaar het moeten doen met dit boekje waarin wij een aantal keten, arken en kooihuizen met een speciale historie de revue laten passeren. Dordrecht, 1 augustus 2002 De samenstellers Verse Hoeven Raamsdonksveer;  |
20. |
![]() |
Boeknummer: 00456
Kijk op het groene Noord-Brabant Natuur -- Brabants Landschap (1984) [Sietzo Dijkhuizen (tekst) en Kees Scherer (fotografie)] Kijk op het groene Noord-Brabant INHOUD een soort voorwoord 6 groen 'brabants bont' 9 klei, zand en verrassingen / westelijk brabant 31 land van ruisende populieren / midden-brabant 52 veen en woeste gronden / oost-brabant 87 het land van de grensrivier / rivierenland 103 op stap in het groen 121 EEN SOORT VOORWOORD 'Als je een boek schrijft,'zei een goede kennis eens tegen me, 'moet je er ook een soort voorwoord in schrijven. Dat hóórt zo en dat stáát goed!' Toen hij zich dus zette aan het schrijven van een boek, begon hij met dat voorwoord. Naar ik later vernam, is het daarbij ook gebleven. Om dat gevaar te ontlopen heb ik eerst maar het boek gemaakt en nu de verschillende hoofdstukken klaar zijn, denk ik dat het inderdaad goed is toch ook maar 'een soort voorwoord' te schrijven. Niet omdat het zo hoort of om het goed staat, maar omdat het een mooie gelegenheid is even te vertellen hoe fotograaf Kees Scherer en ik hebben gewerkt. We wilden u, dat stond voorop, een kijk geven op het groene Brabant. Dat wil zeggen het Noord-Brabant van de bossen, de heide, de zandverstuiving, maar ook van de landbouw, de kwekerijen, het uiterwaardengebied en de stadsparken. Er is al heel veel geschreven over deze grote provincie en ook de groene kanten van de provincie, waar het heet te barsten van de gezelligheid, zijn diverse malen belicht. Maar vaak waren het dan misschien zeer gedetailleerde landschapsbeschrijvingen of zeer deskundige analyses van een beekdal. Die kunnen zeer boeiend zijn, maar bereiken vaak een beperkte kring van belangstellenden. Nu is Noord-Brabant, dat hoor je allerwegen, niet meer de provincie van weleer. En wie er gaat kijken en zich het land herinnert van enkele tientallen jaren geleden, zal inderdaad pijnlijk verrast kunnen worden. De provincie is veranderd. Er is veel moois verloren gegaan, waaronder ook veel wat met de term 'groen' is aan te duiden. Noord-Brabant is opengelegd, ontwikkeld, geïndustrialiseerd, maar menigeen vraagt zich af of het welzijn zoveel groter is geworden. Toch zijn er in Noord-Brabant, zij het vaak in reservaten, mooie stukjes bewaard gebleven. Noord-Brabant heeft (nog) zijn groene kanten. En daarvan willen we in dit boek een indruk geven. Daarbij pretenderen we geen volledigheid. Niet alle natuurgebieden zijn tot in detail beschreven. Ze worden zelfs niet eens allemaal genoemd. Dat zou een heel ander boek hebben opgeleverd. Om het geheel wat overzichtelijk te krijgen, hebben we de provincie ingedeeld in een aantal regio's: West-Brabant, in de vorm van het Markiezaat van Bergen op Zoom en de Baronie van Breda (zelfs tot en met Tilburg); Midden-Brabant, gelegen tussen de lijn Den Bosch-Tilburg-Belgische grens-Zuid-Willemsvaart, en onder te verdelen in Meierij en Kempen- Oost-Brabant, ten oosten van de Zuid-Willemsvaart; Rivierenland, het hele stroomgebied van de Maas voor zover dat in Noord-Brabant liqt. Het is een zeer grove indeling, maar wij konden er redelijk mee werken. We hopen natuurlijk dat u als lezer er ook wat aan hebt. Dat is natuurlijk in de eerste plaats de bedoeling. Want wat er ook allemaal in Noord-Brabant is gebeurd en misschien nog gaat gebeuren, het is een provincie met nog veel mooie, groene kanten. We hopen dat met een goede kijk op dat groene Brabant meer mensen oog krijgen voor het behouden van het moois dat deze provincie nog heeft. Sietzo Dijkhuizen Elsevier Amsterdam;  |
21. |
![]() |
Boeknummer: 00502
Met andere ogen. Natuur in de Baronie Natuur -- Baronie van Breda (2019) [Pijnappels, Piet; Engen, Hans van] Met andere ogen. Natuur in de Baronie Stichting Annakapel;  |