Beeldbank Bibliotheek "Heemkundekring Op de Beek"
 → 
 →  [Boeknummer 00564]
 

 
Klik op deze tekst voor een 100% weergave van bovenstaande afbeelding

 
 

 

Uitgebreid zoeken

Boeknummer : 00564
 
Titel : Breda - Prinsenbeek. Plangebied Westrik
Auteur(s) : M. Pieters, M. Kooi
Verschijningsjaar : 2019
Beschrijving : Breda - Prinsenbeek. Plangebied Westrik. Proefsleuvenonderzoek en opgraving.
BAAC-rapport A-17.0127?A-18.0025

Inhoud
■ Samenvatting 7
1 ■ Inleiding 9
1.1 Aanleiding 9
1.2 Ligging en aard van het terrein 11
1.3 Administratieve gegevens 11
1.4 Leeswijzer 12
2 ■ Onderzoekskader 13
2.1 Landschappelijke achtergrond 13
2.2 Archeologische achtergrond 15
2.3 Historische achtergrond 16
2.4 Onderzoeksvragen 16
2.5 Werkwijze 19
2.5.1 Veldwerk 19
2.5.2 Uitwerking 21
3 ■ Resultaten 23
3.1 Bodemopbouw 23
3.2 Sporen 24
3.3 Vondsten 33
4 ■ Synthese 37
5 ■ Literatuur en bronnen 39
6 ■ Lijst van afbeeldingen 41
■ Bijlagen 43
Bijlage 1 Geologische en archeologische tijdvakken
Bijlage 2 Onderzoeksvragen uit het Programma van Eisen
Bijlage 3 Sporenlijst
Bijlage 4 Vondstenlijst
Bijlage 5 Resultaten C14-onderzoek
Bijlage 6 Allesporenkaart met structuren
Bijlage 7 Allesporenkaart met datering van de greppels
Bijlage 8 Allesporenkaart met spoornummer (digitaal)


Samenvatting
In opdracht van Giesbers Beheer heeft BAAC een proefsleuvenonderzoek en een
opgraving uitgevoerd in plangebied Westrik te Prinsenbeek gemeente Breda.
De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen bouw van woningen in
het plangebied waarbij een gerede kans bestaat dat archeologische waarden
vernietigd zullen worden.

Het plangebied Westrik te Prinsenbeek bevindt zich ten zuiden van de
bebouwde kom van Prinsenbeek, in de gemeente Breda. De bodem bestaat uit
een natuurlijke veldpodzolbodem die wordt afgedekt door een dik cultuurdek.
De natuurlijke bodem is antropogeen beïnvloed door ontwatering, verploeging
en dergelijke. Bij diverse archeologische onderzoeken die hebben plaats
gevonden binnen een kilometer van het plangebied zijn resten gevonden van
bewoning van de bronstijd tot en met de nieuwe tijd. Het plangebied bestaat
vrijwel geheel uit akkercomplexen, het oostelijk deel ligt ter hoogte van het
gehucht Westrik. Op de kadastrale minuut is te zien dat het Vaareind en een
weg door de meest zuidwestelijke hoek van het plangebied loopt, verder zijn
alleen perceelgrenzen te zien op het minuutplan.

is In november en december 2017 is een proefsleuvenonderzoek in het
plangebied uitgevoerd. Naar aanleiding van de evaluatie van de resultaten
van het proefsleuvenonderzoek is een klein gedeelte van het plangebied
opgegraven in februari 2018.
Uit het proefsleuvenonderzoek is gebleken dat zich in het plangebied drie
vindplaatsen bevinden. Vindplaats 1 bestaat uit ontginningssporen uit de (late
middeleeuwen-) nieuwe tijd, vindplaats 2 bestaat uit een cluster paalkuilen die
een gebouw (berg) vormen uit de late middeleeuwen - nieuwe tijd en vindplaats
3 bestaat uit een erf (paalkuilen, kuilen en een waterput) uit de nieuwe tijd.
Vindplaats 3 is als behoudenswaardig aangemerkt op basis van de criteria zoals
gesteld in de KNA. Het advies van BAAC luidde daarom deze vindplaats in situ
te behouden, of wanneer dat niet mogelijk was de vindplaats op te graven
(behoud ex situ). De bevoegde overheid heeft besloten vindplaats 3 en een
(gedeelte) van vindplaats 2 op te graven.

Bij de opgraving van vindplaats 2 zijn resten gevonden van een gehoekte
berg, een gebouw dat onder andere werd gebruikt voor de opslag van hooi of
graan. Daarnaast zijn tijdens de opgraving drie paalsporen gevonden van een
spieker, een vierde paalspoor is subrecentelijk vergraven. Ook zijn de resten
van een afrastering gevonden die parallel loopt aan een greppel. Vondsten zijn
met name afkomstig uit de greppels en kunnen gedateerd worden in de late
middeleeuwen en de nieuwe tijd. Twee C14-monsters uit de gehoekte berg
leiden tot een datering tussen 1276 en 1382.

De resten van vindplaats 3 die zich binnen het onderzoeksgebied bevinden zijn
opgegraven, met uitzondering van de waterput. Het opgraven van de kuilen en
de losse paalkuil heeft geen aanvullende informatie opgeleverd over de functie
van deze sporen. Voor de waterput is, in overleg met het bevoegd gezag,
besloten deze in situ te behouden.


1.1 Aanleiding
In opdracht van Giesbers Beheer heeft BAAC (onderzoeks- en adviesbureau
voor Bouwhistorie, Archeologie, Architectuur- en Cultuurhistorie) een
proefsleuvenonderzoek en een opgraving uitgevoerd in plangebied Westrik
te Prinsenbeek, gemeente Breda. De aanleiding voor het onderzoek is de
voorgenomen bouw van woningen in het plangebied waarbij een gerede kans
bestaat dat archeologische waarden vernietigd zullen worden.

Dit onderzoek is uitgevoerd in twee fasen. Op basis van het proefsleuven-
onderzoek, dat is uitgevoerd in november en december 2017, zijn drie archeo-
logische vindplaatsen vastgesteld. Vindplaats 1 bestaat uit ontginningssporen
uit de late middeleeuwen en de nieuwe tijd, vindplaats 2 betreft een cluster
paalkuilen die een structuur vormen uit de late middeleeuwen - nieuwe tijd,
vindplaats 3 is een erf uit de nieuwe tijd. Na waardering van de vindplaatsen in
de evaluatiefase', zijn vindplaatsen 2 en 3, in het oosten van het plangebied,
behoudenswaardig geacht en dientengevolge onderzocht door middel van
een opgraving. De opgraving vond plaats in februari 2018. In dit rapport zullen
de resultaten van zowel het proefsleuvenonderzoek als de opgraving worden
besproken.

Voorafgaand aan het proefsleuvenonderzoek is door de gemeente Breda een
Programma van Eisen opgesteld.2 Hieruit is gebleken dat het plangebied op de
Archeologische Beleidskaart Breda voornamelijk een hoge verwachting heeft
op het aantreffen van archeologische waarden. Een strook in het zuidelijke en
noordwestelijke deel van het plangebied heeft een middelhoge verwachting.
In het noordwestelijke deel, op de overgang van een hoge naar middelhoge
verwachting, heeft een klein gebied een lage verwachting. In de omgeving van
het plangebied zijn bij verschillende archeologische onderzoeken archeologische
resten aangetroffen. Direct ten oosten van het plangebied bijvoorbeeld, op het
Saval-terrein, is een proefsleuvenonderzoek en opgraving uitgevoerd (BR-87-
04/05). De oudste bewoningssporen die hier zijn aangetroffen, stammen uit de
vroege ijzertijd. In de midden- en late ijzertijd lijkt sprake te zijn van ten minste
twee gelijktijdige boerderijen met bijgebouwen. Na de late ijzertijd wordt het
terrein verlaten. In de volle middeleeuwen wordt het terrein opnieuw in gebruik
genomen. Deze bewoning kan beschouwd worden als een voorloper van het
gehucht Westrik dat uit historische bronnen bekend is. De bewoning wordt
voortgezet tot in de late middeleeuwen of nieuwe tijd.

Het proefsleuvenonderzoek vond plaats tussen 23 november en 1 december
2017 en de opgraving vond plaats tussen 8 en 13 februari 2018. Contactpersoon
namens de opdrachtgever is 8. van Gerven.3 De bevoegde overheid voor dit
project is F.J.C. Peters (gemeente Breda). Het veldteam stond onder leiding van
Senior KNA-archeoloog M. Kooi, verder bestond het veldteam uitW. Kemme,
D. Udo, M. Kalshoven, P. Kubistal, M. Mostent, M. Tump. C. Verbeek en
M. Pieters. De graafmachine werd geleverd door T. Luijten en de machinist was
T. Vercamme. Tijdens het veldonderzoek zijn geen specialisten ingezet.


1.2 Ligging en aard van het terrein
Het plangebied ligt ten zuiden van de bebouwde kom van Prinsenbeek, in de
gemeente Breda (afb. 1.1). Het terrein wordt aan de noord-, oost- en westzijde
begrensd door de bebouwde kom van Prinsenbeek en aan de zuidzijde
door de spoorlijn. Het plangebied is voor een groot deel onbebouwd en in
gebruik als grasland. De oppervlakte van het plangebied bedraagt circa 9
ha. De oppervlakte van het onderzoeksgebied bedraagt circa 6500 m2. In het
onderzoeksgebied zijn in totaal 54 proefsleuven met een totale oppervlakte
van 5647 m2 onderzocht. Naar aanleiding van het proefsleuvenonderzoek is
besloten dat de aangetroffen vindplaats verder onderzocht diende te worden
door middel van een opgraving, die is uitgevoerd in twee fases. Bij fase 1 werd
de helft van de werkputten aangelegd in een dambordpatroon. Indien de
sporen aanleiding gaven tot verder onderzoek werden ook de tussenliggende
werkputten aangelegd in fase 2. Op die manier is in totaal 8934m2 opgegraven.
 
Medium : Rapport
Taal : Nederlands
Uitgever : BAAC
Aantal pagina's : 69
 
 

Vorige object   Volgende object

 

Uitgebreid zoeken
 

Record aangepast: 27 maart 2024

system dumpages