![]() |
![]() |
HEEMKUNDEKRING
|
![]() |
![]() |
Heemkundekring 'Op de Beek' → Beeldbank Bibliotheek → Zoekresultaat |
Aantal gevonden publicaties : 26 (uit: 667)
|
||
|
Klik op publicatie voor vergroting en meer informatie
1. |
![]() |
Boeknummer: 00030
Het stadhuis door de eeuwen heen Monumenten -- Stadhuis Breda (1999) [Gerard Otten, Marie-Louise v.d. Wijngaard, Wessel Keizer] HET STADHUIS DOOR DE EEUWEN HEEN... Aan de oostzijde van de Grote Markt staat het stadhuis, één van de OUDSTE MONUMENTEN VAN DE STAD BREDA. ALS OVERBUURMAN PRONKT DE Grote Kerk aan dit heringerichte marktplein, waar al sinds 1321 op DINSDAG DE WEEKMARKT PLAATSVINDT. De OPKNAPBEURT EN INTERNE VERBOUWING VAN HET STADHUIS, EIND 1998, GAVEN AANLEIDING OM DEZE BROCHURE SAMEN TE STELLEN. Gemeente Breda;  |
2. |
![]() |
Boeknummer: 00040
Inventarisatie cultuurhistorisch waardevolle boerderijen in Noord-Brabant Monumenten -- Boerderijen, algemeen (2007) [F.W.van Dommelen, G.G. E. M. Dirven] Inventarisatie cultuurhistorisch waardevolle boerderijen in Noord-Brabant VOORWOORD De Boerderijenstichting Noord-Brabant presenteert later dan gepland, maar met trots deze Inventarisatie van cultuurhistorisch waardevolle boerderijen, die in de jaren 2003 tot en met 2006 in de provincie Noord-Brabant heeft plaatsgevonden. Dit enorme karwei, een uitvloeisel van '2003 Jaar van de Boerderij', kon alleen uitgevoerd worden dank zij de enthousiaste medewerking van tientallen Heemkundekringen in de provincie. Wij zijn hen zeer erkentelijk voor de investering in kennis en tijd. Het betreft hier geen project dat op wetenschappelijk niveau is uitgevoerd. Het gaat hier om een telling, om een eenvoudige inventarisatie. Het gaat over aantallen en (een indicatie van) kwaliteit van de historische boerderijen, zodat we weten waar we over praten als het gaat hoe boerderijenrijk Brabant nog is. Uitgangspunt voor deze Inventarisatie was het Monumenten Inventarisatie Project (MIP), zoals dat in het begin van de jaren negentig door de provincie is uitgevoerd. In de tussentijd zijn in de hele provincie de gemeenten opnieuw ingedeeld en zijn er zgn. Reconstructie-/ Revitaliseringsgebieden gevormd. Bij de presentatie van de resultaten is daarom uitgegaan van de huidige administratieve situatie en is de onderverdeling per gemeente gerelateerd aan de MIP om een vergelijking 'toen/ nu' mogelijk te maken. De resultaten zijn getotaliseerd per Reconstructie-/ Revitaliseringsgebied extra toegevoegd en zijn bedoeld als aanzet voor de ontwikkeling van beleid op het gebied van (her)gebruik en behoud van cultuurhistorisch belangrijke boerderijen. Wij hopen dat de hier gepresenteerde gegevens de basis zullen vormen voor een voortdurend enthousiasme bij velen voor het behoud van de Noord-Brabantse cultuurhistorisch waardevolle boerderijen en hun omgeving. Het resterende boerderijenbestand is tenslotte één van de dragers van een 'Mooi Brabant'. Een dergelijke waardevolle erfenis moet met kennis en kunde worden beheerd en daarvoor zal in de komende tijd nog veel werk moeten worden verzet. Wij vertrouwen er op dat de 'Aandachtspunten' bij de beleidsmakers en beleidsuitvoerders zoveel weerklank zullen vinden dat alle Brabanders met een gerust hart toekomstige inventarisaties tegemoet kunnen zien. Tenslotte willen wij de Provincie Noord-Brabant hier in het bijzonder bedanken voor de financiële steun, waardoor deze uitgave mogelijk is gemaakt. het bestuur van de Boerderijenstichting Noord-Brabant Oisterwijk, september 2007 Inleiding Tijdens de voorbereiding van '2003 jaar van de Boerderij' kwam bij de daartoe ingestelde provinciale werkgroep de vraag naar voren /hoeveel cultuurhistorisch waardevolle boerderijen zijn er in onze provincie aanwezig?”. Een eerste aanzet tot een telling is in 1941 uitgevoerd door leden van de toenmalige Jonge Boerenstand. In 94 gemeenten of kerkdorpen werden 6609 boerderijen geteld, waarvan 4839 van het langgeveltype, 919 van het kortgeveltype en 370 T-huizen of krukhuizen. Mgr. Dr. G.P.J.Bannenberg rapporteerde daarover in Brabants Heem. De Boerderijenstichting Noord-Brabant ging vanaf haar oprichting uit van ca 2500 boerderijen. Dit geraamde aantal is vermeld in de in 1997 uitgegeven video over de Brabantse boerderijen en in de uitgave van de Commissie Boerderijenzorg van Brabants Heem (het zgn. zwartboek) In december 2001 verschenen de resultaten van een landelijke “onderbouwde raming” van de Stichting Historisch Boerderijen Onderzoek (SHBO). In deze raming was becijferd dat in Noord-Brabant 37,4 % van alle MlP-boerderijen gebouwd voor 1940 verdwenen waren en nog eens 22,6 % door bouwkundige ingrepen ernstig was aangetast. Het totaal aantal nog aanwezige boerderijen met een hoofdgebouw van voor 1940 werd daarbij evenwel geraamd op 10.500. De SHBO constateerde in haar rapport dat in heel Noord-Brabant een zeer groot deel van het bouwbestand blijkt te zijn verdwenen sedert de MIP- inventarisatie van de provincie (1988 tot 1993). De provincie loopt in dit opzicht aan de kop. Het verlies ligt hier tweemaal zo hoog als het landelijk gemiddelde, was de conclusie. klik op de pijlpunt links voor de volledige inleiding Boerderijenstichting Noord-Brabant;  |
3. |
![]() |
Boeknummer: 00045
Beekse Bakhuizen. Als een bakhuisje praten kon Monumenten -- Bakhuizen (2004) [Kees Nagelkerke] Beekse Bakhuizen. Als een bakhuisje praten Dit boek is via deze link verkrijgbaar in de winkel van Heemkundekring Op de Beek. VOORWOORD Niet iedereen weet heden ten dage meteen wat een „bakhuisje” is en menigeen kijkt ook raar op als je dan zegt dat het een huisje is voor het bakken van het dagelijks brood. Maar het is dan ook al weer lange tijd geleden dat de boer zijn eigen „warme bakker” was. Daarvoor bouwde hij bij zijn boerderij een huisje. En over die huisjes gaat dit boek. We mogen ons gelukkig prijzen dat er op de Beek her en der nog 42 van deze huisjes staan. En deze hebben allemaal een plaatsje gevonden in dit boek. Verscholen achter boerderijen en bosschages leiden ze immers nu vaak hun teruggetrokken en kwijnend bestaan. Maar in het verleden waren ze dikwijls het middelpunt van activiteiten. Zodoende heeft ieder huisje uiteraard ook zijn eigen verhaal en daarmee komen ze nu aan het woord, want als ze praten konden.... Slechts enkele bakhuisjes zijn weer aan de vergetelheid onttrokken, kundig gerestaureerd en hebben een nieuwe bestemming gevonden. Maar het wordt de hoogste tijd om er voor te zorgen dat deze brok historie niet definitief verdwijnt en ook de andere huisjes voor de ondergang worden behoed. Onze plaatsgenoot Kees Nagelkerke heeft zich veel moeite moeten getroosten om de geschiedenis en al die unieke verhalen te verzamelen en op schrift te stellen. De kunstenaar Jan Tankink, eveneens een plaatsgenoot, heeft die verhalen vertaald naar mooie romantische illustraties. De bijzonderheden van elk verhaal worden daarmee in beeld gebracht. Ook is hiermee wederom een waardevolle nieuwe stap gezet op de eindeloze weg van de geschiedschrijving van ons dorp. Wij zijn hen daar - samen met u - bijzonder dankbaar voor. Tevens is er onze hoop dat met dit prachtige boek de belangstelling voor dit cultureel erfgoed opnieuw leven wordt ingeblazen en dat er meer mogelijkheden en maatregelen komen die het behoud van de bakhuisjes in de toekomst garanderen. De dank van het bestuur van de Heemkundekring OP DE BEEK en zeker ook van alle lezers gaat uit naar de auteur en illustrator en al degenen die hun medewerking gegeven hebben. Met gepaste trots wordt dit boek u ter lezing en kijkgenot aanbevolen. Ad van Melis Voorzitter Heemkundekring OP DE BEEK. PS. Niet alle bakhuisjes zijn zichtbaar vanaf de openbare weg. Vraag altijd eerst toestemming van de eigenaar als u het erf wilt betreden. Heemkundekring Op de Beek;  |
4. |
![]() |
Boeknummer: 00048
Landgoed Wolfslaar Monumenten -- Landgoed, Wolfslaar (ca. 2000) [..] Landgoed Wolfslaar LANDGOED WOLFSLAAR Aan de zuidrand van de stad, tussen Breda en Ulvenhout ligt het eeuwenoude landgoed Wolfslaar. Het landgoed bestond vroeger uit een landhuis, een koetshuis, een park en twee boerderijen: Groot Wolfslaar en Klein Wolfslaar, met de daarbij horende landerijen. Door ontwikkelingen in de tijd is het landgoed niet meer als één geheel intact. Het omvat nu een landhuis, een koetshuis en een openbaar park, in eigendom van de gemeente Breda. Groot- en Klein Wolfslaar zijn particulier bezit. In 1965 is aan de rand van het landgoed het openluchtzwembad Wolfslaar in gebruik genomen. De gemeente gebruikt een ander deel, schuin aan de overkant, in 1970 voor de inrichting van de kinderboerderij. Het hek en de oprijlaan met de oude klinkertjes weerspiegelen nog iets van de vroegere voornaamheid. Ook de karakteristieke rododendrons ontbreken niet. Aan het eind van de oprijlaan komt de verrassing. Gemeente Breda;  |
5. |
![]() |
Boeknummer: 00056
Verleden wordt heden Monumenten -- Monumentenzorg (2010) [Rijdt-van de Ven, Tonnie van de; Berkvens, Ria] Verleden wordt heden Een handreiking voor vrijwilligers in de archeologische monumentenzorg Een nieuwe uitgave De eerste versie In 2005 gaf de Archeologische Vereniging Kempen- en Peelland (AWN-afdeling 23) de eerste versie uit van 'Verleden wordt Heden'. Aanleiding was de in voorbereiding zijnde Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz). De vereniging wilde haar leden en gemeenten tijdig informeren over de vele nieuwe taken die de gemeenten volgens deze wet zouden gaan krijgen en de rol die vrijwilligers daarbij kunnen spelen. De uitgave bleek in een duidelijke behoefte te voorzien. Niet alleen voor de eigen leden, er kwamen aanvragen uit het hele land. Een handreiking specifiek voor vrijwilligers Er is inmiddels veel gepubliceerd over Malta en de Wamz. Nóg een boek lijkt dan niet meer zo nodig. Echter, vrijwilligers hebben een specifieke informatiebehoefte. Er is behoefte aan basale kennis over wet- en regelgeving en aan informatie over wanneer en hoe je als burger op kunt komen voor de belangen van de archeologie. Daar voorzien die bestaande publicaties maar deels in. Deze herziening is bedoeld om geactualiseerde informatie te geven die specifiek op vrijwilligers in de archeologie is afgestemd. Invoering nieuwe wetten In september 2007 is de Wamz in werking getreden. Daar zijn nu de eerste ervaringen mee opgedaan en zijn resultaten zichtbaar. De belangrijkste reden voor grondige herziening van de tekst uit 2005 is echter de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) die in juli 2008 van kracht werd. De archeologische monumentenzorg is voor een groot deel geregeld via de ruimtelijke ordening en dan in het bijzonder via bestemmingsplannen. Door de nieuwe Wro zijn de regelingen en procedures voor ruimtelijke ordening op veel punten gewijzigd. Archeologiegroepen krijgen daar mee te maken, als belangenbehartiger voor de archeologie en als amateurveldwerker. Onder archeologiegroepen worden verstaan AWN-afdelingen en AWN-werkgroepen, archeologische werk- groepen die lid zijn van een heemkundekring of historische vereniging of andere lokale groepen. De Archeologische Vereniging Kempen- en Peelland heeft inmiddels ruim vier jaar ervaring met belangenbehartiging en heeft vele vragen voorbij zien komen. Die ervaring is in deze nieuwe uitgave verwerkt. De tekst is daarom niet alleen geactualiseerd maar ook verbreed naar de vele vragen waarvoor vrijwilligers als belangenbehartigers komen te staan. Vrijwilligers blijven nodig Vrijwilligers hebben als amateurarcheologen jarenlang een hoofdrol gespeeld in het archeologisch onderzoek. In de laatste decennia van de vorige eeuw is archeologie steeds meer een beroep geworden. Beroepsarcheologen en amateurs werkten nog veel samen en hadden elkaar nodig. Met de inwerkingtreding van de Wamz leken vrijwilligers naar de marge te schuiven. Archeologie werd een professionele bedrijfstak. Nu, na enkele jaren ervaring met het nieuwe archeologische bestel, blijkt dat de rol van vrijwilligers verschuift en zeker niet is uitgespeeld. Er zijn nieuwe rollen bijgekomen en uitvoerend veldwerk als amateur blijft in verschillende vormen mogelijk. klik op de pijlpunt links voor het volledige voorwoord Afdeling Archeologie Eindhoven;  |
6. |
![]() |
Boeknummer: 00088
Toekomst religieus erfgoed in Noord-Brabant Monumenten -- Monumentenzorg (2005) [drs. Harrie Maas] Toekomst religieus erfgoed in Noord-Brabant Voorwoord De meeste kerkgenootschappen en religieuze instellingen in Nederland maken een woelige tijd door. Ontkerkelijking een steeds kleiner wordend aantal kerkbezoekers, (dreigende) exploitatietekorten, nog slechts enkele kloosterroepingen... menig bestuurder van een kerk of kloosterinstelling heeft het hoofdbrekens bezorgd. Ondanks de 'zorgen' hebben tal van kerken en kloosters de deuren inmiddels al gesloten, of zijn zelfs gesloopt. Elke keer wanneer dit zich voordoet, roept het veel emotie en betrokkenheid op: bij de gelovigen, bij degenen die een band met het gebouw hebben (bijvoorbeeld omdat ze er zijn gedoopt, of zijn getrouwd), bij de buurtbewoners, bij degenen die zorg hebben voor ons cultuurhistorisch erfgoed, bij het kerkbestuur, bij het bisdom, bij het gemeentebestuur, of bij andere belanghebbenden. Elke keer wanneer dit zich voordoet wordt religieus erfgoed 'vervreemd', of -soms nog erger- onherstelbaar vernietigd. Actieve opstelling nodig De komende tijd zal de problematiek van de leegkomende kerken en kloosters en daarmee een dreigende teloor- gang van het religieuze erfgoed in nog veel grotere mate zich aandienen. Deze landelijke ontwikkeling zal met name in Noord-Brabant. waar het kerkgebeuren en het kloosterleven zo significant aanwezig is geweest, merk- baar zijn. De vele kerktorens en kloostercomplexen in het Brabantse landschap getuigen daarvan. Maar voor sommige tikt de tijd? Hoe lang hebben ze nog te 'leven'? Om een verdere teloorgang van het religieuze erfgoed te stoppen is een actieve stelling-name dringend nodig. Dat vraagt in de eerste plaats om onderkenning van de problematiek. Vervolgens is het nodig dat oplossings- gericht te werk wordt gegaan. Vanuit onze dagelijkse praktijk weet het Monumentenhuis Brabant dat er vele belangen in het spel zijn en dat vanuit verschillende invalshoeken naar de problematiek wordt gekeken. Ondanks dit gegeven is er een gemeenschappelijk belang: de zorg voor hel behoud van het religieuze erfgoed in onze provincie. Op zich is dit een mooi vertrekpunt waar ieder het mee eens is. maar wat Ie doen als een kerk of klooster op termijn leeg komt te staan en de vraag echt op tafel komt? hoe wordt dan invulling gegeven aan de 'zorg voor het behoud van het religieuze erfgoed'? Het gebouw leeg laten staan, slopen... of is herbestemming een optie? Deze vragen zullen de komende tijd vaak worden gesteld. Vragen die we niet uit de weg moeten gaan. Doel brochure Met deze publicatie wil het Monumentenhuis Brabant een bijdrage leveren aan de discussie rond de zorg voor het behoud van het religieuze erfgoed in Noord-Brabant, in het bijzonder met betrekking tot het aspect herbestemming. Daartoe zijn in deze brochure een aantal 'stakeholders' aan het woord gelaten die hun mening hieromtrent geven. Hopelijk draagt het ook bij aan een maatschappelijke attitude en betrokkenheid, gericht op de instandhouding van het religieuze erfgoed. Tenslotte willen we in deze brochure laten zien dat er vele varianten van herbestemming van religieuze gebouwen mogelijk zijn en dat herbestemming een goede optie kan zijn voor de instandhouding van vrijkomende religieuze gebouwen. Het Monumentenhuis Brabant heeft zeker niet de pretentie een compleet beeld te geven van de verschillende varianten van herbestemming. Evenmin spreken wij ons uit vóór of tegen een bepaalde variant. Wel is het onze mening dat herbestemming kansen biedt voor de toekomst voor het religieuze erfgoed in Noord- Brabant. Dat spreken wij graag hierbij uit. Hopelijk biedt deze brochure hiervoor inspiratie. Ir J.A J. Huijbregts Voorzitter Stichting Monumentenhuis Brabant Stichting Monumentenhuis Brabant;  |
7. |
![]() |
Boeknummer: 00091
Brabantse Monumenten Leven. 80 Monumenten in 90 foto's Monumenten -- Monumentenzorg (1996) [dr. Th.G.A. Hoogbergen, Olaf Smit (foto's)] Brabantse Monumenten Leven INLEIDING algemeen Zoveel aandacht en inspanningen voor de restauratie van een eigen monument in de plaatselijke gemeenschap verdienen een gepaste verslaglegging. Dat betekent opnieuw het inschakelen van tientallen mensen voor het leveren van zakelijke gegevens, waardevolle informatie en historische beschrijvingen. Tevoren zijn daarover goede afspraken gemaakt: de verantwoordelijke eindre- dacteur neemt op zich de toegestuurde documentatie zoveel mogelijk op de gelijke leest van één pagina tekst te schoeien, passend in het geheel van een publicatie en toegankelijk voor geïnteres- seerde lezers. Alle gerestaureerde monumenten zijn de commissie ook even lief. Zij maakt in haar beschrijving geen onderscheid tussen groot of klein, kostbaar of bescheiden, mooi of lelijk, be- langrijk of onaanzienlijk, door ouderdom al sacrosanct of door zijn actualiteit nog nauwelijks opgemerkt. AI deze waardeoordelen laat zij terzijde. De commissie neemt de term 'monument' in zijn ruime betekenis: dat wat overblijft van vroegere cultuur, kunst, nijverheid of wetenschap of dat wat slechts een herinnering oproept aan wat mensen belangrijk vonden. Al die zaken legitimeren duidelijk de keuze van de gemeenten. Die open en spontane wijze van benadering biedt een eindredacteur onvermoede kansen voor het ver- melden van tal van wetenswaardigheden, die in en rond deze monumenten vaak treffende aspecten van historische overeenkomsten laten zien op plaatselijk, regionaal en landelijk niveau. Wellicht valt uit al deze beschrijvingen in zekere zin een, vooral bescheiden, geschiedenis van onze provincie af te leiden: fragmentarisch zeker en hoogst willekeurig stellig, want de commissie heeft op de keuze van de monumenten geen enkele invloed. Zo’n beschrijving kan en wil, om dezelfde reden, ook niet volledig zijn. Maar de commissie vleit zich met de hoop, dat zij af en toe een kleurrijk detail kan vermelden, soms van een individuele geladenheid of getuigend van een verrassende kijk. Een andere keer ontstaan er misschien associaties in tijd en ruimte, die mensen niet eerder zijn opgevallen. Gebeurtenissen uit de geijkte geschiedenisboeken krijgen vaak in de entourage van een uitgebeelde couleur locale een nieuw gezicht. Ongetwijfeld scheppen sommige verhalen misschien een eerste begrip. De tachtig 'artikelen' van een ongeveer gelijke lengte zorgen wel voor voldoende afwisseling, al leent niet ieder monument zich voor even interessante beschou- wingen. Stichting Zuidelijk Hististorisch Contact Tilburg;  |
8. |
![]() |
Boeknummer: 00137
Historische Boerderijen in Baronie en Markiezaat. Handreikingen voor het behoud van het ruraal erfgoed. Monumenten -- Boerderijen, algemeen (2011) [Christ Buiks, George Dirven, ark Bimmel, Judith Toebast] Historische Boerderijen in Baronie en Markiezaat. VOORWOORD Ontwikkelingen in de landbouw vanaf 1945 als schaalvergroting, specialisatie, mechanisatie e.d. hebben een enorme invloed ge- had op de bedrijfsvoering en de ontwikkeling van boerderijen. Ruilverkavelingen 'oude stijl’, met name in de jaren 1960 en '70 veranderden het boerenlandschap en daarmee het platteland, ook in de Baronie van Breda en het Markiezaat van Bergen op Zoom, ingrijpend. Het aantal volwaardige land- en tuinbouwbe- drijven is vanaf 1960 drastisch gedaald en dit proces is nog steeds gaande. Veel boerderijen hebben hun agrarische functie verloren en krijgen een nieuwe bestemming, vooral als woonboerderij. Belangrijk is dan dat dit op een goede manier gebeurt. De Stichting de Brabantse Boerderij streeft er naar dat de historische boerderij in Noord-Brabant voor het nageslacht wordt bewaard. Onder historische boerderij verstaat onze Stichting de boerderij zelf, de agrarische en andere bijgebouwen, het boerenerf en het agrarisch cultuurland- schap. Wij willen dat de historische boerderij op de juiste wijze in stand wordt gehouden en dat een goed gebruik ervan mogelijk is. Daarom wil onze Stichting door middel van deze publicatie boerderijbewoners, maar ook architecten, ambtenaren, aannemers en andere betrokkenen helpen hun kennis van de cultuurhistorisch waardevolle boerderij uit te breiden en te verdiepen. In deze publicatie worden de ontwikkeling van de historische boerderij in de Baronie en het Markiezaat beschreven, alsmede de streekeigen karakteristieken. Wij willen daarmee een handreiking geven bij het restaureren, verbouwen en reconstrueren van historische boerderijen en schuren, vooral waar sprake is van herbestemming. Onze Stichting is blij dat we dankzij subsidie van de provincie en van anderen na de publicatie 'Historische boerderijen in Het Groene Woud' in 2009 een dergelijke publicatie over boerderijen in de Baronie van Breda en het Markiezaat van Bergen op Zoom kunnen uitbrengen. Voor deel I zijn tekstuele bijdragen geleverd door ir. Christ Buiks en George Dirven. Deel II werd geschre- ven door bouwhistoricus en monumentendeskundige Mark Bimmel en ir. Judith Toebast, bouwhistorica. Drs. Harrie Maas schreef de bijlage 'Het vergunningentrajecten subsidiemogelijkheden voor (monumentale) boerderijen'. Graag zeggen wij hen hiervoor dank. M.n. Huub Oome danken wij voor zijn vele waardevolle adviezen. Ook alle personen en instanties die toestemming hebben gegeven om gebruik te maken van hun beeld- en fotomateriaal zijn wij veel dank verschuldigd. Wij hopen van harte dat deze publicatie een hulpmiddel is voor boerderijeigenaren en voor andere doelgroepen en zo een bijdrage zal leveren aan het behoud van historische boerderijen in de Baronie van Breda en het Markiezaat van Bergen op Zoom. Geertruidenberg, april 2011. Namens het bestuur van de Stichting de Brabantse Boerderij, Ger van den Oetelaar, voorzitter INLEIDING De dorpen in de Baronie van Breda en het Markiezaat van Bergen op Zoom hebben er niet altijd uitgezien zoals nu in het begin van de 21e eeuw. In oorsprong waren het boerendorpen. Boerderijen bepaalden eeuwenlang het beeld van het platteland. Nog steeds vormen historische boerderijen een wezenlijk onderdeel van de ruimtelijke identiteit van Baronie en Markiezaat. De afgelopen decennia beëindigden veel boeren hun bedrijf. Anderen breidden uit en bouwden moderne stallen bij hun oude boerderij. Deze tendens zal zich de komende periode - mogelijk versterkt - doorzetten. Zowel het platteland als het boerenerf en de gebouwen op het erf veranderen. Om toch de oude Brabantse boerderij, de bijgebouwen en het erf in Baronie en Markiezaat te behouden is het noodzaak dat vrijkomende boerderijen een nieuwe functie krijgen. Een leegstaande boerderij is im- mers ten dode opgeschreven. Een nieuwe functie geeft de boerderij weer bestaansrecht. Een historische boerderij zal moeten worden aangepast aan haar nieuwe functie. Niet elke boerderij kan immers museum worden. Eeuwenlang was de boerderij een gebouw dat in ontwikkeling was en deze ontwikkeling hoeft niet stil te staan. Echter, bij een nieuwe functie voor een historische boerderij doen zich vaak meer problemen voor dan men verwacht. Een koe stelt immers andere eisen aan een stal dan de hedendaagse mens aan een woonhuis of kantoor. Het is erg belangrijk om bij verbouwing en aanpassing van een boerderij aan een nieuwe functie de historische en streekeigen kenmerken van de boerderij, de bijgebouwen en het erf te behouden en zo mogelijk te versterken. Daarvoor is in de eerste plaats inzicht nodig in hun karakteristieke verschijningsvorm. Dit inzicht kan dan benut worden om de cultuurhistorische karakteristieken bij restauratie, verbouwing en bij nieuwe ontwik- kelingen herkenbaar terug te laten komen. Het doel van deze publicatie is tweeledig. Ten eerste willen we een overzicht geven van de streekeigen kenmerken van historische boerderijen, bijgebouwen en boerenerven in Baronie en Markiezaat. klik op de pijlpunt links voor de volledige inleiding Stichting De brabantse boerderijen;  |
9. |
![]() |
Boeknummer: 00151
Van Molen de Beer naar Molen de Beerstraat Monumenten -- Molen, De Beer (2004) [Melis Ad van , Verkooijen A.] Van Molen de Beer naar Molen de Beerstraat Dit boek is via deze link verkrijgbaar in de winkel van Heemkundekring Op de Beek. Voorwoord Daar bij die molen... Bijna iedereen kent dit lied en weet dat het over Greetje gaat die bij een molen woonde. Ongetwijfeld heeft er vroeger een meisje gewoond maar in de loop der jaren is zij niet alleen gebleven en nu wonen er een heleboel mensen daar bij die molen. Alleen de molen is er niet meer, maar daar heeft onze heemkundekring iets aan gedaan. Ligt de basis van ons huidige welbevinden immers niet in de inzet van onze voorouders. Zij hebben er mede voor gezorgd dat de Beek van toen een welvarend Prinsenbeek is geworden, waar het goed toeven is. Dit verleden moet dan ook levendig worden gehouden. Wij waren dan ook erg verheugd toen het gemeentebestuur van Breda op 24 september 2002 instemde met ons voorstel van 16 augustus 2002 om de straat in het plan „Groenhof” te vernoemen naar de eertijds - hier zeer nabij - aan de Groenstraat gestaan hebbende molen „de Beer”. Deze molen heeft een eeu- wenlange geschiedenis en vervulde tot 1936 een belangrijke en vaak essentiële rol in het dorp en zijn wijde omgeving. Immers om vroeger het dagelijks brood te kunnen bakken had men een molen nodig om het graan te malen. Niet voor niets bemoeide zich in de loop der jaren regelmatig de overheid met het wel en wee van de molen. Daarom ook zijn er veel spreekwoorden, liedjes en verhalen die over molens gaan. Daarnaast moet ook de sociale functie van een dorpsmolen in die tijd niet onderschat worden. Het was o.a. een graadmeter voor de economie van de agrarische sector en een ontmoetingsplaats voor de bevolking. En in dit laatste schuilt ook de intentie van ons voorstel. Wij hopen dat door deze naamgeving molen de Beer een prettige ontmoetingsplaats zal blijven zodat de bewoners van de naar hem genoemde straat blijven zingen dat zij - met of zonder Greetje - met plezier daar bij die molen wonen. Dank aan allen die een bijdrage leverden aan de totstandkoming van deze brochure. Heemkundekring Op de Beek. Heemkundekring Op de Beek;  |
10. |
![]() |
Boeknummer: 00172
Het nut ging voor de sier. Boerenerven in Noord-Brabant Monumenten -- Boerderijen, algemeen (2005) [George Dirven, Stan Elings] Het nut ging voor de sier. VOORWOORD In 1986 gaf onze Boerderijenstichting een boekje uit met de titel 'Boerenerven'. Kees Elings, tuin- en landschapsarchitect, beschreef hierin het gemiddelde boerenerf, dat ook toen al nog maar sporadisch voorkwam. Inmiddels zijn we bijna 20 jaar verder. In die periode zijn de meeste van de nog resterende traditionele boerenerven verdwenen. In die periode is echter ook meer studie gemaakt van het boerenerf. Zo zag de Stichting Werkgroep Boerenerven het levenslicht. O.a. het Nederlands Centrum voor Volkscultuur wijdde in 2001 een publicatie aan het boerenerf. Ook binnen onze Stichting ontstond de behoefte om op basis van de toegenomen kennis over het traditionele boerenerf een nieuwe uitgave voor te bereiden. Immers, naast de boerderij en de bijgebouwen behoort ook het erf tot ons cultureel erfgoed. Veel boerderijen en nog meer bijgebouwen zijn in de afgelopen decennia gesloopt of onoordeelkundig verbouwd. Maar ook bij de nog bestaande boerderijen is het traditionele boerenerf verdwenen en vaak vervangen door een villatuin. Met ons boekje 'Het nut ging voor de sier. Boerenerven in Noord-Brabant.' willen we allereerst vastleggen uit welke onderdelen het boerenerf bestond en welke de functies waren van die verschillende onderdelen. We willen ook verduidelijken waarom verschillende van die functies door o.a. landbouwkundige en technische ontwikkelingen veranderden of verdwenen. Daarnaast beogen we met de adviezen en tips in het tweede gedeelte van het boekje te bereiken dat boerderijbewoners toch iets van het traditionele boerenerf bewaren of terugbrengen en soms nieuwe functies geven aan oude erfonderdelen. Eén van onze bestuursleden, George Dirven, beschreef het traditionele boerenerf en de oorzaken van het verdwijnen hiervan. Samen met tuin- en landschapsarchitect Stan Elings formuleerde hij de aanlegadviezen. Stan Elings stelde de beplantingslijsten samen. Via het Monumentenhuis Brabant ontvingen we uit het door de provincie voor het Jaar van de Boerderij beschikbaar gestelde budget een subsidie, die deze uitgave mede mogelijk maakte. De Stichting Historisch Boerderij - Onderzoek te Arnhem (SHBO) stelde ons opgetekende boerenerven uit Noord-Brabant ter beschikking, waarvan we er een aantal na bewerking in ons boekje opnamen. We hopen zo een aantrekkelijk boekje te hebben samengesteld. We hopen echter vooral dat we in de komende jaren hier en daar bij boerderijen in onze provincie toch weer elementen van het traditionele boerenerf zien terugkeren of nog liever totaal gereconstrueerde erven. Daarmee zouden de betrokken boerderijbewoners zeker een bijdrage leveren aan de aantrekkelijkheid van het Noord-Brabantse platteland. Wij wensen u ook veel lees- en kijkplezier. Oisterwijk, september 2005. Het bestuur. Boerderijenstichting Noord-Brabant;  |
11. |
![]() |
Boeknummer: 00177
Geschiedenis van de Kleine Schans Monumenten -- Kleine Schans Terheijden (2010) [Fer van Vuuren] Geschiedenis van de Kleine Schans De afbeelding op de omslag is een deel van de landkaart waarop Breda en omgeving in 1624 staat afgebeeld, van Johan Sebastian Untzen. De meest nauwgezette kaart van Terheijden tijdens het beleg van Breda 1624-1625. In feite ook de allereerste gedetailleerde kaart van Terheijden. Heel goed te zien het legerkamp van Carlo Roma, in het noorden van het dorp. Let op, de molen van Terheijden stond toen op de plaats waar nu het veerhuis is. Tijdens de gevechten in mei 1625 hadden de Spanjaarden de polders, rondom het dorp onder water gezet. Terheijden is voor 54 door water omgeven. Het Staatse leger naderde Terheijden over de dijk vanuit de richting Wagenberg, rechts op de kaart van Untzen. Ook de dijk naar Zevenbergen, nu de Laakdijk sluit daarop aan. Heel goed is te zien dat geheel Terheijden omschanst is, met als sterkste punt, de ingang van het dorp in het noorden, een afzonderlijk vestingwerk, precies op het punt waar de weg naar Wagenberg en de weg naar Zevenbergen bij elkaar komen. Dit vestingwerk wordt soms ook als de schans van Terheijden vermeld. Op deze plaats is in 1625 het meest en hevigst gevochten. Deze kaart is getekend door kapitein Johan Sebastian Untzen, die in Spaanse dienst in het Brandenburgse regiment bij de belegering van Breda in 1625 heeft meegevochten. Dit is in tijd gezien de derde schans/verschansing van Terheijden Voorwoord De samensteller van dit boekje heeft zich zoveel mogelijk gebaseerd op feiten. Een goede gewoonte is het meestal om de bronnen aan te geven. Ik doe dat zo weinig mogelijk in de tekst zelf, omdat ik er vooral een leesbaar boekje van wil maken en veel minder een historisch-wetenschappelijke uitgave. Een andere reden voor de sobere bronvermelding is dat ik het verhaal voor een groot gedeelte al 'in mijn hoofd' had. Ik had al veel gelezen en weet daarom niet altijd op alle momenten de bronnen aan te geven. Verder had ik al veel op papier staan, voordat we besloten om er een Vlasselt-uitgave van te maken. In eerste instantie heb ik mijn bronnen toen niet genoteerd. Ik weet natuurlijk wel wat ik gelezen heb en de bronvermelding op het eind is dan ook volledig. Een belangrijke informatiebron is ook internet geweest. In het samenstellen van dit boekje ben ik ook nogal eens op tegenstrijdigheden in mijn bronnen gestuit. Hoe gedetailleerder de beschrijvingen, hoe groter de verschillen. Ik heb het probleem soms simpel opgelost door bijvoorbeeld in de beschrijving van de gevechten van mei 1625 alle vertellers aan het woord te laten. Ik heb wel het taalgebruik gepopulariseerd en gemoderniseerd. De term de 'Kleine Schans' wordt gebruikt om het verschil aan te geven met de 'Grote Schans' of zoals deze nu wordt genoemd: de 'Spinolaschans'. Deze twee schansen werden in 1639 gebouwd door de Staatsen. Daarvoor zijn er schansen/verschansingen in Terheijden geweest die een aantal keren opgebouwd en afgebroken werden en die er telkens iets anders hebben uitgezien (schansen nr. 1, 2 en 3). De Kleine Schans, zoals wij die nu kennen, schans nr. 4 dus, is in 1639 gebouwd. In tegenstelling tot andere bronnen stel ik vast dat deze schans in 1680 niet is afgebroken. De Kleine Schans in Terheijden is wel degelijk een overblijfsel uit de Tachtigjarige Oorlog. De titel van het boekje had misschien ook kunnen zijn: 'De schansen van Terheijden' . Ten eerste, omdat er binnen het dorp in de loop der tijd meerdere schansen/verschansingen zijn geweest. Ten tweede, omdat er vlak buiten het dorp ook een schans ligt. Aan deze Grote Schans, die een veel minder bewogen geschiedenis kent, wordt in dit boekje weinig aandacht besteed. Het boekje gaat vooral over de voorlopers van de Kleine Schans en over de Kleine Schans zelf, zoals we die sinds 1639 kennen. Vandaar de titel: de geschiedenis van de Kleine Schans. N.B. De Kleine Schans maakt ook een onderdeel uit van de Zuider Frontier/ Noord-Brabantse (water)linie. de samensteller Heemkundekring De Vlasselt;  |
12. |
![]() |
Boeknummer: 00180
De Zand Tiend. Van Gesticht naar ziekenhuis 1913-1983 (St Laurens Ziekenhus) Monumenten -- Boerderij, Hooghuis (1983) [Hans Jochems] Van Gesticht naar ziekenhuis Inleiding. In verband met het 70-jarig bestaan van ons ziekenhuis op 8 okt. a.s. is deze uitgave van 'De Zand Tiend' speciaal gewijd aan de geschiedenis van 'Het Laurens'. De kommissie ”70-jarig bestaan St. -Laurens ziekenhuis” verzocht mij deze taak voor een deel op me te nemen, aan welk verzoek ik graag tegemoet heb willen komen. Uiteraard heb ik geprobeerd de feiten zo precies mogelijk weer te geven. Verwacht echter niet dat door mij geschiedenis met een grote 'G' wordt geschreven; tenslotte ben ik een amateur en word ik geacht meer verstand te hebben van steeklakens dan van historische methodiek. Binnen het bestek van deze 'Zand Tiend' bleek het niet doenlijk om de volledige ontwikkeling met betrekking tot de reeds uit 1953 daterende plannen voor de bouw van een geheel nieuw ziekenhuis te schetsen. Hierover is recentelijk in dit blad regelmatig, zij het in beknopte vorm, geschreven door o.a. wijlen Drs. J.J.G. van der Put. Evenzo heb ik nagelaten alle bestuursmutaties te vermelden sinds het overlijden in 1940 van het laatste bestuurslid, dat vanaf de oprichting in 1910 onafgebroken in het oorspronkelijke bestuur zitting had: dokter E.M.Gommers. Hoewel ik vaak kompilerend, d.w.z. uit vroegere bronnen samenvoegend, te werk ben gegaan, heb ik geprobeerd het juiste evenwicht te vinden tussen gortdroge historische verhandeling en anekdote; het moet tenslotte een voor ieder leesbaar verhaal blijven. Bijzondere dank ben ik verschuldigd aan degenen, die mij het materiaal verschaften voor de 'histoire secrète', de verborgen geschiedenis, en het zout in de 'Laurenspap'. Het doel van het nu volgende verhaal is: de geschiedenis verbonden aan de 'Stichting St. Laurensgesticht' c.q. 'Stichting Laurensziekenhuis Breda' met de daaraan ten grondslag liggende waarden te doen kennen en levend te houden. In de hoop in deze opzet een beetje te zullen slagen wens ik alle lezers van deze 'Zand Tiend' veel leesgenoegen, in het bijzonder vele oud- medewerkers, die voor een belangrijk deel deze 'geschiedenis' hebben gemaakt. Het zijn juist zij geweest die de wapenspreuk van onze bescherm- vrouwe Douairière de Grez, geb. Mahie, 'JE FAY MON FYT' = 'lk doe wat mij te doen staat' oftewel 'Ik doe mijn plicht', in Kristelijke caritas gestalte hebben gegeven. Van de gelegenheid gebruik makend wens ik bestuur, direktie en alle medewerkers van harte proficiat. H. Jochems, Verpl. Sint Laurens Ziekenhuis;  |
13. |
![]() |
Boeknummer: 00216
Nederlandse Monumenten in Beeld. Noord-Brabant en Limburg Monumenten -- Monumentenzorg (1975) [J.F.van Agt, C.Peeters] Nederlandse Monumenten in Beeld 1978. Noord-Brabant en Limburg C. Peeters NOORD-BRABANT Wie een goed beeld wil krijgen van de bouwkunst uit het verleden van Noord- Brabant, doet er het beste aan, de tegenwoordige provinciegrenzen maar uit het oog te verliezen. Er bestaat nu eenmaal niet zo iets als een eigen Noordbrabant- se architectuur. Wat de tijd vóór omstreeks 1600 betreft, is het hertogdom Bra- bant als een politieke en culturele eenheid te zien, met als hertogelijke residentie beurtelings Leuven, Mechelen en Brussel en kerkelijk grotendeels tot de bis- dommen Luik en Kamerijk behorend. Het gebied omvat de tegenwoordige Bel- gische provincies Brabant en Antwerpen en een groot deel van ons gewest, maar Geertruidenberg, Woudrichem, Heusden en de hen omringende gebieden moe- ten tot het graafschap Holland en het bisdom Utrecht gerekend worden. Daar- na, tot aan het ontstaan van de Bataafse Republiek, is Noord-Brabant verre- gaand van zijn zuidelijke wortels afgesneden en een Generaliteitsland geworden, waarin de vernieuwing van kerken, openbare gebouwen en woonhuizen een Hollands stempel ging dragen. Voor het kerkelijk leven op het platteland in de middeleeuwen ligt het hart van Brabant zeker buiten onze landsgrenzen. Wanneer wij teruggaan tot de oor- sprong van het christendom in Noord-Brabant, dan is, meer nog dan Lamber- tus, Willibrordus de kerkvorst tot wie alles herleid kan worden. Veel goederen in Noord-Brabant werden door de plaatselijke heren aan hem geschonken en door hem werden zij aan de Benedictijnenabdij in Echternach overgedragen. Ook het recht om in de plattelandsparochies een pastoor te benoemen, een deel van de kerkelijke inkomsten te vorderen, tienden in natura of geld als heffing op landbouwgronden te innen, het recht om water- en windmolens te zetten, kwam dan in Echternach te berusten. Maar door een samenspel van omstandigheden zijn het de Norbertijnen of Premonstratensers geworden, die, vanaf de tijd van hun ontstaan in de 12de eeuw, hier de meeste invloed hadden. Zij namen veel rechten en bezittingen van de abdij van Echternach over. De reikwijdte van de macht van hun abdijen Tongerlo en Postel was groot en deze hebben grote in- vloed gehad op de ontwikkeling van de landbouw. De herinnering aan deze tijd is op de Kempische zandgronden met hun beken en riviertjes en hier en daar nog eiken- en mastbossen en heiden temidden van eeuwenoude ontginningen, nog enigszins tastbaar. Een sprekende tegenstelling daarmee zijn de noordwes- telijke en noordelijke zee- en rivierkleigebieden van het markiezaat van Bergen op Zoom (eens een bloeiende in- cn doorvoerhaven aan de Oosterschelde) en van de baronie van Breda, die heel anders gericht zijn geweest. In het opzicht van de waterstaat cn de landbouw hebben zij een geschiedenis die met de pol- ders van de Hoekse Waard, Zeeland en de Betuwe samenhangt. Zij zijn vooral getekend door de watersnood van de St. Elisabethsvloed van 1421, waarmee ge- makshalve een proces van erosie door de zee wordt aangeduid, dat vroeger be- gonnen en later geëindigd is. Door hun gevecht met en tegen de zee zijn zij ty- pisch Noord-Nederlands en hebben zij een grote rol kunnen spelen in de mili- taire strategie vanaf de late middeleeuwen tot in de vorige eeuw. Fijnaart, Stand- daarbuiten, Dinteloord, Klundert en Willemstad* zijn alle ontstaan als stelsel- matig aangelegde dorpen op geometrisch grondplan, keurig verkaveld in het na de overstromingen opnieuw bedijkte rivierendeltagebied, de twee laatste boven- dien door Willem van Oranje, heer van Breda, tot vestingstad uitgebouwd met aarden wallen, bastions en grachten, naar de nieuwste krijgskundige, in Italië hun oorsprong vindende ideeën. Maar natuurlijk was, in de tijd van de Repu- bliek, heel Noord-Brabant van de grootste militaire betekenis als verdedigings- gordel en aanvalsbasis tegenover de Spaanse, later Oostenrijkse Nederlanden. Bosch en Keuning NV;  |
14. |
![]() |
Boeknummer: 00218
Nederlands Bouwkundig Erfgoed 2002/2003 Monumenten -- Monumentenzorg (2002-2003) [Monumentenzorg] Nederlands Bouwkundig Erfgoed 2002-2003 Geachte lezer. voor u ligt de jaaruitgave 'Nederlands Bouwkundig Erfgoed', waarin we hopen waardevolle informatie te geven ten aanzien van de realisatie van uw huidige en toekomstige projecten. Naast verschillende redactionele thema's worden ook voor u handige adressen vermeld. De bedrijven die in deze uitgave worden vermeld hebben daarvoor betaald en maken u er dan ook op attent graag voor u aan het werk te gaan. Daar ook wij niet alles kunnen voorzien staan wij open voor suggesties met betrekking tot de volgende uitgave. Wij wensen u veel leesplezier en goede zaken. De uitgever. De IJssel mediagroep Zutphen;  |
15. |
![]() |
Boeknummer: 00219
Jaaruitgave monumenten 2001/2002 Monumenten -- Monumentenzorg (2001-2002) [Monumentenzorg] Jaaruitgave monumenten 2001-2002 Voor u ligt de Jaaruitgave Monumenten 2001/2002. Hierin treft u waardevolle informatie en contacten aan, die u van pas kunnen komen bij de realisatie van uw projecten. De bedrijven die in deze uitgave zijn opgenomen hebben betaald voor hun vermelding. Hiermee geven zij aan graag voor u aan het werk te gaan. Op pagina 66 vindt u een inhoudsopgave van het zakengedeelte. Wij wensen u goede zaken, De uitgever De IJssel mediagroep Zutphen;  |
16. |
![]() |
Boeknummer: 00220
Nederlands Bouwkundig Erfgoed Monumenten -- Monumentenzorg (2005) [Monumentenzorg] Nederlands Bouwkundig Erfgoed Jaarboek 2005/2006 Geachte lezer. voor u ligt 'Nederlands Bouwkundig Erfgoed', waarin wij hopen waardevolle informatie te geven ten aanzien van de realisatie van uw huidige en toekomstige projecten. Naast verschillende redactionele thema’s worden ook voor u handige adressen vermeld. De bedrijven die in deze uitgave worden vermeld hebben daarvoor betaald en maken u er dan ook op attent graag voor u aan het werk te gaan. Daar ook wij niet alles kunnen voorzien staan wij open voor suggesties met betrekking tot de volgende uitgave. Wij wensen u veel leesplezier en goede zaken. De uitgever. De IJssel mediagroep Zutphen;  |
17. |
![]() |
Boeknummer: 00227
Nederlands Bouwkundig Erfgoed Monumenten -- Monumentenzorg (2002) [Monumentenzorg] Nederlands Bouwkundig Erfgoed Jaarboek 2002 Geachte lezer, voor u ligt het jaarboek Nederlands Bouwkundig Erfgoed 2002, het jaarboek voor de Monumentenzorg. Hierin treft u waardevolle informatie en contacten aan, die u van pas kunnen komen bij de realisatie van uw projecten. De bedrijven die in deze uitgave zijn opgenomen hebben betaald voor hun vermelding. Hiermee geven zij aan graag voor u aan het werk te gaan. Daar ook wij niet alles kunnen voorzien staan wij open voor suggesties met betrekking tot de volgende uitgave. Wij wensen u veel leesplezier en goede zaken. De uitgever. De IJssel mediagroep Zutphen;  |
18. |
![]() |
Boeknummer: 00313
Erfgoed in Noord-Brabant. Vestingsteden langs de linie Monumenten -- Monumentenzorg (2021) [Maikel Roelofs] Erfgoed in Noord-Brabant. Vestingsteden langs de linie. Overzicht van de vestingsteden in Noord-Brabant. Stichting Matrijs Utrecht;  |
19. |
![]() |
Boeknummer: 00314
De geschiedenis van kasteel 'Hof van den Houte' en zijn bewoners Monumenten -- Kasteel Hof van den Houte Etten (2021) [Drs M.J. Bicknese] Geschiedenis van het Ettense kasteel Hof van den Houte en zijn bewoners. 500 jaar geschiedenis met veel illustraties Heemkundekring Jan uten Houte te Etten Leur;  |
20. |
![]() |
Boeknummer: 00318
Breda, de koorbanken van de Grote of Lieve Vrouwekerk. Misericordereeks. Monumenten -- Grote of Onze-Lieve-Vrouwekerk Breda (1983) [J.A.J.M.Verspaandonk] Breda, de koorbanken van de Grote of Lieve Vrouwekerk. Boek uit de Misericordereeks. Buijten & Schipperheyn Amsterdam en Repro Holland Alphen aan de Rijn;  |
21. |
![]() |
Boeknummer: 00403
Inventarisatie Haagse Beemden Oost Monumenten -- Boerderij, De Keihoef (1975) [ Gemeente Breda] Inventarisatie Haagse Beemden Oost Fotoboek bebouwing/monumenten 1975 ![]() Gemeente Breda;  |
22. |
![]() |
Boeknummer: 00405
Rondom De kleine Hoeve Monumenten -- Landgoed/kasteel, Burgst (2011) [Karin Vennegoor] Beschrijving van Eco-boerderij De Kleine Hoeve en geschiedenis van Burgst voor de jeugd. Beste meisjes en jongens ------------------------------ 4 1 = Stadsboerderij De Kleine Hoeve--------------------- 4 Natuur & Landschap ------------------------------- 4 Dieren?....Eten?---------------------------------- 5 Granen------------------------------------------ 7 Geschiedenis Burgst —--------------------------- 8 2 = De Beemden------------------—----------------- 11 Maak een rietbootje ————————-------------— 12 3 = DeAkkerwal----------------------------------------- 14 4 = Centrale Akker------------------------------------- 15 Recept Pompoensoep ——————————————— 16 5 = Cingeltjes------------------------------------- 17 6 = De Grote Hoeve-------------------------------- 18 7 = Prinsenbosje —..—................... -.......— 19 Recept Lindebloesemthee —————--------------- 19 8 = Landhuis Burgst----------------------------------- 20 Bomen meten-------------------------------------- 21 Wat hoort bij elkaar? ———————————— 22 9 = Kroningslaantje---------------------------------- 23 10= Boerderijwinkeltje De Kleine Hoeve................. 24 Speuren naar sporen----------—————----------— 24 Puzzel--------------------------------------- 25 Oplossingen en Antwoorden —---------------------------- 26 Zoekkaart Waterdiertjes--------------------------------- 27 Colofon------------------------------------------------- 28 Beste meisjes en jongens, 'Stadsboerderij De Kleine Hoeve', wat is dat? Deze vraag zullen jullie na de excursie vast goed kunnen beantwoorden. Dit boekje geeft hierop een kleine aanvulling. Je kunt er dingen in naiezen, er staan leuke weetjes, 'doe-dingen' en puzzeltjes in en het vertelt een beetje van de eeuwenoude geschiedenis van dit gebied. De indeling van het boekje volgt een denkbeeldig 'rondje' dat je hiernaast op het kaartje aangegeven ziet staan. Elk nummer is een apart hoofdstukje. Het vertelt iets over wat je op en rondom De Kleine Hoeve tegenkomt. Veel plezier met het lezen, de puzzels en de 'doe-dingen', namens alle boeren en boerinnen van De Kleine Hoeve. Eigen uitgave i.s.m FMO-fonds;  |
23. |
![]() |
Boeknummer: 00407
Van de Kleine Schans naar de Grote Schans Monumenten -- Kleine Schans Terheijden (onbekend) [Johan van der Made en Ad van Oosterhout] Fietsroutebeschrijving door landschap van Terheijden. Bijlage bij nr 35 van tijdschrift De Vlasselt. Deeltje nr 3 in serie Callot-paden Fietsroutebeschrijving door landschap van Terheijden. Bijlage bij nr 35 van tijdschrift De Vlasselt. Deeltje nr 3 in serie Callot-paden INHOUD VOORWOORD blz. 2 VAN DE KLEINE SCHANS NAAR DE GROTE SCHANS Fietsroutebeschrijving (historie + natuur) door het landschap van Terheijden blz. 3 DE 80-JARIGE OORLOG IN TERHEIJDEN 1568 - 1648 (Johan van der Made) blz. 23 Voorwoord In september 1984 ontstond in de Heemkundige Kring ‘Breda’ het idee van de 'Cattot-paden'. De Bredase heemkundige kring ging in samenwerking met heemkundige, oudheidkundige en natuurhistorische groeperingen in de omgeving van Breda wan- del- en fietspaden uitzetten en liet deze op een bijzondere manier beschrijven door plaatselijke deskundigen. De voorkeur ging uit naar paden, die wegen, waterlopen en terreinen konden zijn geweest, door ooggetuigen uit de 16e of 17e eeuw in oorlogsverband in kaart gebracht en beschreven. Onder de kunstenaars, die het 17e eeuwse schouwtoneel van belegeringen en andere gebeurtenissen met eigen ogen heb- ben gezien en verslag ervan hebben gegeven, is Jacques Callot. Hij was te Nancy geboren in 1592 en daar gestorven in 1635. Tien jaar van zijn leven bracht hij zo wat door aan het hof van de Medicis in Toscane. In 1627 begon hij, in de re- gio Breda, aan een opdracht van Isabella, de Infante van Spanje, met het maken, van een gravure over de belegering van Breda. Spinola had dat beleg in 1625 tot een groot Spaans wapenfeit gemaakt. Onder de titel: ’Siege de Breda kwam een nauwelijks geëvenaard kunstwerk tot stand, dat bij nadere bestudering een niet te ontkennen boodschap van vrede inhield. Het is daardoor een tijdsdocument geworden van de 16e eeuwse ommekeer in de opvattingen over het be- halen van overwinningen en het vermijden van bloedvergieten met inzet van een romantisch en onwaarachtig ridderidealis- me. Op de plaats, in de gravure, waar het eertijds gebruikelijk was de glorie en de triomf van een overwinning in beeld te brengen, schetste Callot op 'Siege de Breda' vooral de ellenden van een belegering. Het zelfportret van de graveur, waar hij ergens op de zuidoever van de Mark ten noorden van Terheijden de gravure van het beleg zit te ontwerpen, voert het gezamelijke Callotpadenproject als embleem. De kaart van Callot is een bijzonder cultuurhistorisch document; ze geeft een kijk op mens en landschap van West-Bra- bant. De proefuitgave van de eerste Spinolawandeling verscheen tijdens de tentoonstelling 'Volgens van Goor...' in 1985 in het Stedelijk en Bisschoppelijk Museum te Breda. Wegen, die rechtstreeks in dienst gestaan hebben van een oorlogsgebeuren, en als zodanig beschreven en in kaart ge- bracht, worden nu in de gedaante van 'Callotpaden' als vredige wandel- en fietsroutes met historische en natuurhis- torische bijzonderheden uitgegeven. Leerzaam zullen de Callotpaden moeten zijn voor de jeugd en onderhoudend voor de ouderen. Zoals zwaarden ooit eens allemaal moesten worden omgesmeed tot ploegscharen, zo willen wij in oudheidkundige en natuurhistorische kringen van de oude paden op historische kaarten touristische fiets- en wandelrouten trachten te maken voor het beleven van de vrede. De gezamelijke medewerkers aan het Callotpaden-project Heemkundekring De Vlasselt;  |
24. |
![]() |
Boeknummer: 00426
Burgst. Van geborgen akker naar geborgen landgoed Monumenten -- Landgoed/kasteel, Burgst (2011) [Karin Vennegoor] Deel van serie informatieve brochures over wijk de Haagse Beemden onde redactie van ECO-IDEE i.s.m. FMO-fonds Breda INHOUD Kaart 'Heerlijkheid Burgst' eind 15e eeuw in de Hage......2 Voorwoord......4 Inleiding......5 De geschiedenis van Burgst......7 Naam......7 Grondbezit......7 Rechten van de Heer van Burgst......9 De Cingeltjes......11 De Grote Hoeve......11 De Kleine Hoeve Muizenberg......12 De Kleine Hoeve......12 De Wallen......14 Het Landhuis......15 Het Landschap......17 Ontstaan......17 Hoge Akker......19 Akkerwal......20 Park......21 Bos......23 Natuur 25 Bodem......25 Vegetatie......25 Fauna......27 Tot slot/Colofon......30 Bronvermelding......31 Voorwoord: Midden in de wijk de Haagse Beemden ligt een groen gebied van ruim 80 ha en hier ligt het landgoed Burgst. Dat het landgoed oorspronkelijk veel groter was en een stuk van de wijk besloeg weten veel bewoners van de Haagse Beemden niet. Graag willen we u daarom meer vertellen over het huidige en oorspronkelijk landgoed op het gebied van cultuurhistorie, natuur en landschap. Wist u dat het stedebouwkundig ontwerp van de Haagse Beemden bewust gekozen is om het landgoed in stand te houden? Dit unieke ontwerp heeft ertoe geleid dat de wijk de Haagse Beemden in de zgn. Canon van de Ruimtelijke Ordening terecht is gekomen (http://canonro.nl/de Canonro_nl/Alle_ iconen/Haaqse_Beemden.aspx?rld=720). Deze publicatie is tot stand gekomen door de samenwerking van de initiatiefnemers Stichting De Kleine Hoeve, Stichting Vrienden van de Kinderboerderij de Sik, Heemkundekring 'Op de Beek' en landgoedeigenaar dhr. A.L.E. Smits van Burgst met medewerking van het Stadsarchief Breda, Vereniging voor Natuur-en Milieueducatie IVN Mark & Donge en ECO-IDEE. We hopen dat de organisatie van begeleide wandelingen en deze publicatie bijdragen aan een breder begrip van de waarden van dit bijzondere gebied. Omdat stadsboerderij De Kleine Hoeve en kinderboerderij De Sik, ook actief zijn in het gebied biedt de kennismaking ook een mogelijkheid om hun rol te leren kennen. Zo 'Burgst' de 'geborgen akker' betekent en het middeleeuws dijkje de bewoners destijds de geborgenheid gaf tegen het water, zo willen de initiatiefnemers met het boekje en de begeleide wandeling bereiken dat de omliggende wijk geborgenheid zal bieden aan het landgoed en haar bewoners. Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een financiële ondersteuning van het project 'Boeren en Buurten' (WMO) van de Gemeente Breda. Wij wensen u veel plezier met het lezen van dit boekje. Inleiding: Graag nemen we u mee naar de Landgoederenzone Haagse Beemden, die als een groene long middenin de wijk gelegen is. Het aan de noordkant van de Emerparklaan gelegen landgoed Ijzeren Hek, laten we hier buiten beschouwing. We beperken ons tot het landgoed Burgst, het groene gebied omsloten en deels opgeslokt door de verschillende wijken van de Haagse Beemden en de Emerparklaan. Fietst u vanaf het Paradijspad in zuidelijke richting, ga dan ter hoogte van het skatepleintje links het zandpad in. U zult zich gelijk buiten voelen, doordat aan weerszijden bosranden oprijzen. Rechts ziet u door de bosrand heen een ruige weide en links bevindt zich een klein stukje bos met verschillende grachtjes, de Cingeltjes genaamd. Tussen de bomen door kunt u het boerderijcomplex van de Grote Hoeve zien. Let even goed op het pad, want met de grote plassen en de modderige ondergrond zou je met de fiets makkelijk onderuit kunnen gaan! In de schaduw van de grote eiken ligt er links aan het eind een poel. Ga rechtsaf de Burgstsedreef op. Tussen de statige oude eiken door kijkt u op een prachtig, licht glooiend agrarisch cultuurlandschap rijkelijk omzoomd met bos. Rechts van u is de toegang naar de Grote Hoeve, en links van u ziet u Stadsboerderij De Kleine Hoeve waar u op woensdag- en vrijdagmiddag in het boerderijwinkeltje biologische groenten en vlees kunt kopen. Op De Kleine Hoeve helpen mensen met een beperking en 10 van hen wonen nu hier bij de boerderij met de voor hen op maat gesneden begeleiding. Naast De Kleine Hoeve vinden we het privé landgoed, een 18e eeuws landhuis met een parkachtig bos, van de heer Smits van Burgst. Met een begeleide Burgst-wandeling kunt u nader kennismaken met het gebied dat buiten deze wandeling niet toegankelijk is voor het publiek. De begeleide Burgst-wandeling start vanuit de Kinderboerderij de Sik, die aan de zuidpoort van het landgoed gelegen is en die onderhouden en gerund wordt door de Stichting Vrienden van de Kinderboerderij. Tevens dragen mensen van De Kleine Hoeve hier hun steentje bij. Al fietsend en wandelend door het landschap komt u zoveel bijzonderheden tegen. Dingen die je nieuwsgierig maken hoe ze zo zijn ontstaan, waarom die naam, welke geschiedenis schuilt daar achter? In dit boekje willen we u proberen mee te nemen door dit landschap en de samenhangen te verhelderen die er zijn tussen het landschap met haar inrichting en de historie, cultuur, natuur, geografische ligging en bodem. Want elk landschap heeft zijn eigen samenhangen, zijn eigen verhaal en zijn eigen identiteit. Stg ECO-IDEE;  |
25. |
![]() |
Boeknummer: 00439
Brabantse Monumenten leven Monumenten -- Monumentenzorg (1996) [dr. Th. G.A. Hoogbergen, Olaf Smit (foto's)] Brabantse Monumenten leven Beschrijving van tachtig gerestaureerde kleine monumenten met 90 foto's Inhoudsopgave Het initiatief 6 Samenstelling commissie 8 Inleiding 9 Plaquette Gery Bouw 29 Tachtig kleine gerestaureerde monumenten 30 Kosten 214 Verklarende Woordenlijst 217 Geraadpleegde en verwerkte literatuur 221 Register van personen 225 Register van plaatsen 229 Het initiatief Voor de viering van het tweehonderdjarig bestaan van Noord-Brabant als zelfstandige provincie, zijn tal van interessante initiatieven genomen. Eén ervan heeft de restauratie van kleine monumenten tot doel. Alle Brabantse gemeenten zijn uitgenodigd te bekijken, of zij, in dat gedenkwaardige jaar 1996, aan deze kleinschalige, maar over de hele provincie gerekend, toch tamelijk grootscheepse actie willen deelnemen. Daarbij staat voorop, dat de actie belemmerende bureaucratische regels zoveel mogelijk wil omzeilen. Informeel valt er wellicht nog heel wat te ondernemen. De commissie die het plan lanceert, heeft de gemeenten echter uitsluitend haar eigen enthousiasme voor het idee te bieden. Iedere gemeente, zo is de opzet, wijst immers op haar eigen grondgebied een monumentje aan ter restauratie, regelt de financiering en neemt verder ook de hele organisatie ter hand. Het plan wordt zó een activiteit van de gemeenten zelf en van hun inwoners. De commissie respecteert volop die eigen autonomie en wil daarmee uitdrukkelijk alle activiteiten in het hart van de lokale gemeenschap leggen. Zij schrijft daarmee van meet af aan de medewerking van grote aantallen mensen op plaatselijk niveau hoog in het vaandel. Na een wat aarzelend begin - de commissie beschouwt aanvankelijk de actie al succesvol bij vijf entwintig deelnemende gemeenten ! - lijkt het initiatief gaandeweg een onverwacht brandend enthousiasme los te slaan: ruim tachtig kleine monumenten zijn gerestaureerd: een resultaat, waarvan de commissie in haar stoutste gissingen niet heeft durven dromen. Voor al deze monumenten heeft Gery Bouw, kunstenaar te Eindhoven, een fraai kunstwerkje ontworpen: een plaquette, waarin zij, symbolisch, de lichtende ontwikkeling van onze provincie uitbeeldt. Medewerkers van de stichting Monumentenwacht hebben deze plaquette in de loop van dit jaar oordeelkundig en op aanwijzing van de betrokken gemeente aan het gerestaureerde object bevestigd. De commissie wil hier nog graag gewag maken van een tiental gemeenten, die weliswaar aan de startblokken verschijnen, maar tot hun spijt in een later stadium van deelneming moeten afzien, omdat zij hun besluitvorming en/of financiering niet op tijd hebben weten af te ronden. Plaatselijk hebben honderden mensen aan het idee concreet gestalte gegeven: burgemeesters, wethouders, raadsleden en verantwoordelijke ambtenaren ter secretarie. Gemeenten blijven immers het aanspreekpunt voor de brieven en de telefoongesprekken van de commissie. Maar ook besturen en leden van heemkundekringen, plaatselijke monumentencommissies en andere instanties tonen zich vindingrijk en actief: soms nemen zij zelfs het voortouw bij de uitvoering en stimuleren anderen. Het blijkt achteraf weinig zinnig om de vele namen van leden van plaatselijke comité’s hier te noemen. Er zou een schier onafzienbare lijst verschijnen. Fraaie plannen komen echter alleen maar tot concrete uitvoering door de ambachtelijke bekwaamheden van architecten, aannemers, metselaars, smeden, stucadoors, metaalbewerkers, klokkenisten, timmerlieden, schilders en nog vele anderen. De commissie beseft heel wel, dat gemeentebesturen een aantal restauraties ook zonder haar actie in uitvoering zouden hebben genomen. Sommige maken immers onderdeel uit van eerdere voornemens en besluiten. Er zijn echter ook verscheidene initiatieven uit hun sluimer gewekt, enkele versneld geconcretiseerd en voor een niet onaanzienlijk aantal vormt het initiatief van de commissie de vonk die het vuur heeft ontstoken. Voor het overgrote deel hebben gemeenten op grond van aparte raadsbesluiten voor de financiering gezorgd. Soms putten zij uit bestaande fondsen. In enkele gevallen zijn er acties onder de bevolking gevoerd. Tenslotte hebben bedrijfsleven en andere sponsors zich niet onbetuigd gelaten. De aardigste vorm van coöperatie is wel de buitengewoon directe hulp die sommige heemkundekringen bieden door letterlijk de handen uit de mouwen te steken en een klein monument een opknapbeurt te geven, met hulp van ambachtelijk vakmanschap. Zelfs de flonkerendste formulering legt het echter bijna altijd af tegen het beeld uit de handen van een bekwaam vakman. De fotograaf Olaf Smit heeft alle monumentjes en de twee grote monumenten in negentig foto’s professioneel vastgelegd. De eindredacteur schuilt graag weg in de schaduw van dat overweldigende en schitterende licht. De tekst op de rechterpagina wil slechts wat commentaar geven en wetenswaardigheden vermelden, die lezers misschien aan het denken en tot verder speuren aanzetten. Daarom is ook gekozen voor een tekst zonder een brede, voortdurend onderbroken, bedding van voetnoten. Wie belangstelling heeft voor de gebruikte literatuur vindt daarvan een lijst op de pagina's 221 t/m 223. Stichting Zuidelijk Contact Tilburg;  |
26. |
![]() |
Boeknummer: 00482
t Koepeltje bij het Liesbos. Brochure. T.g.v. Open Dag Koepeltje 1981 Monumenten -- Liesbos, theekoepel (1981) [Herman Dirven] t Koepeltje bij het Liesbos. Brochure. T.g.v. Open Dag Koepeltje 1981 Werkgroep Haagse Beemden;  |