Beeldbank Bibliotheek "Heemkundekring Op de Beek" |
|
|
Klik op bovenstaande afbeelding voor een 100% weergave |
|
Boeknummer | : | 00618 |
---|---|---|
Titel | : | Honderd Jaar Imkeren |
Auteur(s) | : | Wieb Top |
Verschijningsjaar | : | 1997 |
Beschrijving | : | Honderd Jaar Imkeren Geschiedenis van de Vereniging tot Bevordering der Bijenteelt in Nederland 1897 - 1997 Verantwoording Niet alle leden van de Vereniging tot Bevordering der Bijenteelt zullen zichzelf in het hier geschetste beeld van de geschiedenis herkennen. Daarvoor is het ledental te groot en het blikveld van de historicus te klein. In dat veld valt het licht vooral op het centrale deel van de vereniging: op het bestuur, op het Maandschrift voor Bijenteelt en op lijnen die hier en daar naar de leden worden doorgetrokken. Van die tienduizenden in de loop van honderd jaar komen er maar weinigen in de schijnwerpers en van een paar afdelingen die ooit hun geschiedenis opschreven komt maar een streepje licht in het boek voor. De bronnen voor de geschiedenis van de VBBN zijn beperkt omdat tijdens de Tweede Wereldoorlog veel materiaal verloren is gegaan. Lang is bovendien niet veel werk gemaakt van archivering. In het Rijksarchief in Arnhem bevinden zich enkele van de oudste notulenboeken en veel losse gegevens over bijvoorbeeld de suikerlevering aan de afdelingen. Door de schrijver zijn talloze gesprekken gevoerd met nog (en soms nu al niet meer) levende kenners van de geschiedenis. De Ambrosiushoeve heeft in de loop der jaren materiaal verzameld, dat voor de geschiedenis van de bijenteelt van belang is en ook particulieren leverden vaak interessante gegevens aan. Maar de belangrijkste bron voor dit herinneringsboek is het Maandschrift voor Bijenteelt, waarvan er tot 1992, toen het opging in Bijen, ruim duizend nummers verschenen. Een maandblad geldt niet als directe bron, er staan veel artikelen in waarvan de inhoud mogelijk is onder- of overbelicht door de schrijvers. Het staat echter buiten kijf dat de betrokkenheid bij het verenigingsleven al die jaren was gegarandeerd en alleen daarom al leverde het verenigingsblad meer opmerkelijke zaken uit de geschiedenis van de VBBN dan dit boek kan bevatten. Juist die betrokkenheid hield de vereniging honderd jaar in leven en levendig. Daardoor werd het soms pijnlijke gemis aan bronnen enigszins vergoed. De steun en kritische begeleiding van de meeleescommissie was voor het tot stand komen van dit boek van grote betekenis en is de kwaliteit stellig ten goede gekomen. Hun namen mogen daarom in dit geschiedenisboek niet ontbreken: Joop Beetsma, Frans Janssen, Nienke de Jong, Otto de Kat, Piet Muntjewerf en Dick Vunderink. Er waren verder veel imkers die van hun belangstelling blijk gaven en materiaal inzonden om in het boek te verwerken. Hen allen wil de schrijver op deze plaats hartelijk bedanken. Dr. Wiebrand Top werd in 1930 geboren in Ten Boer (Gr.). Hij werd opgeleid tot onderwijzer te Groningen en studeerde daarna geschiedenis. na een periode werkzaam te zijn geweest als leraar werd hij wetenschappelijk medewerker aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Wieb Top. Voorwoord De beschrijving van honderd jaar georganiseerde bijenhouderij in Nederland geeft tegelijkertijd een duidelijk beeld van de grote maatschappelijke veranderingen die in deze periode zijn opgetreden. Maar ook wordt de veel oudere waarneming van Salomo bevestigd dat er niets nieuws is onder de zon. Deze paradox is kenmerkend voor de hele geschiedenis van de VBBN. Deze vereniging van bijenhouders werd immers opgericht om de dreigende ondergang van de imkerij te voorkomen. Anno 1997 bekruipt sombere imkers de angst dat het met de imkerij een aflopende zaak is. De landbouw verkeer de aan het eind van de negentiende eeuw in een crisissituatie en dat is ook nu een bekend en reëel geluid. Toen was mest een zegen en nu een plaag. Toen vormde de heide de hoofddracht, nu zijn alle drachten ingekrompen of verdwenen. Toen was er een enkeling die bijen hield uit pure liefhebberij; voor de meeste imkers vormde de verkoop van bijenproducten een welkome aanvulling op hun schamel inkomen. Nu zijn vrijwel alle imkers hobbyisten en een enkeling heeft een kleine bijverdienste aan bestuivingsactiviteiten. Toen een vrijwel ongeschoolde plattelandsbevolking, waarvan de arbeiders wegvluchtten naar de steden en door industrialisatie en verstedelijking een totaal ander gezicht gaven aan werken en wonen, maar ook aan gemeenschapszin en verbondenheid. Nu weinig arbeiders meer in de land- en tuinbouw, maar wèl hoog opgeleide ondernemers die "machinaal” een veelvoudige productie realiseren. Imkers en landbouwers waren steeds sterk verbonden of beoefenden beide beroepen. De aloude binding werd versterkt doordat onderzoek het belang van insectenbestuiving aantoonde, waarvan de honingbij het grootste deel voor haar rekening neemt. De verbondenheid kwam later echter onder zware druk door het gebruik van pesticiden die oogsten verbeterden maar een ramp betekenden voor insekten en hun belagers. Misschien is het wel een wondertje dat er nog zoveel bijen en imkers zijn. De ijveraars voor het milieu hebben recht op erkentelijkheid omdat zij het waren die alarm sloegen bij de bedreigende ontwikkelingen en mede de bewustwording op gang brachten. De terugkeer van de roofvogel als laatste in de voedselketen is daarvan het bewijs. Intussen hebben honingbij en imker een belangrijke nieuwe taak gekregen, namelijk de signaalfunctie voor onverantwoord gebruik van landbouwgif. De oprichters en bestuurders van het begin hadden door opleiding en afkomst uiteraard een voorsprong op de leden. Lees over de jaarvergaderingen en je proeft de regentenstijl met de vaardigheid om het gesputter op charmante wijze in de reeds gekozen richting te leiden. De VBBN werd heel lang autoritair geleid en in het begin was dat noodzakelijk: de strenge hand van Wigman, de vaderlijke diplomatie van Joustra en het adellijk autoritair gezag van Van Rappard. En om hen heen stond steeds een kleine en wisselende groep van mensen die de VBBN hebben bestuurd en gedragen, maar die ding kweekt afhankelijkheidsgedrag. Zouden we in de roep 'Wat doet Wageningen voor ons' daarvan een restant aantreffen? Of is het een aspect van déze tijd waarin we vooral calculerende burger moeten zijn? De VBBN is nu actief bezig met een democratiseringsproces. De nieuwe bestuursstructuur, meer verantwoordelijkheid bij de groepen en vooral georganiseerde invloed op het beleid, zullen de VBBN snel een andere cultuur geven. Bestuurders kunnen daar nog wel een stempel zetten, maar ze zullen geen tijdperken meer symboliseren. Er hangt een waas van romantiek om de oude imkerij. Voor een deel ook wel terecht, ondanks het harde bestaan in het verleden. Altijd waren er mensen die zich verbonden voelden met de natuur om hen heen en die haar wonderen trachtten te ontrafelen. Door de vele raadselen werd van de imkers onder hen veel intuïtie gevraagd bij het omgaan met hun bijen. Het succes dat zij tóch hadden dwingt ons respect af. In deze honderd jaar heeft het onderzoek veel over de bijen ontdekt en verklaard. En dat gaf een explosie aan vernieuwing in materiaal en methoden. Maar wat niet is veranderd - geen nieuws onder de zon dus - is dat bijen zich nimmer hebben aangepast aan de mens. Meer dan koe en hond blijven ze hun natuurlijk gedrag vertonen. Door de toegenomen kennis van de imker, kon deze zijn handelen echter wél beter aanpassen aan de bij. Verklaart deze heilzame ervaring voor de 'heer der schepping' wellicht mede waarom bijenhouden zo boeiend is? Dit boek over het verleden drukt je op de vraag naar de toekomst. Hoe zal het verder gaan? De bij als bestuiver zal nodig blijven; wellicht zelfs belangrijker worden omdat de Nederlandse land- en tuinbouw een leidende rol zal blijven spelen in de perfectionering van de productie. Bij de daaraan verbonden proeven zal ook de bestuiving en de beste bestuiver onderzocht worden. Natuurbehoud en -beheer scoren thans hoog en de honingbij heeft als superbestuiver een erkende plaats in de natuur. Betere bestuiving bevordert de vruchtzetting en daarvan profiteert de plant, andere bloembezoekende insecten, vruchtenetende vogels en zoogdieren en roofvogels die muizen en zangvogels op het menu hebben. Of zouden honingbijen een bedreiging kunnen zijn voor verwante insekten, de vele solitaire bijen, hommels of vlinders? Die discussie dient zich aan en het is zeker dat van imkers kennis van en discipline in natuurbeheer zal worden gevraagd. Dat verbreedt hun horizon en kan hen naast die van honingproducent een nieuwe reputatie opleveren. Natuurlijk komt er te eniger tijd een volledig samengaan van de vijf imkerorganisaties die in Nederland bestaan. Misschien onder druk van een afbrokkelend ledenbestand. Samengaan vanuit kracht en nieuw perspectief zou verre te verkiezen zijn. De VBBN werd opgericht dank zij de oplettendheid van het Nederlands Landbouw Comité en bleef daardoor ook steeds met de georganiseerde land- en tuinbouw verbonden, tot uiting komend in de afdeling Bijenteelt van het Landbouwschap. Door de komende opheffing van het Landbouwschap werd in 1996 de afdeling Bijenteelt opgeheven. De bijenhouderij moet z’n zaken op eigen kracht regelen. Ook die uitdaging kan de VBBN aan. Onafhankelijkheid kan een bron vormen voor initiatief en nieuw verantwoordelijkheidsbesef. De honingbij zelf zorgt voor de toekomst van de imkerij. Zeker is dat altijd weer mensen in de ban zullen raken van dit wonderlijke natuurvolkje dat zo bereikbaar is en gelukkig zo mysterieus blijft. Dick Vunderink, voorzitter VBBN. Inhoud 1. Inleiding 13 1.1 De wereld in 1897, het geboortejaar van de Vereniging tot Bevordering der Bijenteelt in Nederland (VBBN) 13 1.2 De grenzen van het bestaan 14 1.3 De landbouwcrisis en de VBBN 16 2. De geschiedenis van de imkerij vóór 1900 18 2.1 De oudste gegevens en de waarheid volgens Aristoteles 18 2.2 De Middeleeuwen 21 2.3 Aristoteles heeft ongelijk 23 2.4 Nieuwe ontwikkelingen 27 2.5 De korfimker en de dracht 30 2.6 Achteruitgang 33 De VBBN onder de strenge hand van de schoolmeester: Het tijdperk-Wigman 1897-1925 37 3. De samenwerking komt op gang 38 3.1 Een nieuwe vereniging 38 3.2 Het Maandschrift voor Bijenteelt 40 3.3 Meer voorlichting 42 3.4 Suiker als wintervoer 46 3.5 Korven of kasten? 49 3.6 Reizen met de bijen 52 3.7 De Afdeling Handel opgericht 54 3.8 Andere activiteiten 57 4. Strubbelingen in de VBBN 59 4.1 Ontevredenheid 59 4.2 De jaren twintig 63 4.3 De spanningen blijven 70 4.4 Het einde van het tijdperk-Wigman 74 5. Het Maandschrift voor Bijenteelt in moeilijke tijden 77 5.1 Het hoofdbestuur en het Maandschrift 77 5.2 Het jubileumnummer in 1922 80 5.3 Wisselingen in de redactie 81 Intermezzo I 84 6. Handleidingen voor de bijenteelt 89 6.1 Hoe wordt men imker? Bijenboeken vóór 1940 89 6.2 Bijenboeken vanaf 1940 99 6.3 Literatuurlijst: 104 Van ongeveer 1800 tot 1940 (6.3.1) Vanaf 1940 (6.3.2) De tijd van de vaderlijke diplomaat: Het tijdperk-Joustra (1924-1948) 107 7. Een nieuw begin 108 7.1 Wel en wee van de imker in de crisisjaren 108 7.2 Joustra als regisseur van de VBBN 113 7.3 Wisseling van voorzitters 117 7.4 Oorlogsdreiging 118 7.5 Bijenteelt en bezetting 120 8. Een nieuw plan 124 8.1 Bevrijding en herstel 124 8.2 De Proefbijenstand 125 8.3 De Vereniging voor Koninginneteelt 127 8.4 Alle Nederlandse imkers in één vereniging? 130 8.5 Het leven in de Afdelingen 133 8.6 Personalia 136 Intermezzo II 141 De VBBN onder adellijk autoritair gezag: Het tijdperk-Van Rappard 145 9. De imker en zijn onzeker gewin 146 9.1 Veranderingen na de Tweede Wereldoorlog 146 9.2 De imkerij verandert mee 152 9.3 De honingoogst 154 9.4 Professionele hulp: de Ambrosiushoeve en het Instituut voor Bijenteeltonderzoek 161 10. De voorlichting 164 10.1 De functie van de imkersbladen 164 10.2 Cursussen en films 167 10.3 Voorlichting door middel van lectuur 170 10.4 De imkersdagen en de propaganda 173 10.5 Nieuwe bedrijfsmethoden 177 10.6 De koninginneteelt 180 11. Imkers en hun VBBN 185 11.1 De vereniging als suikeroom 185 11.2 De bedrijfsorganisatie 187 11.3 De Afdeling Handel als steun voor de imkerij 189 11.4 Op weg naar de eenheid 192 12. Bestuursproblemen 202 12.1 DeVBBNna1948 202 12.2 Na de mislukte fusie 205 12.3 Financiële problemen in de jaren zeventig 207 12.4 De ridder die bleef 209 12.5 Internationale contacten 211 Intermezzo III 214 Ontwikkelingen in de imkerij na 1977 219 13. Aanpassen en veranderingen 220 13.1 Nieuwe drachtgebieden? 220 13.2 Een ernstige bedreiging: Varroa jacobsoni Oudemans 224 13.3 Veranderingen in de bijenteelt 228 13.4 De Ambrosiushoeve 232 13.5 De bedrijfsmethoden 234 14. DeVBBN van 1978 tot 1996 239 14.1 Bestuursbeleid. De Afdeling Handel weer in discussie 239 14.2 De financiën en het ledental 247 14.3 Het Maandschrift voor Bijenteelt opgevolgd door Bijen 249 14.4 Jubilea en personalia 254 Nabeschouwing 259 Bijlagen 265 |
Medium | : | Boek |
Taal | : | Nederlands |
Uitgever | : | Vereniging tot Bevordering der Bijenteelt in Nederland |
Aantal pagina's | : | 288 |
Record aangepast: 15 april 2025
system dumpages